De twee waren begraven in de opstandige wijk Baba Amro, aldus de autoriteiten. Functionarissen noemden de vondst een „grote humanitaire daad.” Donderdag dook een video op waarop te zien zou zijn hoe de twee journalisten eerder deze week werden begraven op een begraafplaats in Baba Amro.

Pogingen van het Rode Kruis om de lichamen te bergen mislukten eerder omdat de de wijk voortdurend onder vuur lag van het Syrische leger. In Homs zijn daardoor vermoedelijk honderden inwoners omgekomen. De wijk is inmiddels ingenomen door militairen van het regime.

De lichamen van de Colvin en Ochlik zijn overgebracht naar een ziekenhuis in de hoofdstad Damascus. Na DNA-tests worden de stoffelijke overschotten overgedragen aan de ambassade van Polen, die de Verenigde Staten en Frankrijk vertegenwoordigt in Syrië.

Veilig

De Franse journalisten Edith Bouvier en William Daniels zijn ontkomen uit de Syrische stad Homs en hebben veilig en wel Libanon bereikt. Dat hebben de Franse president Nicolas Sarkozy en Bouviers familie donderdag bekendgemaakt.

Bouvier en Daniels zaten vorige week in een mediacentrum in de verzetshaard Homs, toen het gebouw werd beschoten. Daarbij kwamen Colvin en Ochlik om het leven. Bouvier brak een dijbeen, Daniels kwam met de schrik vrij.

Over het lot van Bouvier was dinsdag verwarring ontstaan. De Franse president Nicolas Sarkozy zei aanvankelijk dat ze Libanon had bereikt, maar moest daar later op terugkomen. Hij noemde de situatie toen „zeer gecompliceerd.”

Eerder donderdag was de Spaanse journalist Javier Espinosa ontkomen uit Homs. De Britse fotograaf Paul Conroy wist dinsdag al veilige haven te bereiken. Voor zover bekend zijn er geen buitenlandse journalisten meer aan het werk in Homs.