Het gaat om een gezamenlijk team van de Syrische regering, de VN en de Organisatie van de Islamitische Samenwerking. De leden gaan „uit eerste hand informatie verzamelen over de humanitaire situatie” in de dorpen en steden.

Volgens de humanitaire VN-chef Valerie Amos bezoekt het team onder meer de plaatsen Homs, Hama, Deraa en Deir al-Zor die zwaar zijn getroffen door geweld. Ze herhaalde dat Syrië humanitaire hulp moet toestaan aan de getroffen burgers.

Amos bezocht Homs vorige week zelf. Ze was onder meer in de wijk Baba Amro, die wekenlang werd beschoten. Volgens haar voelde Homs aan als „een stad waar het normale leven is opgehouden.”

De massale opstand tegen het regime van president Bashar al-Assad begon precies een jaar geleden. In die tijd vielen er duizenden burgerdoden. Ook vechten rebellen en het leger met elkaar.