Ontpoldering Noordwaard heeft grote gevolgen
De Hedwigepolder in Zeeland krijgt veel aandacht, maar in Werkendam is begonnen met een relatief onbekende ontpoldering, die van de Noordwaard. „Het project heeft een enorme impact op het gebied”, constateert wethouder D. Prosman.
Het wordt voorjaar in de Noordwaard. De stilte wordt doorbroken door fluitende vogels. De akkers zijn geploegd. Paaltjes met rode koppen tussen de vette voren maken duidelijk dat er verandering op komst is. Stapels hout van gesnoeide bosjes bevestigen dat beeld. Op de Bandijk genieten fietsers van de lentezon. Een verkeersregelaar hoeft slechts sporadisch in actie te komen om trucks en doorgaand verkeer te scheiden.
„We leggen een bouwweg aan van de rivier de Merwede naar de dijk”, legt een uitvoerder uit. „Via een loswal wordt straks per schip zand aangevoerd. Op de dijk komt een soort bypass: een weg voor het bouwverkeer en een route voor het doorgaande verkeer. Het wordt één grote bouwput, maar over een paar jaar is het prachtig hier. Met terpen, kreken en bosschages.”
Waar het bouwverkeer de dijk oprijdt, dreigt een huisje in het gedrang te komen. ”Onbewoond”, vertelt een bordje; mét het verzoek de post elders op de dijk te bezorgen. „Dat huis wordt gesloopt”, bevestigt de uitvoerder. Een pand een paar honderd meter verderop blijkt in handen van een firma voor „actief leegstandsbeheer.” Een bordje ”aardappels te koop” getuigt van blijvende ondernemingszin. Of het is een herinnering aan andere tijden.
„De dijk langs de Nieuwe Merwede wordt over een lengte van 2 kilometer verlaagd, zodat de rivier er bij hoogwater overheen kan lopen. Eigenlijk komt de Noordwaard straks buitendijks te liggen”, vertelt ambtenaar R. Dielissen van de gemeente Werkendam. De gevolgen voor het gebied zijn enorm. Wegen worden verlegd, huizen gesloopt, bomen gekapt. In totaal worden in de Noordwaard 42 gemalen en 36 bruggen aangelegd en pakweg 4 miljoen kubieke meter grond verzet.
Na het hoogwater in 1995 dat bijna een ramp veroorzaakte en waardoor 250.000 mensen en 1 miljoen dieren moesten worden geëvacueerd, ontstond het besef dat dijkverhoging alleen onvoldoende is om het toenemende overstromingsgevaar te keren. Het project ”Ruimte voor de rivier” moet ervoor zorgen dat op meer dan dertig plaatsen de rivieren letterlijk meer ruimte krijgen. Zo moet de veiligheid van 4 miljoen Nederlanders langs Rijn, IJssel, Waal, Nederrijn en Lek worden gewaarborgd. De Noordwaard is met 4450 hectare –inclusief buitendijks gebied– een van de grootste projecten. In de directe omgeving wordt ook gewerkt aan uiterwaardvergravingen bij bedrijventerrein Avelingen in Gorinchem en het Munnikenland bij Slot Loevestein.
De gevolgen voor de bewoners van de Noordwaard zijn groot, weten wethouder Prosman en ambtenaar Dielissen. Bedrijven van agrariërs en gewone burgerwoningen lopen gevaar als het water het gebied binnenstroomt en moeten worden verplaatst. Sommigen verhuizen naar elders; voor anderen wordt nieuwbouw op terpen geregeld. Van de circa 75 bewoners, onder wie 25 agrariërs, besloot ruim de helft in de Noorwaard te blijven wonen. De plannen leidden tot processen en claims. Dielissen: „Deels tegen het plan, deels over de hoogte van de schadeloosstelling. Afgelopen najaar bepaalde de Raad van State dat de plannen voor 98 procent overeind blijven.”
Wethouder Prosman voelt zich een pleitbezorger voor de belangen van de inwoners. „We mogen straks met trots zeggen dat Werkendam een flink aandeel heeft geleverd om de veiligheid van veel mensen te vergroten. Aan de andere kant weten we dat circa 75 gezinnen te maken hebben gehad met een dreiging die jarenlang boven hun hoofd heeft gehangen. Onzekerheid doet wat met mensen. We voeren geen onderhandelingen voor onze inwoners, maar als hun belangen onredelijk geschaad worden, zitten we er bovenop”, benadrukt Prosman, die overigens vaststelt dat de overheid de mensen het vel niet over de oren haalt. Daarnaast ziet de wethouder het als zijn taak de bewoners goed te informeren nu kranen en trucks het beeld van de Noordwaard gaan bepalen. „We blijven in gesprek. Met inwoners, aannemer en Rijkswaterstaat.”
Sjaak Baelder, agrariër en eigenaar van minicamping De Witboom, kan op zijn huidige stekkie blijven wonen. „Toen ik hier een jaar of acht geleden ging bouwen, voelde ik aan wat er ging gebeuren. Daarom heb ik mijn woning op een terp gebouwd. Maar mijn schuren worden afgebroken en herbouwd. Wanneer weet ik niet precies. Ik ben nog in onderhandeling, maar ik denk ergens in 2013. Buren zijn in juni al de klos.”
De onzekerheid is het ergst, vindt Baelder. „Ik ben nu bezig met mest rijden, maar weet niet hoe het verder gaat. Als we er straks met de onderhandelingen uitkomen, zal ik zelf niet meer oogsten. Bovendien: voor je alles weer op orde hebt, ben je zo een paar jaar verder. Dan ben ik 60. Ik ben te oud voor dit soort zaken.”
