Buitenland

Kiezen tussen twee kwaden bij verkiezingen Frankrijk

Frankrijk kijkt zondag massaal naar de scores van het Front National. Slaagt Marine Le Pen erin om net als haar vader in 2002 de tweede ronde te halen? Bij de kantonverkiezingen vorig jaar deed de partij het opvallend goed in sommige delen het Franse platteland. Correspondenten Mark Heijster en Karen Meirik trokken de laarzen aan en zochten naar antwoorden.

Mark Heijster en Karen Meirik

21 April 2012 19:29Gewijzigd op 14 November 2020 20:39

Het grootste wijngebied van Europa, de Languedoc-Roussillon, is traditioneel een overwegend links bolwerk. Hier stond de wieg van Jean Jaurès en deed de latere president Léon Blum zijn eerste schreden op het politieke toneel. De linkse dominantie is nog steeds een gegeven, maar niet meer vanzelfsprekend. Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw zet het Front National hier voet aan wal. De ”Midi rouge” als voedingsbodem voor extreem rechts.

„Blij en verrast”, was hij. Pascal Loubet, 20 jaar, rechtenstudent in Montpellier en vorig jaar kandidaat voor het Front National (FN) in Lespignan, een kleine gemeente in het departement Hérault. Bij de kantonverkiezingen van 2011 slaagde hij er –tot ontsteltenis van de socialisten– in bijna de helft van het aantal uitgebrachte stemmen (47 procent) te vergaren.

De problemen in zijn departement zijn niet van gisteren. „De mensen willen concrete oplossingen”, zegt Loubet. „Parijs heeft het platteland links laten liggen. Hier hadden we enkel kleine wijnboeren, familiebedrijfjes. Velen werkten samen in coöperaties totdat die werden opgekocht door grotere wijnboeren. Maar ook zij hielden het vaak niet vol en zo stortte alles in.”

„Toen ik klein was, zag ik rond het dorp alleen maar wijngaarden”, vertelt Loubet. „Vandaag zie je veel terrein braak liggen. Boeren gingen failliet, de wijngaarden werden omgeploegd en er kwam niets voor in de plaats.”

Hij had de verkiezingsuitslag ook niet verwacht. Loubet: „Deze score, en dat in een streek waar het linkse gedachtegoed wordt doorgegeven van vader op zoon.” Toch staat volgens hem de uitslag niet op zichzelf. „We zijn op dit moment de tweede politieke machtsfactor in het departement Hérault. Ongeveer 40.000 stemmen kregen we, de socialisten vergaarden er 70.000. We hebben alleen geen enkele vertegenwoordiger in het bestuur van het departement.”

Dat heeft te maken met het Franse kiesstelsel, waarbij twee rondes de uiteindelijke winnaar bepalen. In vier van de vijf departementen in de regio wisten kandidaten van het FN door te dringen tot de tweede ronde, om vervolgens veelal door een socialistische kandidaat naar huis te worden gestuurd.

Was het de uitermate lage opkomst in sommige gemeenten of wellicht een manier om het regeringsbeleid van de zittende president Sarkozy af te straffen? Volgens Loubet zijn de uitslagen geen uitzondering. In sommige kantons was de race uiterst spannend en verloor het Front National maar nipt.

Loubet: „Kiezers zien dat het FN niet de boze wolf is. We komen met eerlijke voorstellen die in sommige landen al uitgevoerd worden. Arbeiders die voorheen op de Communistische Partij stemden voelen zich thuis bij ons. Wij nemen het voor hen op.”

Politiek bewustzijn, daar draait het volgens Jean Huillet om. Of beter gezegd, een gebrek daaraan. „Iets meer dan honderd jaar geleden stonden er een miljoen wijnboeren in de straten van Montpellier”, roept hij uit. „Een miljoen! Moet u zich dat eens voorstellen!”

Huillet vertelt over de opstand van de wijnboeren in 1907. Over het aanlengen van wijn, over de fraudes. Over de volkswoede en de bereidheid om tegen de Parijse politiek in opstand te komen.

