EU zoekt naar vergelijk met Polen
Binnenkort publiceert de Europese Commissie de jaarlijkse voortgangsrapportage over de onderhandelingen met de kandidaat–lidstaten. Polen is veruit de grootste nieuwkomer. Het overleg met dat land verloopt de laatste tijd echter moeizaam. Een compromis op twee gevoelige terreinen, over vrij verkeer van arbeid en kapitaal, kan er misschien weer meer vaart in brengen.
Volgens eurocommissaris Günter Verheugen, onder wiens directe verantwoordelijkheid de voorbereidingen voor het verleggen van de buitengrenzen van de EU plaatsvinden, zal de tussenbalans een duidelijke indicatie verschaffen over de samenstelling van de groep aspirant–leden waarmee het waarschijnlijk lukt de toetredingsbesprekingen eind 2002 af te ronden. Het ligt in de bedoeling dat de voorhoede in 2004 aanhaakt.
Tien genomineerden maken kans tot die club te behoren: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slovenië en Slowakije. Buiten de boot vallen in eerste instantie in ieder geval Bulgarije en Roemenië. Die hebben hun zaken onvoldoende op orde.
11 september
België, dat momenteel als aanvoerder van het verenigd Europa fungeert, wil graag nog vóór 1 januari, als het de voorzittershamer overdraagt aan Spanje, een succes boeken in de sfeer van de uitbreiding. Daarom reisde premier Guy Verhofstadt deze week naar Warschau, in een poging de voortgang van het proces te bevorderen. Hij benadrukte dat de dramatische gebeurtenissen van 11 september de wenselijkheid van een snelle expansie van de gemeenschap extra onderstrepen. De Poolse president Aleksander Kwasniewski sloot zich daarbij aan. „Hoe groter de Unie, hoe kleiner de ruimte voor conflicten en onzekerheid”, klonk het uit zijn mond.
Verhofstadt stuurde een hoge vertegenwoordiger van de Belgische regering met dezelfde boodschap langs de hoofdsteden van de overige landen die dingen naar het lidmaatschap. Maar er zijn ook andere geluiden te beluisteren. Zo twijfelt de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Hubert Védrine, eraan of de kandidaten wel in staat zullen zijn tijdig te voldoen aan de normen op het gebied van de veiligheid. De bewindspersonen van Justitie en Binnenlandse Zaken werken sinds de aanslagen in de VS aan een aanscherping van de maatregelen tegen het terrorisme en aan een hechtere samenwerking tussen politie, inlichtingendiensten en gerechtelijke autoriteiten.
Vertrouwen
Polen dreigt bij de uitbreidingsonderhandelingen een zorgenkind te worden. De uitslag van de verkiezingen daar van vorige maand betekende een versterking van de invloed van de eurosceptici in het parlement. Inmiddels is er een nieuwe regering aangetreden onder leiding van premier Leszek Miller, een voormalige communist die zichzelf heeft omgevormd tot een moderne sociaal–democraat. Hij formeerde met zijn linkse SLD een coalitie met de PSL, een boerenpartij die geen door Brussel afgedwongen hervormingen wenst te aanvaarden die de belangen van de agrarische sector schaden.
Niettemin gaan Kwasniewski en Miller er beiden van uit dat Polen erin slaagt in 2004 toe te treden. In 2003 zullen zij een referendum uitschrijven om de burgers hun oordeel te vragen over die historische stap. De president beweert vol vertrouwen te zijn over het resultaat van de volksraadpleging. „Als we nee zeggen tegen de EU, wat dan? Een economisch en sociaal vacuüm of aankoersen op een nauwe relatie met Rusland? Dat zijn absurde opties”, meent hij.
Miller bracht afgelopen woensdag een bezoek aan bondskanselier Schröder in Berlijn. Daar verklaarde hij: „Wij streven ernaar zo snel mogelijk te worden toegelaten.” Hij voegde hieraan toe: „De EU dringt bij ons aan op een flexibele opstelling, maar dat verlangen wij in omgekeerde richting eveneens.”
Beperkingen
Duitsland speelt daarbij een cruciale rol. Enerzijds zou de regering van die natie de buren aan de oostflank niet graag missen in de kopgroep. Anderzijds werpt zij zelf hindernissen op met haar plannen straks forse beperkingen op te leggen aan het vrije verkeer van personen.
Schröder wil de grens gedurende zeven jaar gesloten houden voor werkzoekenden uit Centraal– en Oost–Europa. Via afspraken in unieverband is de mogelijkheid gecreëerd voor zo’n lange overgangsperiode. Met de verkiezingen van volgend jaar in het vooruitzicht speelt de kanselier in op de angst onder de Duitsers voor de toestroom van goedkope arbeidskrachten die de beschikbare banen voor hun neus wegkapen.
De overige kandidaat–lidstaten accepteren de genoemde termijn, Polen doet dat tot nu toe niet. Miller acht de aanpak discriminerend. „Als de EU een vrije markt is, dan behoort zij dat ook te zijn voor de mobiliteit van werknemers”, zegt hij. Schröder hield deze week vast aan zijn harde standpunt. Hij beloofde zijn ambtgenoot niet meer dan voortzetting van het beraad over de kwestie op het niveau van de ministers van Sociale Zaken.
Een ander belangrijk knelpunt is het voornemen van Warschau om niet–ingezetenen gedurende achttien jaar het recht te onthouden grond te kopen in Polen. De bevolking vreest dat veel Duitsers die na de oorlog uit het westen van hun land zijn verdreven, zullen profiteren van de lage prijzen om terug te keren. Inmiddels heeft Miller de bereidheid uitgesproken eventueel in te stemmen met een kortere looptijd van het verbod. Hij denkt dan aan tien of twaalf jaar.
Psychologisch
De premier onderkent, zo merkte hij op tijdens zijn verblijf in Berlijn, dat de beide thema’s waarover meningsverschillen bestaan vooral psychologisch van aard zijn. Nuchter bekeken valt het namelijk niet te verwachten dat Poolse werknemers massaal naar Duitsland trekken; evenmin dat Duitsers in de rij zullen staan om een stukje grond in Polen te bemachtigen. Maar voor de burgers zijn het nu eenmaal uiterst gevoelige onderwerpen.
Het ligt een beetje voor de hand de twee dossiers aan elkaar te koppelen, waarbij de ene partij water bij de wijn doet ten aanzien van het personenverkeer en de andere op het punt van het kapitaalverkeer. In ieder geval zal de EU zich inspannen om voor het einde van dit jaar alsnog tot een vergelijk te komen, want het perspectief van een uitbreiding zonder wellicht Polen vindt zij allerminst aantrekkelijk.