Volgens de minister van Binnenlandse Zaken is de veiligheids­situatie in Egypte inmiddels met 60 procent verbeterd. Dit komt naar zijn zeggen vooral door de toegenomen aanwezigheid van de politie. En hij voegde daaraan toe dat de aanwezigheid van de politie op korte termijn zal worden uitgebreid.

Maandagmorgen nog loste een buurtbewoner in de altijd zo vredige wijk Maadi twee schoten met een revolver om een groepje jeugdige autodieven te verjagen. Op het (openlijk) wapenbezit stond ten tijde van het regime van Mubarak een celstraf van minimaal 25 jaar. De mannen in het lokale koffiehuis wisten maandag te vertellen dat het vrij eenvoudig is om aan wapens te komen. „Ik kan gemakkelijker aan een pistool komen dan aan gasflessen voor het kooktoestel in mijn keuken”, merkte een van de bezoekers van het koffiehuis op.

Deze wapens worden in grote aantallen vanuit Libië naar Egypte gesmokkeld. Volgens Egyptische veiligheidsfunctionarissen worden er duizenden wapens per dag via de Libische grens het land binnengesluisd.

Het uitbreken van de Egyptische opstand in januari 2011 en het falende veiligheidsbeleid hebben geleid tot stijgende criminaliteit in het gehele land. Zo ontvoerden op 10 februari gewapende bedoeïenen drie Zuid-Koreaanse vrouwen en hun Egyptische gids tijdens hun tocht door de zuidelijke Sinaï. Ze eisten de vrijlating van familieleden die door de politie worden vastgehouden. Een week eerder waren twee Amerikaanse toeristen en hun Egyptische gids korte tijd ontvoerd door gewapende bedoeïenen.

De toenemende reeks overvallen op banken en particulieren heeft ook geleid tot grote zorgen om de veiligheid in het land. Zo werd eind februari presidentskandidaat Abdel Fotuh, toen hij terugkwam van een campagnebijeenkomst, onderweg overvallen en ernstig mishandeld door gemaskerde schutters, die er met zijn auto vandoor gingen.

Intussen heeft al dit straatgeweld ook geleid tot een hilarische situatie in het Egyptische parlement. Zondag kondigde de islamitische partij Nur onverwachts aan dat de partij had besloten haar parlementslid Anwar al-Balkimy met onmiddellijke ingang uit het parlement te verwijderen.

Wat was er aan de hand? Balkimy vertelde vanuit zijn ziekenhuisbed aan verslaggevers dat hij op 29 februari op de snelweg tussen Caïro en Alexandrië was overvallen door een groep gemaskerde schutters. Met zijn gezicht in verband gewikkeld beschreef Balkimy voor de verzamelde pers hoe de aanvallers hem hard hadden geslagen en hem bewusteloos op de weg hadden achtergelaten. De overvallers gingen ervandoor met 100.000 pond.

Vorige week echter hebben artsen van een kliniek in Caïro bekendgemaakt dat de ‘verwondingen’ van het salafistische parlementslid helemaal niet het gevolg waren van een gewelddadige overval, maar het resultaat zijn van plastische chirurgie.

De manager van de kliniek had het parlementslid gevraagd niet aan iedereen te vertellen dat hij plastische chirurgie had ondergaan. Plastische chirurgie wordt in de islam immers beschouwd als haram (verboden volgens de religie). En ultraconservatieve salafi’s dienen zich te houden aan de strikte interpretatie van dit islamitische decreet.

Artsen van het Sheikh Zayed Ziekenhuis beweren dat de verwondingen van Balkimy wél het gevolg zijn van een overval. Zij spreken het verhaal over de plastische chirurgie tegen. Inmiddels heeft het ziekenhuis beloofd om de röntgenfoto’s van de verwondingen van het parlementslid voor nader onderzoek naar het ministerie van Justitie te sturen. Balkimy heeft een aanklacht ingediend tegen de kliniek die het nieuws over plastische chirurgie naar buiten bracht.

Het is nog niet helemaal duidelijk welke definitieve gevolgen dit zal hebben voor het gekwelde parlementslid. Maar het lijkt er toch sterk op dat een verdere politieke carrière aan zijn neus voorbij zal gaan.