De 68-jarige is geen onbekende in het departement Hérault. Een trotse wijnboer met een links-radicaal verleden. In de jaren zeventig en tachtig was hij een belangrijke leider van het Comité d’Action Viticole (CAV), een organisatie die niet terugdeinsde voor het gebruik van geweld. De wijnboeren voelden zich niet serieus genomen door Parijs. Wijnhandelaren importeerden goedkope wijn uit Italië en Spanje terwijl de Franse wijn in de kelders bleef liggen. Een onhoudbare situatie.

Een dialoog met de politiek mislukte. Er moest een grens overschreden worden om de andere partij te dwingen de ogen te openen. Huillet deed mee aan honderden gewelddadige acties. Als hij vertelt over de ”caddies gratuits” klinkt er een zekere trots in zijn stem. Huillet: ,Als we de wijnafdeling van een supermarkt kort en klein sloegen, lieten we mensen zonder te betalen vertrekken met een volle winkelwagen.”

Anno 2012 is het politieke landschap veranderd, geeft hij toe. Maar hij ziet geen reden om zich druk te maken over een kandidaat zoals Loubet. „Niemand kent die jongen, hij heeft nog nooit een van zijn kiezers ontmoet”, sneert hij.

Huillet: „Het Front National kreeg hier een voedingsbodem nadat Algerije onafhankelijk werd. Veel pieds noirs, Franse kolonisten, verhuisden in 1962 naar deze streek. Sommigen konden het verlies niet accepteren en hielden er revanchistische en neofascistische opvattingen op na. Zo begon het. De partij heeft sindsdien een zeker percentage gehaald, maar ik zie de huidige hausse vooral als een uiting van onvrede over de socialistische kandidaten.”

Zijn huis staat midden in de wijnvelden. De meeste ranken heeft hij verkocht. Wat hem rest, ligt rond zijn huis. „Anders zou telkens de tractor van een ander voor het huis rijden.”

Er kleeft een smet op zijn radicale verleden. Hij geeft toe dat er doden zijn gevallen. „Het waren andere tijden”, verzucht hij. „We romantiseerden het geweld van de ETA en de IRA. Het maakte de keuze voor geweld misschien begrijpelijker. Of het nut heeft gehad? Ja, als we het niet gedaan hadden, waren er nog veel meer hectaren aan gegaan.”


Kiezen tussen twee kwaden

Dat de familie Le Pen haar thuisbasis heeft in het Bretonse vissersdorp La Trinité-sur-Mer heeft het Front National bij de Bretonnen in het verleden geen extra stemmen opgeleverd. Bij de presidentsverkiezingen van zondag lijkt de extreem nationalistische partij toch op groeiende steun uit Bretagne te kunnen rekenen.

„Ja, ik ga stemmen, dat is nu eenmaal mijn plicht”, zegt een boerin op een kleine melkveehouderij in de streek Morbihan. Ze heeft nog niet besloten op wie. In 2007 heeft ze in de eerste verkiezingsronde gestemd op het Front National. „Ze zeggen toch wel dingen die waar zijn, hè?” zegt ze. „De boeren hebben er genoeg van.”

In hetzelfde dorp woont Alain Lyon, een kleine graanboer. Hij heeft zijn keuze voor Marine Le Pen al gemaakt. „Orde en Frankrijk vóór alles”, zegt hij. „Dat het weer wordt zoals vroeger. Veiligheid. En dat degenen die werken, daar ook van kunnen leven. Ik heb er genoeg van om bij te springen voor anderen. Dan praat ik niet over gehandicapten, maar over die mensen die de hele dag niks doen.”

Zelf heeft Lyon naast zijn graanbedrijf een baan als chauffeur, omdat hij anders niet rondkomt. „Daarvoor heb ik te weinig grond.”

Bretagne, landbouwprovincie bij uitstek, levert 56 procent van het Franse varkensvlees en 20 procent van de melk. Het is een conservatieve regio, waar het rooms-katholieke geloof een belangrijke rol speelt. Veel van de boeren stemmen traditiegetrouw UMP, de centrumrechtse partij van president Nicolas Sarkozy. Uit pragmatisme ook; financieel biedt het UMP de boeren een aantrekkelijker plaatje dan de socialistische PS.

De van oorsprong Nederlandse melkveehouder Theo Bouwhuis ziet weinig verschil tussen de presidentskandidaten wat betreft hun landbouwbeleid. „Maakt ook weinig uit”, zegt hij. „Meestal stemmen de mensen hier wat ze altijd stemmen, of ze nu tevreden zijn over het gevoerde landbouwbeleid of niet.”