Er volgt een hartenkreet: „Als je voor het landsbelang weg moet, zou de overheid best wat socialer met je mogen omgaan. De macht van het Rijk is enorm. Als het moet, kunnen ze je zo onteigenen. Maar het scheelt wel hoe ze iets zeggen.”
De Noordwaard wordt een bouwput, maar krijgt een nieuw gezicht. Prosman: „Er gaat prachtig bouwland verloren; er komt een uniek landschap voor terug. Het wordt een gebied met veel kwaliteit en toeristische allure.” Dielissen: „Werkendam wil een recreatieve poort ontwikkelen, met een jachthaven en verblijfseenheden. Economisch leveren we agrarische bedrijvigheid in; misschien krijgen we er wat anders voor terug.”
Uitbreiding Biesboschmuseum
Waar de plannen in de Noordwaard in sneltreinvaart worden gerealiseerd, is het voor de nieuwe Dordtse Biesbosch afwachten geblazen. Volgens voorlichter Ronald van Dijk van gemeente Dordrecht wordt binnen een paar weken duidelijk of de bestaande plannen kunnen worden uitgevoerd. Als het aan het Dordtse college ligt, wordt er doorgepakt. Ook al omdat Burgemeester en Wethouders vinden dat de aanleg van recreatievoorzieningen en natuur belangrijk is voor Dordrecht en zijn inwoners.
Eerder werden de Louise- en de Cannemanspolder opgeleverd. Speelbos De Elzen is klaar en het werk aan de Tongplaat is in volle gang. Maar het grootste deel van het project –het langgerekte stuk tussen de Dordtse en de Sliedrechtse Biesbosch– moet nog worden uitgevoerd. Grootste struikelblok: het geld.
Volgens Van Dijk heeft het project stilgelegen in afwachting van een nieuw natuurakkoord tussen provincie en staatssecretaris. Dat akkoord is er inmiddels en de provincie is bezig dat financieel te vertalen naar de diverse projecten. „Binnen een paar weken wordt duidelijk wat dat voor de Nieuwe Dordtse Biesbosch betekent. We zijn optimistisch. Eind oktober hebben we een nieuw aanbod bij de provincie neergelegd. Daarin zijn we terug gegaan in ambitie. Eigenlijk is dat voor ons tegelijk de minimumvariant.” Het gebied tussen Dordrecht en Sliedrecht bestaat uit landbouwgrond; als de plannen doorgaan, verandert dat in een ecologische zone. „Een gevarieerd gebied dat past bij de Biesbosch. Geen hoge bomen, maar een terrein waar de getijden hun werk doen; met grienden en kreken. Maar ook een gebied dat grotendeels bestemd is voor recreatie.” Volgens Van Dijk moet het grootste deel van de gronden nog worden aangekocht. „Voor de hele Dordtse Biesbosch worden tientallen miljoenen uitgetrokken.”
Wachten op subsidie
De ontpoldering van de Noordwaard heeft ook gevolgen voor het Biesboschmuseum in de Brabantse Biesbosch. Het Werkendamse museum komt straks op een eiland te liggen en is alleen nog bereikbaar via een 90 meter lange brug. Volgens directeur Peter van Beek werd al over uitbreiding gedacht en zijn die plannen door de komende ontpoldering alleen maar in een stroomversnelling geraakt.
Het idee om het museum van elf naar vijftien paviljoens te vergroten, is al in het bestemmingsplan opgenomen. „Op dit moment trekken we zo’n 38.000 bezoekers per jaar. Maar we zitten in een natuurontwikkelingsgebied. Er komen steeds vaker mensen langs die informatie willen over de omgeving, boottochten of wandel- en fietspaden. Vandaar dat we naast ons museum een bezoekerscentrum willen inrichten. De voorzieningen van dat centrum –parkeren, toiletten, receptie en informatiebalie– zijn voor passanten gratis.”
Van Beek wil in de geplande uitbreiding bovendien expositieruimtes en horeca realiseren. Daarnaast wil hij onderdak bieden aan Staatsbosbeheer en Nationaal Park De Biesbosch, die door de ontpoldering van de Noordwaard hun kantoren verliezen. Van Beek voelt er niets voor om de huidige locatie midden in de Biesbosch te verlaten. „We zijn hier prima bereikbaar; ook met de boot. Naast ons museum ligt een complex waar bezoekers de traditionele griendcultuur kunnen bekijken; een prachtige wisselwerking tussen landschap en museum. Vandaar dat we er weinig voor voelen om naar Werkendam te verhuizen. Het is voor ons veel aantrekkelijker om te blijven zitten. Maar dan moeten we wel uitbreiden; we groeien nu al uit ons jasje.”
Van Beek wil zijn plannen op korte termijn realiseren. „Het gebied gaat nu op de schop. Er is toch al sprake van overlast, dus kunnen we beter nu de boel aanpakken.” Het bestemmingsplan vormt geen probleem; de financiën des te meer.
De kosten van de uitbreiding bedragen ruim 2 miljoen euro; daarvan is pas 800.000 euro gedekt. Voor het restant van het geld rekent Van Beek op bijdragen van Staatsbosbeheer en Nationaal Park De Biesbosch die de kosten van hun eigen locaties niet meer hoeven op te brengen.
Ook gaat het museum dienstdoen als VVV-post en voert men overleg met de gemeente Werkendam. „Daarnaast hebben we bij de provincie Noord-Brabant een verzoek om subsidie ingediend. Daar zijn we best hoopvol over, maar het zijn geen gemakkelijke tijden. Anderzijds: er zijn meerdere partijen bij betrokken. Bovendien is het bijzonder dat we onze bezoekers straks op een eiland kunnen ontvangen. Dat is een toegevoegde waarde.”