IJsland hervat walvisvangst
IJsland gaat weer op walvissen jagen, volgens het ministerie van Visserij in Reykjavik voor wetenschappelijke doeleinden. Het Noord–Europese land stopte in 1989 onder zware internationale druk met het vangen van walvissen.
De IJslandse autoriteiten zijn van plan in augustus en september maximaal 38 dwergvinvissen te vangen om te onderzoeken welke invloed de zeezoogdieren hebben op de visstand. Reykjavik is van mening dat de voorgenomen jacht geen merkbaar effect zal hebben op de populatie dwergvinvissen, waarvan er rondom het eiland zo’n 43.000 zouden rondzwemmen.
Mariene biologen zeggen dat er nu zo veel walvissen zijn dat ze een bedreiging vormen voor de visserij. De visvangst is een belangrijke steunpilaar van de IJslandse economie. Het Wereldnatuurfonds (WWF) is bezorgd over de plannen, vooral omdat IJsland eerder bekendmaakte ook te willen gaan jagen op gewone vinvissen en noordse vinvissen. Deze walvissen staan op de lijst van beschermde diersoorten.
IJsland weigerde in 1986 een moratorium op de walvisvangst te tekenen en stapte uit woede over dit verbod in 1992 uit de Internationale Commissie voor de Walvisvaart (IWC). Vorig jaar werd het land weer lid van deze organisatie. Driekwart van de IJslandse bevolking is voorstander van de walvisvangst.
Naast IJsland pleiten ook Noorwegen en Japan al enkele jaren voor opheffing van het internationale verbod op commerciële walvisvaart. Wel vinden zij dat bedreigde soorten niet mogen worden bejaagd.