Een paar dagen geleden kondigden de Likud-parlementariërs Chazan en Inbal Gavrieli aan dat zij op Tisja be Av -de dag waarop de Joden de verwoesting van zowel de eerste als de tweede tempel herdenken- de Tempelberg op wilden gaan. Maar hun partijgenoot minister Tzachi Hanegbi (Binnenlandse Veiligheid) stak daar een stokje voor, omdat hun bezoek zou kunnen leiden tot bloedige confrontaties met moslims. Hanegbi zei ook dat de plek volgende week waarschijnlijk weer wordt opengesteld.

Het bezoek aan de Tempelberg van Likud-leider Ariel Sharon op 28 september 2000 was voor de Palestijnen de aanleiding de Al Aqsa-intifada te beginnen, als gevolg waarvan aan Israëlische en Palestijnse zijde duizenden doden zijn gevallen.

Parlementslid Gavrieli zei donderdagmorgen op Radio Kol Yisrael dat een hoge veiligheidsfunctionaris haar gedetailleerde informatie had gegeven over de gevolgen van haar bezoek voor de veiligheid. Naar aanleiding daarvan besloot zij van het bezoek aan de Tempelberg af te zien.

Chazan, die hoofd is van de Knesset-lobby voor Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, eiste toegang op grond van zijn Knesset-lidmaatschap en zijn immuniteit als volksvertegenwoordiger. De politie echter legde hem nogmaals uit dat hij zichzelf en de biddende Joden bij de Westelijke Tempelmuur in gevaar zou brengen als hij de berg op zou gaan. Toen hij zich niet liet overtuigen, nam de politie hem apart voor een persoonlijk gesprek, waarbij details werden gegeven. Daarna ondernam hij een tweede poging de berg op te gaan. „Ik accepteer helemaal niet dat ik de veiligheid in gevaar breng”, zei Chazan.

De religieuze moslimautoriteiten, de Waqf, riepen Palestijnen en moslims donderdag op de berg te beschermen tegen pogingen van Joodse extremisten de Tempelberg te betreden.

Woensdagmorgen vertelden Gavrieli en Chazan in een ontbijttelevisieprogramma dat zij zich diep met de Tempelberg verbonden voelen. Toen de presentator hen echter vroeg wie de eerste en de tweede tempel hadden gebouwd en door wie de gebouwen verwoest, konden ze daar geen antwoord op geven. De twee Likud-leden wisten ook niet dat volgens de Joodse traditie op deze plek Izak bijna door Abraham was geofferd.

Knesset-lid Matan Vilnaï van de Arbeiderspartij beschuldigde de Likud-parlementariërs, die pas zitting hebben genomen in de Knesset, ervan slechts media-aandacht na te streven. Politieke waarnemers zeggen dat publiciteit een politieke carrière kan bevorderen.

De politie weigerde ook de ultranationalistische groep ”Getrouwen van de Tempelberg en het land Israël” de toegang. „De tijd van de verlossing is aangebroken”, zo hield de leider van de beweging, Gershon Salomon, de pers en enkele tientallen aanhangers voor. „Dit zijn de laatste dagen dat de Arabieren op de Tempelberg zijn.” Nadat de poort tot de Tempelberg dicht bleef, spraken de leden van de groep gebeden uit voor de toegangspoort van de tempel. De oproerpolitie hoefde niet in actie te komen.

Na het uitbreken van de Al Aqsa-intifada in september 2000 weigerde de Waqf niet-moslims de toegang tot de Tempelberg. Moslims geloven dat Mohammed een nachtelijke reis naar de hemel maakte vanaf de rots op de Tempelberg.

In juni begon de politie, tegen de zin van de Waqf, weer kleine groepjes christenen en Joden toe te laten op de berg. Enkele weken geleden echter sloot de politie de toegang voor niet-moslims weer af, zonder gedetailleerde uitleg te geven. Burgemeester Uri Lupolianski van Jeruzalem keurde het bezoek van christenen en Joden aan de Tempelberg af. Volgens hem was het niet nodig en was het daarvoor ook niet het juiste moment.