Druzen verdeeld over hun vaderland Syrië
De bloedige wijze waarop het Syrische leger de opstand de kop indrukt, heeft president Bashar al-Assad hoogst impopulair gemaakt in grote delen van de wereld. Dat is niet het geval in de druzendorpen op de Golanhoogvlakte. Integendeel, de meerderheid wil geen kwaad woord over hem horen. Ze schrijven de negatieve berichten toe aan de media, die alles verdraaien, en aan een complot van de westerse wereld.
In het dorpje Buqata hebben de winkels uithangborden in het Arabisch en het Hebreeuws. Voor het gemeenschapscentrum van Buqata staan de religieuze mannen in lange grijze jassen en met witte fezzen ons (een groep journalisten) op te wachten. In een grote zaal nemen ze plaats op een rij stoelen om hun uiteenzetting te geven over de grote beroering die hun land treft.
Voordat sjeik Jadalkarim Nasser zijn rede over de Syrische president begint, haalt hij uit naar Israël door de „miserabele situatie onder de bezetting van de Golanhoogte” te noemen. Israël veroverde de hoogvlakte op het Syrische leger in de Zesdaagse Oorlog van 1967, na Syrische beschietingen.
In 1981, nadat Israël de hoogvlakte had geannexeerd, gaf Israël de inwoners van de vier druzendorpen een Israëlische identiteitskaart. Ze kregen ook de mogelijkheid het staatsburgerschap aan te vragen en ongeveer 10 procent maakte daar gebruik van. Ze drijven handel met Israël, ontvangen Israëliërs die een dagje uitgaan naar het Hermongebergte in hun restaurants, spreken dikwijls vloeiend Hebreeuws. Maar de meesten van de 20.000 druzen blijven zich in hart en nieren Syriërs voelen, die leven onder bezetting.
„We waarderen wat Assad voor ons, Syriërs, op de Golanhoogte heeft gedaan”, zegt Jadalkarim Nasser, zonder verder in details te treden. „We zijn tegen de terreuraanslagen die terroristen uitvoeren tegen de Syrische soldaten. We zijn ook tegen de groepen die onze leiders aanvallen. We danken China en Rusland voor hun steun.”
„Allemaal leugens”
De anderen vertellen soortgelijke dingen. Assad was een voorstander van hervormingen, maar gewapende groepen trokken het land binnen. De bloedbaden in Syrië worden niet aangericht door de troepen van Assad, maar door milities als al-Qaida die het land binnenkomen. Ze worden gesteund door westerse landen als Amerika en Israël. Hun steun is begrijpelijk, want Syrië staat achter de Hezbollahbeweging in Libanon. En deze sjiitische groep verzet zich tegen de Israëlische bezetting.
Kortom: het gaat in de ogen van de druzen om één groot complot tegen Assad. Hun informatie ontlenen ze aan de Syrische en Libanese media. „Al-Arabiya, Al-Jazeera, de BBC, ze vertellen allemaal leugens”, zegt Hamad Amasha, leraar Engels.
Het lijkt alsof ze elkaar de loef willen afsteken met hun lofredes op het Syrische regime. Ze zeggen het met zo veel overtuiging dat het lijkt alsof ze het zelf geloven. Maar de belangrijkste impressie die ze achterlaten is dat ze bang zijn dat het Syrische regime aan het wankelen wordt gebracht.
Als de rest van de groep nog in het gebouw is en de jonge sjeik Hussam Nasser alleen met ons spreekt, klinkt een iets genuanceerder geluid. Hij ontkent niet dat er problemen zijn in Syrië en hij wil ook niet beweren dat het regime helemaal schone handen heeft. Eigenlijk is er sprake van burgeroorlog. Toch denkt hij dat alleen Assad degene is die de hervormingen door kan voeren die nodig zijn.
„We willen geen land als Libië of Irak worden, dat uiteenvalt, maar een verenigd Syrië. Als ik moet kiezen tussen aan de ene kant al-Qaida en de moslimbroeders, en aan de andere kant Assad, dan kies ik voor Assad.”
Helling
In Majdal Shams, het druzendorpje dat op de helling ligt van de met sneeuw bedekte Hermon, spreken we met tegenstanders van het Syrische regime. Shefa Abu Jabal studeerde rechten en communicatiewetenschappen in Israël. Ze schat dat 85 procent van de 10.000 inwoners van haar dorp achter het regime staat en de rest tegen is.
Nadat de Syrische troepen in het stadje Daraa in maart vorig jaar burgers vermoordden, gaven zij en een aantal anderen een manifest uit. De supporters van Assad hielden een demonstratie, en zij en anderen wilden een tegendemonstratie houden. „Ze zeiden dat wij niemand vertegenwoordigen. Ze proberen ons sociaal af te straffen.”
