„BRD waarschuwde CIA al in 1999 voor al-Qaida-lid”
De Duitse geheime dienst heeft de Amerikaanse CIA al in maart 1999 gewezen op verdachte activiteiten van Marwan al-Shehhi, een van de vliegtuigkapers tijdens de aanslagen in de VS op 11 september 2001. Uit onderzoek van de Duitse zender ARD en het weekblad Stern is gebleken dat de Amerikaanse autoriteiten de waarschuwing niet serieus namen.
Al-Shehhi verbleef in 1999 in Hamburg. Hij onderhield daar goede contacten met een in Syrië geboren Duitser, Haydar Zammar, die de CIA al in 1993 had aangewezen als een belangrijk al-Qaida-lid in Duitsland.
Aanvankelijk hield het Bundesamt für Verfassungsschutz, de Duitse AIVD, alleen Zammar in de gaten. Toen in 1999 bij het afluisteren van diens telefoongesprekken ene ”Marwan” opdook, werd het onderzoek uitgebreid, aldus de berichten. Twee maanden later was de informatie al aan de CIA doorgegeven.
Volgens Stern en ARD is de informatie over Al-Shehhi door de CIA niet doorgespeeld aan de FBI of aan de Amerikaanse immigratiedienst. De man uit de Verenigde Arabische Emiraten kon daardoor onopgemerkt op 30 mei 2000 naar de VS reizen. In de staat Florida volgde hij er vervolgens vlieglessen. Op 11 september 2001 bestuurde hij een gekaapte Boeing die zich in de zuidelijke toren van het New Yorkse World Trade Center boorde.
Een onderzoek van het Amerikaanse Congres wees kortgeleden al uit dat in de aanloop naar de aanslagen er slecht is samengewerkt tussen de verschillende geheime en andere opsporingsdiensten in de VS. In het rapport staat evenwel ook dat de Duitse autoriteiten de activiteiten van vermeende moslimextremisten maar beperkt volgden. Berlijn zou de dreiging van islamitische groeperingen onvoldoende als een bedreiging hebben gezien.
Volgens bronnen binnen Duitse veiligheidskringen is de Amerikaanse kritiek op de Duitse diensten niet terecht. Er was wel degelijk samenwerking met de CIA, maar de „informatie werd niet teruggekoppeld.”
In Hamburg is vandaag het proces begonnen tegen een Marokkaanse student die is aangeklaagd in verband met de aanslagen van 11 september. De 30-jarige Abdelghani Mzoudi wordt beschuldigd van medeplichtigheid aan de moord op meer dan 3000 mensen en lidmaatschap van een terroristische organisatie.
Het is de tweede rechtszaak die in Duitsland wordt gehouden in verband met de aanslagen. Afgelopen februari werd in Hamburg al een andere Marokkaan, Mounir el-Motassadeq, veroordeeld voor dezelfde feiten als waar Mzoudi nu voor terechtstaat. El-Motassadeq, de eerste persoon die werd veroordeeld in verband met de aanslagen in New York, kreeg een gevangenisstraf van vijftien jaar opgelegd.
Mzoudi wordt ervan verdacht onder meer financiële hulp te hebben verleend aan een man die door al-Qaida werd klaargestoomd om mogelijk een van de vliegtuigkapers te zijn.
Deze man, de Marokkaan Zakariya Essabar, werd echter voor de aanslagen de toegang tot de VS geweigerd.