Israël breekt met Mensenrechtenraad
JERUZALEM – Israël heeft maandag laten weten dat het de werkrelatie met de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties verbreekt. De Nederlandse PvdA wil dat de regering hier stelling tegen neemt.
Het besluit van Israël betekent dat een delegatie van de raad geen toestemming krijgt om Israël of de Westelijke Jordaanoever te betreden voor een onderzoek naar Joodse nederzettingen, zei een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
De raad besloot vorige week tot een onderzoek naar de bouw van nederzettingen op de Westoever en in het oosten van Jeruzalem. In een resolutie werden zulke bouwactiviteiten veroordeeld.
Israël beschuldigt de raad van een anti-Israëlische houding, vanwege zijn onevenredige aandacht voor het beleid van Israël en het Israëlische handelen jegens de Palestijnen. Volgens Israël gaat de raad voorbij aan mensenrechtenschendingen in Iran en Arabische landen.
De Palestijnse functionaris Nabil Shaath zei dat Israël een onderzoek niet kan tegenhouden door met de raad te breken. De Palestijnen zijn bezig kaarten en foto’s te verzamelen om aan de raad te presenteren. „Wij zullen naar ieder internationaal orgaan stappen dat onderzoek kan doen en sancties kan opleggen.”
Israël heeft 500.000 mensen naar de Westoever en het oosten van Jeruzalem verhuisd sinds het de gebieden in 1967 veroverde. Een groot deel van de internationale gemeenschap ziet de nederzettingen als een obstakel voor vrede.
De PvdA in de Nederlandse Tweede Kamer vraagt minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) om in „niet mis te verstane termen” het „ongehoorde” besluit van Israël te veroordelen. Dat betoogt PvdA’er Timmermans in een gisteren aan Rosenthal gestelde reeks vragen.
Timmermans vreest dat dit besluit van Israël „absoluut averechts” werkt en vrede in het Midden-Oosten niet dichterbij brengt. Rosenthal moet Israël oproepen het besluit terug te draaien, vindt hij.