De Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging en Zeeland Seaports meldden woensdag dat zij er in een brief aan de Tweede Kamer op aandringen de gesloten overeenkomst met België over ontpoldering na te leven.

De twee organisaties constateren dat Nederland op basis van „hoofdzakelijk emotionele argumenten” de afspraken nog niet is nagekomen. Zij ervaren dit als „zeer schadelijk” voor de economische betrekkingen tussen Zeeland en Vlaanderen.

Het kabinet wil de Hedwige­polder droog houden en overweegt andere compensatie­maatregelen, door bij­voorbeeld het onder water zetten van de Welzinge- en de Schorerpolder bij Vlissingen of het deels onder water zetten van de Hedwigepolder.

De ontpoldering van de Hedwigepolder is nood­zakelijk, aldus het Zeeuwse bedrijfsleven, om de doelen voor instandhouding van de Westerschelde te halen. „De natuurlijke staat van de Westerschelde is op meerdere vlakken als slecht beoordeeld.”

Ontpoldering van de Hedwige­polder heeft, volgens het bedrijfsleven, bovendien het voordeel dat er geen 
verslechtering plaatsvindt in de exploitatiemogelijkheden van bedrijven in Vlissingen en Terneuzen. Bij de alternatieven zou dit wel het geval zijn.

Het Zeeuwse bedrijfsleven zegt dan ook „duidelijk afstand te nemen” van de hernieuwde discussie die oplaait over de reeds gemaakte afspraken over ontpoldering.

De Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging en Zeeland Seaports roepen de Tweede Kamer op „met daadkracht” te werken aan het nakomen van afspraken.