Buitenland

Naar de kinderclub omdat Hij je zoekt

BELFAST – De kinderen van Birnie zitten vooraan bij de kinderclub van de kerk. Maar ze krijgen nauwelijks een beurt. Ze weten te veel.

7 April 2012 12:01Gewijzigd op 14 November 2020 20:23
BELFAST – Al sinds jaar en dag is de kinderclub van de kerk bekend als een verantwoord uitje voor de kinderen. De meeste kinderen zijn niet kerkelijk, maar leren hier wel het Onze Vader. Foto RD
BELFAST – Al sinds jaar en dag is de kinderclub van de kerk bekend als een verantwoord uitje voor de kinderen. De meeste kinderen zijn niet kerkelijk, maar leren hier wel het Onze Vader. Foto RD

„Dat was slecht”, zegt clubleider Shaun met stemverheffing. „Dat doen we nog een keer.”

De piano zet opnieuw in. Twee kinderen houden grote papieren met de liedtekst omhoog. De eerste letters van de regels vormen samen het woord ”Saviour” (Zaligmaker).

Nu is Shaun wel tevreden. „Jullie waren zelfs beter dan Matthews pianospel”, grapt hij.

Bij de kinderclub van de Evangelical Presbyterian Church in Belfast-Stranmillis zijn zo’n twintig kinderen bij elkaar. „Een mooi aantal”, zegt dr. Esmond Birnie.

De kinderen zitten op de grond. Moeder Rosella zit achteraan. Samen met een handvol volwassenen proberen ze iets moois te maken van het clubuurtje. Intussen houdt Rosella een oogje op haar eigen kinderen op de voorste rij.

Een club houden voor kinderen die gewend zijn aan tucht en orde, is één ding. Maar iets nuttigs doen met kids die geen rust kennen, is topsport.

In het zaaltje klinkt doorlopend geroezemoes van kinderen die elkaar aan een been trekken of draaien. Veel kinderen hebben hun schooluniform nog aan. Veel bezoekers komen uit Afrika en Azië.

Behalve de kinderen van Birnie hebben de meeste bezoekers geen kerkelijke achtergrond. Door de jaren heen raakte het in enkele flatgebouwen in de buurt bekend dat je je kinderen op donderdagavond veilig aan dat witte busje van de EPC Stranmillis kunt meegeven. Sommige ouders kwamen hier zelf in hun kinderjaren ook al.

De EPC in Stranmillis heeft maar een klein kerkje, op de hoek langs een doorgaande weg. Aansluitend op de kinderclub is er elke donderdagavond een bidstond voor de gemeente.

Shaun verheft opnieuw zijn stem. „Wat gaan we nu doen?” vraagt hij. Bidden, zegt er een. „Juist. En wat doe je dan?” Je ogen sluiten. „Goed, en verder?” Je hoofd buigen.

Nu doet de clubleider een kort gebed om goede aandacht én om vertrouwen in de Zaligmaker. Alle kinderen spreken het amen na.

Kirsty, een wat ouder tienermeisje uit de gemeente, heeft enkele vorige keren gewerkt aan het aanleren van het Onze Vader. Daarmee gaat ze nu verder. Ze leert ook de inleiding erbij (”In this manner, therefore, pray”), alsmede de vindplaats in Mattheüs 6. Eerst herhaalt ze de tekst in de hele groep, dan afwisselend alleen met de jongens en meisjes, en vervolgens mogen twee kinderen het voorin komen opzeggen. Steeds verloopt het repeteren vlekkeloos. De kinderen van Belfast kunnen wel leren.

Shauns geduld raakt op. Hij dreigt een van de kinderen op de gang te zetten als ze zo onrustig blijven.

„Waarover hebben we de vorige keer gesproken?” vraagt hij, zodra het weer rustig is. „Eric Liddell”, zegt er één. Jammer, niet goed. Er volgen diverse pogingen. „Jezus”, zegt een klein meisje vooraan. Zij krijgt een klein snoepje.

Had ze het goede antwoord gezegd voordat de leider haar aanwees, dan was het snoepje voor Shaun geweest. Dat zijn de regels hier.

Af en toe krijgen ook Calvin, Paulena en Murray Birnie een beurt. Maar meestal alleen als niemand van de andere kinderen het juiste antwoord heeft. De Birnies zijn de vluchtheuvel.

Shaun neemt een krukje bij de laptop, waarmee hij een plaatje van een ezelin en palmtakken via de beamer op de muur laat zien. Via vragen en antwoorden vertelt hij de geschiedenis van het lijden en sterven van Jezus.

Hij legt uit dat het onderwijs van de Zaligmaker met macht en gezag was, heel anders dan van de gewone leraars, en dat ze Hem daarom wilden doden. Waarom Hij moest sterven om de zonden te kunnen vergeven.

Zo komen ze bij Petrus. Een meisje vraagt wat verloochening eigenlijk is. Shaun probeert het uit te leggen. „„Die jongen daar, met die schram op zijn neus, nou, die ken ik niet.” Maar je kent hem wél, zegt het meisje. „Nou precies, dát is nu verloochening.””

Hij sluit af met een oproep om deze Jezus te vertrouwen. „Daarom ben je naar deze club gekomen, omdat Hij ook jou zoekt. En vergeet nooit: Hij zegt geen nee.”


Hoe is het leven voor een christelijk gezin in Noord-Ierland? Buitenlandredacteur Evert van Vlastuin nam onlangs een kijkje. Vandaag: de kinderclub (slot).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer