Stiefdochter Otto Frank: De hele wereld medeschuldig aan de Holocaust
AMSTERDAM – Niet nazi-Duitsland alleen, maar de hele wereld droeg bij aan de systematische poging om in de Tweede Wereldoorlog alle Joden uit te roeien. Eva Schloss-Geiringer (82), Holocaustoverlevende en stiefdochter van Otto Frank, zei dit maandag in het Anne Frank Huis, op de plek waar Otto zijn familie lange tijd in het Achterhuis verborg.
Schloss kwam gisteren speciaal uit haar woonplaats Londen om te spreken bij de opening van de tentoonstelling ”Misschien trekken wij ook verder”. Deze belicht de vlucht van de Achterhuisbewoners; Fritz Pfeffer en de families Frank en Van Pels. Zij kwamen in de jaren dertig uit Duitsland naar Nederland en poogden vergeefs om buiten Europa een veilig heenkomen te vinden.
Eva Schloss kwam in die tijd met haar familie uit Oostenrijk naar Nederland. „Deze tentoonstelling laat zien hoe moeilijk het was om weg te komen uit de nazi-gebied”, zei ze gisteren. „En dat vooral omdat andere landen de Joden niet wilden hebben. Landen als de VS, Australië en Canada hadden gemakkelijk 6 miljoen mensen kunnen opnemen. Dan had de Holocaust nooit plaatsgevonden. De hele wereld is hier eigenlijk mede schuldig aan.”
Moeizaam
Uit de expositie blijkt dat tussen 1933 en 1941 meer dan 400.000 Joden uit Duitsland en Oostenrijk vluchtten. Andere landen wilden hen slechts mondjesmaat toelaten. Een foto toont hoe een Joods gezin in 1939 in Engeland hardhandig door de politie terug op de boot wordt gezet omdat de papieren van de gezinsleden niet kloppen. Onbekend is of ze de oorlog uiteindelijk hebben overleefd.
Sowieso konden alleen de beter gesitueerde Joden wegkomen uit Duitsland of Oostenrijk, zei Schloss gisteren. „Mensen die de middelen niet hadden, konden een vlucht vergeten. Net als degenen die goed als Joden herkenbaar waren door hun kaftans en hoeden, maakten zij geen kans. Zij gingen als eersten naar de kampen.”
Documenten in het Anne Frank Huis laten de moeizame pogingen zien die de twee Achterhuisfamilies en Fritz Pfeffer deden voor visa: ze probeerden toegang te krijgen tot Amerika, Engeland, Australië, Chili, en zelfs Aruba. De brieven geven telkens nul op het rekest, of wordt er gesproken over „onbekende wachttijd.” Moeder Edith Frank schrijft in 1937 aan familie: „Ik denk dat alle Duitse Joden vandaag de dag de wereld afzoeken en er niet meer in kunnen.”
Onvermoeibaar
Behalve het gezin Frank belandden nog enkele tienduizenden Joden in Nederland. Maar veilig was het daar uiteindelijk niet. Zoals een oud-klasgenootje van Anne Frank zegt op een video in de expositie: „Duitsland verlaten was niet voldoende: Je moest Europa uit. Dat heeft het verhaal van de familie Frank wel bewezen.”
Schloss bleek gisteren een onvermoeibare uitdraagster van het gedachtegoed van haar stiefvader Otto, de vader van Anne Frank. Deze trouwde in de jaren vijftig met haar moeder Fritzi Geiringer die, net als Frank, haar huwelijkspartner in de kampen verloor. In tegenstelling tot haar moeder, had Frank geen haatgevoelens ten opzicht van Duitsers, zei Schloss.
Wijze lessen heeft ze van hem geleerd, vertelde ze gisteren. Schloss, die na diverse onderduikadressen op haar vijftiende verjaardag verraden werd en met haar moeder Auschwitz overleefde, heeft moeten leren om Duitsers niet meer te haten. „Dat kostte mij twintig jaar. Mijn vader en broer waren vermoord. Ik kreeg al de koude rillingen als ik iemand Duits hoorde spreken.”
Otto was daarentegen een toonbeeld van vergevingsgezindheid. „Haat zal je ongelukkig maken, waarschuwde hij mij. Later ben ik gaan begrijpen dat er ook goede Duitsers waren.”
Sinds het dagboek van Anne uitkwam, werd Otto Frank een vraagbaak voor mensen vanuit de hele wereld, zegt Schloss. „Hij kreeg zelfs brieven van kinderen van nazimilitairen, die thuis het zwijgen van hun ouders niet meer aankonden. Otto wilde hen allemaal raad geven. Ook mijn moeder hielp hem.”
Samen getrouwd
Het was diezelfde vasthoudendheid die Schloss gisteren uitdroeg bij het Achterhuis. Ondanks haar leeftijd zet ze zich nog volop in voor de in Londen gevestigde Anne Franktrust, die ze in de jaren 90 hielp oprichten. Deze verzorgt tentoonstellingen in scholen en gevangenissen in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Eva mocht dan met haar moeder de kampen hebben overleefd, in Nederland kon ze niet meer aarden. „Alles in ons huis aan het Merwedeplein herinnerde aan mijn vader en broer.” In 1951 vertrok Eva een jaar naar Londen, op advies van Otto, die toen al bevriend was met haar moeder.
De reis bleek een gouden greep: ze kon de oorlog van zich afzetten en leerde een jongen kennen en werd zijn verloofde. „Ik kan helaas niet met je trouwens”, zei Eva echter. „Ik moet voor mijn moeder zorgen, die weduwe is.”
Toen ze dit verhaal aan Otto vertelde, reageerde hij nuchter: „Ik zou het toch maar doen. Je moeder en ik hebben ons ook verloofd en willen gaan trouwen.” Zo werd Eva postuum alsnog de halfzus van haar vroegere klasgenootje Anne.
Moeder en dochter trouwden een jaar na elkaar. Eva Schloss en haar man kregen drie dochters. „Zo had Otto toch nog kleinkinderen. Hij was een echte opa voor ze.”
Missie
Eva Schloss-Geiringer heeft nu zelf vijf kleinkinderen. Maar voor die generatie staat de oorlog al weer verder weg, merkte ze. „Zij hebben het dagboek wel gelezen, maar het staat toch meer van ze af.”
Oma blijft doorgaan met de missie van Otto, ook gisteren. Iedere bezoeker die iets wil vragen, krijgt de tijd, ook al moet ze er wegens vermoeide benen bij gaan zitten.
Morgen reist ze door naar de Verenigde Staten, voor de Anne Franktrust. „Het verhaal moet immers worden doorverteld.”
De tentoonstelling is tot 15 september te zien in het Anne Frank Huis.