Minder geld naar leger in Westen
STOCKHOLM – Voor het eerst in tien jaar tijd zijn de wereldwijde uitgaven aan militaire zaken vorig jaar nauwelijks gestegen. Opmerkelijk is dat China en Rusland wel fors meer investeerden, terwijl Europa en de Verenigde Staten op de rem trapten.
Dat blijkt uit gegevens die het Stockholmse Internationale Instituut voor Vredesonderzoek (Sipri) woensdagmorgen publiceerde.
Het totale bedrag dat vorig jaar wereldwijd aan militaire zaken werd uitgegeven staat op 1,74 biljoen dollar (1,32 biljoen euro). In vergelijking met 2010 zijn de militaire uitgaven met slechts 0,3 procent gestegen. Daarmee is er een einde gekomen aan een jarenlange forse groei. Tussen 2001 en 2009 steeg dat budget jaarlijks met een gemiddelde van 4,5 procent.
De wereldwijde economische malaise is een van de belangrijkste oorzaken voor de stagnatie van militaire uitgaven, zei onderzoeker Sam Perlo-Freeman. Als landen moeten bezuinigen, gebeurt dat ook op defensiebudgetten. Dat effect is vooral zichtbaar in Europa en de Verenigde Staten.
Militaire uitgaven worden door de onderzoekers overigens breed geïnterpreteerd: van het betalen van militair personeel en de ontwikkeling van nieuwe wapens tot het onderhoud van militaire bases.
De landen die het meest uitgeven aan militaire zaken zijn de Verenigde Staten, China en Rusland. De VS besteden met 711 miljard dollar (546 miljard euro) nog altijd veruit het meeste aan defensie, hoewel dit bedrag 1,2 procent minder is dan in 2010. De afname wordt onder meer toegeschreven aan het feit dat het Amerikaanse Congres draalde met het instemmen met een begroting. Ook het voornemen van de VS om troepen terug te trekken uit Irak en Afghanistan drukt de oorlogsuitgaven.
Tegen de algehele trend in gaven China en Rusland fors meer uit aan militaire zaken. China pompte met 143 miljard dollar 6,7 procent meer in defensie dan het voorgaande jaar, terwijl Rusland 9,3 procent meer besteedde (71,9 miljard dollar ofwel 55 miljard euro).
Het effect van de Arabische lente is nog moeilijk terug te zien in de cijfers van Sipri. De onderzoekers gebruikten namelijk begrotingscijfers die stammen uit de tijd voordat de volksopstanden tegen dictators in het Midden-Oosten begonnen. Van Algerije kreeg het Sipri wel recentere cijfers te pakken. Daaruit blijkt onder meer dat het land fors meer geld in militaire zaken pompte toen het onrustig werd in buurland Libië.
Deze cijfers publiceert Sipri vooruitlopend op zijn jaarrapport, dat op 4 juni verschijnt.
Nederland gaf vorig jaar ongeveer 8,5 miljard euro uit aan militaire zaken. Dat bedrag is ongeveer gelijk aan de militaire uitgaven in 2010.