Hoe Libische wapens Mali ontwrichtten
APELDOORN – Mali was een paradepaardje voor democratie in West-Afrika. Een paar weken voor de verkiezingen maakte een staatsgreep echter een vroegtijdig einde aan het zittende regime. De coup heeft alles te maken met de opstand van de Toearegs in het noorden van het West-Afrikaanse land.
Mali, een land met zo’n 15 miljoen inwoners, zou over drie weken naar de stembus gaan. De zittende president Amadou Touré (1948) had bezworen dan af te zullen treden en niets wees erop dat hij dat niet zou doen. Drie weken geduld bleek echter te veel gevraagd.
Tourés beleid kon internationaal op veel waardering rekenen. „Hij speelde een voortrekkersrol in de schepping van een unieke politieke cultuur in Mali, een mogelijk alternatief voor de rest van het zoekende continent”, jubelde NRC Handelsblad in januari nog in een interview met Touré. De president bracht eind vorig jaar een driedaags bezoek aan Nederland en had onder anderen een ontmoeting met konining Beatrix.
Mali mag dan een geschiedenis van coups hebben –Touré pleegde er ooit zelf één–, velen zagen in het huidige Mali een toonbeeld van democratie. De Amerikaanse ambassadrice voor de VN, Susan Rice, veroordeelde de coup donderdag in een tweet met de opmerking dat Mali „een leidende democratie in West-Afrika is.”
Toch kwam de opstand van het leger niet als volslagen verrassing. In het noorden van het land is sinds januari een opstand gaande van de Toearegbeweging MNLA, de Nationale Beweging voor de Bevrijding van Azawad. Het van origine nomadische Toearegvolk eist een onafhankelijke staat in het noordoosten van Mali: Azawad.
Het Malinese leger bleek slecht tegen de Toearegrebellen op te kunnen. De Toeareg zijn namelijk beter bewapend dan ooit. Duizenden van hen keerden de afgelopen maanden terug uit Libië, met als souvenir zwa- re wapens uit de Libische wapendepots. Hoewel de MNLA uit niet meer dan zo’n 600 man bestaat, kreeg het Malinese leger de rebellengroep niet klein.
Het leger mopperde vervolgens dat de regering hun onvoldoende wapens en manschappen verschafte. Experts geven de opstandelingen mee dat het de Malinese regering ontbrak een duidelijke strategie om de goed georganiseerde Toearegrebellen onder de knie te krijgen. Conflictdeskundige David Zounmenou van het Instituut voor Veiligheidsstudies in Zuid-Afrika schrijft op zijn blog echter dat de Malinese regering op haar vingers had kunnen natellen dat de sluimerende onlusten in de regio zich na de val van de Libische leider Gaddafi zouden verhevigen.
Duidelijk is dat de coup van donderdagnacht de spanningen in de regio, waar ook al-Qaida nog eens actief is, verder opvoert. Een woordvoerder van MNLA, Moussa Ag Acharatoumane, liet tegenover persbureau Reuters weten dat „we ons voordeel zullen doen met de chaos om meer voet aan de grond te krijgen.” Hij zei dat er al voorbereidingen worden getroffen om belangrijke noordelijke steden te veroveren.
De coupplegers piekeren er echter niet over een zelfstandig Azawad voor de Toeareg te accepteren. De militairen onder leiding van kapitein Amadou Sanogo lieten donderdag weten de macht te willen overdragen aan een nieuwe, democratisch gekozen regering „als Mali is herenigd en de territoriale integriteit niet meer wordt bedreigd.”
Het conflict komt op het moment dat de hele Sahelregio al te kampen heeft met dreigende voedseltekorten als gevolg van de slechte oogsten in het afgelopen oogstseizoen. Volgens VN-cijfers zijn sinds januari al 200.000 Malinezen door de onlusten in het noorden op de vlucht geslagen, wat de druk op de voedselvoorziening in buurlanden verhoogde.
Een oplossing voor het conflict in Mali lijkt intussen niet gemakkelijk. Zounmenou is ervan overtuigd dat „de vorming van een onafhankelijk Azawad (…) absoluut een bron van verdere instabiliteit zal zijn.” Hij wijst erop dat er al veel pogingen zijn gedaan om tot een betere integratie van de Toearegs in de Malinese samenleving te komen. Waar het volgens hem nu op aan komt is implementatie van al die pogingen. Ofwel: democratisch om tafel.