Vredesmacht brengt rust in Monrovia
Strijders van de Liberiaanse leider Charles Taylor en rebellen hebben elkaar dinsdag op enkele bruggen in de hoofdstad Monrovia de hand geschud. De met hulzen bezaaide bruggen waren dagenlang het toneel van hevige gevechten.
Internationale hulporganisaties sturen inmiddels grootschalige hulp naar de stad van ruim 1,3 miljoen inwoners, die in twee maanden van gevechten ernstig beschadigd raakte en waar de afgelopen weken op grote schaal geplunderd werd. Er is gebrek aan alles, maar met name aan medicamenten, voedsel en schoon drinkwater.
Witte VN-helikopters leverden op het hoofdvliegveld beurtelings groepjes van twintig Nigeriaanse militairen af, die deel zullen uitmaken van een West-Afrikaanse vredesmacht die uiteindelijk 3250 man zal tellen. Vooruitlopend op de stationering van de vredesmilitairen in de stad namen de rebellen en het regeringsleger een bestand in acht.
De strategische bruggen vormden twee weken lang de inzet van hevige gevechten. Dinsdag vervulden ze weer hun oorspronkelijke functie: die van verbindingsweg.
Amerikaanse en West-Afrikaanse functionarissen riepen de rebellenleiders ertoe op de haven vrij te geven die in hun bezit is, om de weg te effenen voor het transport van hulpgoederen. De militaire leider van de rebellen, Abdullah Seyeah Sheriff, zei dat de haven alleen wordt vrijgegeven als Taylor opstapt en Liberia verlaat.
Het bestand is uiterst kwetsbaar en het is onmogelijk te zeggen of het stand zal houden. Het stelde wel journalisten voor de eerste maal in staat de wijken te bezoeken waar de rebellen de dienst uitmaken en met eigen ogen de ravage te aanschouwen.
Er is aan beide zijden hevig geplunderd in particuliere woningen, waarbij niet zelden geweld is gebruikt en vrouwen zijn verkracht.