In veel steden is de soennitische meerderheid in Syrië in opstand gekomen. De bevolkingsgroep is politiek achtergesteld, is in meerderheid arm en wordt onderdrukt. Ondanks massale protesten en acties van rebellen, die zelf het geweld ook niet schuwen, zitten Assad en zijn medestanders nog stevig in het zadel.

Volgens de VN bombardeert het Syrische leger inmiddels woonwijken om de opstandige burgerbevolking te straffen. Dat gebeurde eerst bij de wijk Baba Amro in de stad Homs. Daarna was de stad Idlib aan de beurt. In een jaar tijd kwamen volgens schattingen van de Verenigde Naties meer dan 8000 mensen om.

De internationale gemeenschap ziet de gewelddadigheden met lede ogen aan. Pogingen van westerse landen om via de VN-Veiligheidsraad het regime te veroordelen en onder druk te zetten, zijn tot op heden geblokkeerd door Rusland en China. De westerse wereld besloot daarop wel tot een boycot van Syrië.