De hulporganisaties „zijn vandaag Baba Amro niet binnengegaan. Onze onderhandelingen met de autoriteiten worden voortgezet om toegang te krijgen tot de wijk en zoveel mogelijk mensen te kunnen helpen”, aldus de zegsman.

Het Rode Kruis en de Rode Halve Maan kregen donderdag al toestemming van de Syrische autoriteiten om Baba Amro binnen te gaan. Maar dat lukte tot nog toe niet. „De reden die daarvoor vrijdag werd gegeven was de veiligheid”, stelde de woordvoerder. Het zou nog gevaarlijk zijn om de wijk te betreden, omdat er mijnen en boobytraps zouden zijn geplaatst.

De hulpverleners zullen daarom ook een tweede nacht in Homs verblijven in afwachting van een mogelijkheid om Baba Amro binnen te gaan. Ze hebben zeven vrachtwagens vol voedsel en medicijnen bij zich. Daarnaast hopen ze een aantal gewonden te kunnen evacueren. Eind vorige week ging het Rode Kruis de wijk ook al binnen. Toen werden een handvol gewonden en 20 vrouwen en kinderen in veiligheid gebracht.

VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon riep Syrië op ervoor te zorgen dat de hulporganisaties zo snel mogelijk hun werk kunnen doen. „De Syrische autoriteiten moeten de deuren openen zonder enige voorwaarde vooraf als het gaat om humanitaire gemeenschappen”, zei hij. „Het is totaal onacceptabel, ondraaglijk. Hoe kun je als mens deze situatie verdragen”, vroeg hij zich af. De Syrische afgevaardigde bij de VN noemde de uitspraken van Ban laster.

Baba Amro viel donderdag in handen van het regeringsleger, nadat het bijna een maand was belegerd. De wijk was het hart van de Syrische opstand. Na de inname zou het leger wraak hebben genomen door tegenstanders van het regime van Assad te executeren. Ook zou een onbekend aantal jongens vanaf 11 jaar en een groot aantal mannen zijn opgepakt.