Tegenstanders zijn vooral jongeren en beter opgeleiden. Wie zich uitspreekt tegen het regime, kan oppositie van de familie verwachten. „Ik kan niet zeggen dat mijn relatie met mijn familie goed is. Mijn familieleden in Syrië werden bedreigd, maar ze zijn voor het regime.”
Wael Taraby vertelt dat druzen van de Golan die in Syrië studeren opgepakt werden. Hun werd te verstaan gegeven dat ze als agenten van Israël zullen worden beschouwd als ze deelnemen aan de demonstraties. Wat er volgens hem nu nodig is, is niet buitenlandse interventie, maar manieren om het geweld te verminderen.
Hij vindt dat de Israëlische media ten onrechte het beeld hebben gecreëerd dat de druzen op de Golan achter Assad staan. „Assad gebruikt de bezetting van de Golan als excuus om zijn volk te onderdrukken en goed te praten wat hij doet. Het regime dacht dat het de bewoners van de Golan al in zijn zak had. Nu weten ze dat dat niet zo is.”
Het zou volgens hem goed zijn voor alle Syriërs als het regime omver geworpen zou worden. Ook voor de alevieten, want zij zijn gijzelaars van het regime. Na de val van het regime kunnen de Syriërs een nieuwe toekomst en een normaal leven opbouwen. Er bestaat geen gevaar van een burgeroorlog van sekte tegen sekte.
Mensenrechtenactivist Salman Fakhr Eddin gelooft niet dat er buitenlandse interventie in Syrië zal plaatshebben om de Syrische burgers te beschermen, omdat het land geen oliereserves heeft. Maar hij gelooft wel dat op de lange duur het land een goede toekomst tegemoet gaat. Het land wordt nu geregeerd door een paar families. „De opstand zal het Midden-Oosten veranderen”, zegt hij.
„Minderheden voelen zich veilig”
Dat de meeste druzen op de Golan de Syrische president Bashar al-Assad steunen, verwondert Syriëdeskundige professor Moshe Maoz van de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem niet.
Onder zijn regime voelen de minderheden zich namelijk veilig. Hij beschermt hen tegen de radicale soennieten. Daarom is de steun voor Assad onder de druzen, alevieten, christenen, Koerden en Circassiërs groot. Aanzienlijke steun bestaat er ook onder de middenklasse, omdat deze onder Assad vooruit is gekomen. Zijn supporters geven de voorkeur aan stabiliteit en zijn bang dat de moslimbroederschap de macht zal overnemen.
De opstand brak op 15 maart vorig jaar uit. Maoz vertelt dat vele jonge mensen door de muren van angst heen braken en openlijk in opstand kwamen. Ze willen vrijheid, werk en betere levensomstandigheden. De opstand heeft niet alleen plaats onder de soennieten, maar ook onder seculiere Syriërs.
Assad heeft inmiddels hervormingen aangekondigd. De dictator is niet van plan te vertrekken. De hervormingen bestaan eruit dat meer partijen in het politieke proces mee mogen doen en mogen goedkeuren wat de dictator beslist.
De opstand verliep in Syrië anders dan in andere landen. De vader van Bashar al-Assad, Hafez, verzekerde zich van de steun van het leger en de geheime dienst door alevieten aan te stellen op sleutelposities in het leger en de geheime dienst. Bashar heeft daar nu profijt van. De alevietische officieren bleken loyaler aan Assad dan de Egyptische legerofficieren aan Mubarak waren.
Maoz is er niet zeker van of de opstand zal slagen. Om het regime van Assad omver te werpen, is het nodig dat een aanzienlijk deel van het leger met wapens als tanks naar de oppositie overloopt. Een andere manier om hem ten val te brengen is door interventie van het buitenland. Dat lijkt nu nog onwaarschijnlijk, omdat Rusland en China Assad steunen.
Bovendien zijn sommige landen ook bang dat Syrië zal desintegreren. Ze beschouwen Assad als een kwaad – maar het is een kwaad dat ze kennen. Essentieel kan de opstelling van Turkije zijn in de komende tijd. Toen Assad moslims begon te doden, keerde Turkije zich tegen het regime.
Opvang vluchtelingen
De Israëlische stafchef, generaal Benny Gantz, zei in januari dat het leger de opvang van Syrische vluchtelingen op de Golanhoogte voorbereidt. Zijn verwachting is dat alevieten willen vluchten als Assad valt.
Het is niet te voorspellen wat de val van Assad voor Israël zal betekenen. Aan de bestandslijn tussen Syrië en Israël op de Golanhoogte doen zich vrijwel geen incidenten voor. Assad bestreed Israël in de afgelopen jaren door in Libanon de radicale sjiitische Hezbollah te steunen.
Een machtsovername door radicale moslims in Syrië zal voor Israël waarschijnlijk geen verbetering betekenen. De belangen van Israël zijn in de toekomst het beste gebaat bij de overname van een gematigde, prowesterse en prodemocratische regering. Tot dusver heeft de Arabische lente vooral de radicale moslims geholpen.