Volgens zijn collega Sibe Hylkema, eveneens uit Nederland afkomstig, is er wel een groep die extreem stemt om zijn onvrede te uiten. „Voor de boeren is dat extreem rechts. Maar in de tweede ronde, als er nog twee kandidaten over blijven, stemmen ze gewoon Sarkozy”, zegt Hylkema.

Jarenlang vond het FN in Bretagne nauwelijks voedingsbodem. Bretonnen hebben weinig met een Frans getint nationalisme. Ze voelen zich nu eenmaal niet Frans. Hun eigen provincie is de bron van hun identiteit, net als voor de Corsicanen en de Franse Basken. In al deze regio’s behaalde het FN de afgelopen jaren maar weinig stemmen.

Maar er verandert iets. Zo voelt de jongere generatie zich steeds vaker aangesproken door het extreem rechtse gedachtegoed. Op het erf van Lyon staat een bouwkeet waarin jongeren uit de buurt bij elkaar komen om bier te drinken en te praten. Politiek interesseert ze niet enorm. Hun belangrijkste zorg is een baan te vinden. Door de economische crisis steeg de jeugdwerkloosheid in Frankrijk tot ruim 22 procent.

Le Pen mikt op deze jonge, ontevreden kiezers. Met succes. Uit een recente peiling blijkt dat 26 procent van de jongeren tussen de 18 en de 24 FN wil stemmen. En daar generen ze zich niet voor: „Leiders als Sarkozy en Hollande zijn hypocriet, die doen toch niks voor ons”, zegt een van hen.

Toch lijkt de anti-immigratiepolitiek, al jarenlang de speerpunt in het discours van vader en dochter Le Pen, voor de Bretonse boeren nauwelijks relevant, want de weinige immigranten komen vooral uit andere EU-landen: Engelse pensionado’s en boeren zoals Bouwhuis en Hylkema.

Die laatsten concurreren met hun moderne bedrijven direct met hun Bretonse buren. Toch heeft Lyon geen probleem met hen. „Zij werken tenminste, daar heb ik wel respect voor”, zegt hij.

Hoewel Lyon graag en veel zijn gal spuwt over de criminaliteit onder allochtonen, blijkt zijn werkelijke frustratie de Europese bureaucratie te zijn. Opgewonden laat hij een stapel formulieren zien die hij moet invullen voor subsidie van de EU. „Er zit geen enkele logica in! En de ambtenaren die langskomen om de boel te controleren, komen zelf niet uit de landbouw. Ze begrijpen er niks van.” Daarom is hij blij met het idee van Le Pen om uit de Europese Unie te stappen en een Frans landbouwbeleid te voeren.

Veel Bretonse boeren hebben net als Lyon hun buik vol van Brussel. Onterecht, vindt Bouwhuis: „Als Frankrijk niet bij Europa zat, was Bretagne lang niet zo ontwikkeld geweest op landbouwgebied. Vroeger was het heel arm en juist dankzij het Europees landbouwbeleid is het een welvarend en leefbaar gebied geworden.”

Wel profiteren vooral de grote boerenbedrijven van de landbouwsubsidies. Terwijl veel kleine boeren, zoals Lyon, het financieel moeilijk hebben. Een kwart van hen heeft een inkomen dat lager ligt dan het minimumloon. In de campagneretoriek is Brussel, ook voor de andere presidentskandidaten trouwens, een steeds terugkerende zondebok voor alle economisch falen.

Dat Le Pen een Bretonse is, maakt voor Lyon weinig uit bij zijn keuze voor haar zondag. Hij vindt het wél prettig dat ze uit een vissersfamilie komt. „Daardoor begrijpt ze hoe dingen gaan op het platteland”, zegt hij. „Meer dan kandidaten zoals Hollande en Sarkozy.”

Toch komt het FN in de peilingen uit op een derde of zelfs vierde plaats. Daarmee is de uiteindelijke keuze die tussen het UMP en de PS. Tot Lyons grote ongenoegen: „Als ik alleen kan kiezen tussen twee kwaden, zou ik echt niet weten op wie ik moest stemmen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer