„Filipijnse muiters wilden Arroyo doden”
De Filipijnse militairen die 27 juli een mislukte muiterij begonnen, hadden gehoopt de bevolking en de rest van het leger achter zich te krijgen voor een opstand tegen de regering van president Gloria Macapagal Arroyo.
In hun oorspronkelijke plan wilden zij op 2 augustus het Malacanang-paleis in Manilla bestormen en Arroyo vermoorden. Maar omdat de regering lucht had gekregen van de plannen, raakten zij in paniek en kwamen zij te vroeg in actie. Dat zegt brigadegeneraal Victor Corpus, het voormalige hoofd van de nationale veiligheidsdienst, die naar aanleiding van de muiterij ontslag heeft genomen.
De muiters eisten het aftreden van Arroyo, minister van Defensie Angelo Reyes, Corpus en het hoofd van de nationale politie, Hermogenes Ebdane, die zij van corruptie en incompetentie betichtten. Volgens Corpus was het geen „simpele muiterij”, maar was het de muiters om de macht te doen. „Zij wilden Malacanang met een grote troepenmacht aanvallen. Ze zouden de rivier de Pasig oversteken, omdat de wegen zwaarbewaakt zouden zijn. Het was hun opzet om de president te doden”, aldus Corpus in een interview met het radiostation DZRH.
De muiters wilden onder meer de vliegvelden van Manilla, General Santos en Davao in handen krijgen om troepen naar Manilla te verplaatsen, aldus Corpus. Maar omdat de overige deelnemers aan de muiterij om logistieke of andere redenen afhaakten, bleef het bij de bezetting van een duur appartementen- en winkelcomplex in het zakendistrict van Manilla. Die bezetting werd na negentien uur zonder bloedvergieten beëindigd.
Behalve 321 lagere officieren en soldaten die aan de bezetting deelnamen, zijn senator Gregorio Honasan, vier gepensioneerde officieren en twee burgers in verband met de coup aangeklaagd. De autoriteiten hebben ook meer dan 100 andere militairen op het oog die aan de coup moesten deelnemen maar daar door uiteenlopende oorzaken niet aan toe waren gekomen. Daarnaast worden ook de vroegere secretaris en de vriendin van oud-president Joseph Estrada -Arroyo’s voorganger- van medewerking aan de coup verdacht.