Kennedy: Vrijheid vieren is moeilijk
AMSTERDAM – „Als Amerikaan krijg ik de indruk dat Nederland weet hoe te gedenken, maar niet goed weet hoe de vrijheid collectief te vieren.”
Dat betoogt prof. dr. J. C. Kennedy in het lustrumboek ”Breekbare dagen”, uitgegeven bij het 25-jarig bestaan van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Koningin Beatrix kreeg dinsdag in de Nieuwe Kerk in Amsterdam het eerste exemplaar overhandigd door directeur N. Nooter.
De ceremonie van 4 mei is indrukwekkend, vindt Kennedy, hoogleraar in de geschiedenis van Nederland aan de Universiteit van Amsterdam. „Niet in eerste instantie door het gesproken woord, maar meer door de stilte die neerdaalt als zo veel mensen bij elkaar de doden herdenken. Daarentegen is 5 mei weliswaar een nationale feestdag, maar het lijkt nog steeds een dag zonder doel en zonder rituelen. Iedereen doet waar hij zin in heeft.”
Volgens Kennedy vloeien „de veranderingen die 4 en 5 mei in de loop van de geschiedenis laten zien voort uit veranderende wensen en behoeften van de bevolking. Geleidelijk aan werd er minder aandacht besteed aan de religieuze en militaire dimensies.”
„De belangrijkste reden waarom de Nationale Herdenking op 4 mei en niet op 5 mei plaatsvindt, is dat de overlevenden en nabestaanden uit voormalige verzetskringen het direct na de Tweede Wereldoorlog niet gepast vonden om op dezelfde dag om de oorlogsslachtoffers te rouwen en de Bevrijding te vieren”, stelt historica J. Keesom in haar historisch overzicht. „De gevoelens die met beide gepaard gingen, vielen voor hen niet te combineren.”
In de traditie van de herdenking zoals die door het voormalig verzet op 4 mei was gevestigd, was weinig ruimte voor ervaringen van specifieke groepen; de nationale eenheid stond daarin voorop. In 1987 besloot het kabinet-Lubbers in te grijpen, om het draagvlak te verbreden en te voorkomen dat volgende generaties geen enkele affiniteit meer zouden hebben met herdenken en vieren.
Tijdens de bijeenkomst dinsdag spraken premier Rutte en staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van VWS over het belang van 4 en 5 mei. „Ik hoop dat verhalen worden doorverteld aan steeds weer nieuwe generaties”, zei Rutte.
Het jubileumboek toont in woord en beeld hoe Nederland daaraan sinds 1945 gestalte gaf. Het bevat ook de voordrachten die sinds 1992 door schrijvers op 4 mei in de Nieuwe Kerk zijn gehouden.
Herdenken en vieren blijven „een tijdloze noodzaak”, stelde voorzitter J. M. Leemhuis-Stout van het nationaal comité. De Tweede Wereldoorlog blijft hierbij het ijkpunt, al zal er volgens Leemhuis meer aandacht komen voor internationale ontwikkelingen rondom de rechtsorde.
Tijdens de jubileumviering werd het startsein gegeven voor de fakkelcampagne ”Vrijheid geef je door”. Doel is dat de fakkel, in de vorm van een speldje en/of sticker, in de toekomst een herkenbaar symbool wordt. Meer dan 430.000 kinderen zullen in totaal een kleine 1,2 miljoen fakkelstickers en -kaarten met een boodschap over de vrijheid doorgeven aan een van hun familieleden of buren.