Pastoor in Baskenland stapt op onder druk van nationalisten
Onder druk van het terrorisme en het Baskische nationalisme heeft een pastoor zijn parochie Maruri, in de provincie Biskaje, na 36 jaar moeten verlaten. Jaime Larrinaga is niet de enige, maar wel de eerste parochiepriester in Spaans Baskenland die permanent door een lijfwacht werd beschermd na met de dood te zijn bedreigd.
De pastoor werd bedreigd vanwege zijn houding tegenover het terrorisme, de Baskische Nationalistische Partij (PNV, aan de macht in Baskenland) en tegenover de rooms-katholieke kerk in deze regio. Larrinaga heeft laten weten een jaar vrijaf te zullen nemen om te studeren.
Omringd door leden van de parochie droeg Larrinaga afgelopen zondag zijn laatste mis op in Maruri, een door de PNV bestuurd dorp nabij Bilbao. Aanwezig waren de regionale president van de in Spanje regerende Volkspartij (PP), leden van organisaties die zich tegen het terrorisme verzetten, hun respectievelijke lijfwachten en vele journalisten.
Larrinaga zei tijdens zijn mis dat tegenover het terrorisme maar één houding mogelijk is: „Of je staat aan hun kant, óf pal daar tegenover. Langgeleden besloot ik tegen het terrorisme in te gaan en dat is een van de voornaamste redenen dat ik word achtervolgd. Een groep parochianen wil anderen een bepaald model opleggen, gebaseerd op een gevoel (het nationalisme, RL) en kromme interpretaties die niet rusten op objectieve feiten.” Volgens de verdreven pastoor wil deze groep „degenen die een andere mening hebben, provoceren en diskwalificeren.”
De pastoor had ook kritiek op de nationalisten van de PNV, die volgens hem alleen in naam democratisch zijn. „Ik verzoek de democratische nationalisten zich duidelijker tegen het terrorisme te verzetten. Ik heb een duidelijke positie ingenomen. Ik verzoek hen, en de kerk, hetzelfde te doen.”
Larrinaga vindt dat de rooms-katholieke autoriteiten in het Baskenland te veel afstand hebben bewaard ten opzichte van de slachtoffers van het terrorisme aldaar. „We moeten vermijden dat in naam van de kerk bepaalde modellen voor onze samenleving worden opgelegd. De kerk is niet trouw geweest aan haar essentie: het geven van warmte aan de mensen.”
De nationalistische burgemeester van Maruri, Joseba Alzaga, lid van de PNV, beschuldigde de pastoor ervan sympathie te koesteren voor de politiek van Franco, het franquisme. Dat gebeurde nadat Larrinaga in het verleden openlijk de ambivalente houding van de PNV tegenover de ETA aan de kaak had gesteld. Daarnaast heeft hij gezegd het te betreuren dat niet-nationalisten in de openbaarheid niet naar voren durfden te komen als Spanjaarden, in plaats van Basken, uit angst voor represailles.
De woordvoerder van de PNV op nationaal niveau, Inaki Anasagasti, beschuldigt de parochiepriester ervan de parochianen „tegen elkaar op te zetten” en zegt dat hij geen vredelievend persoon is.
Een geheel andere versie komt van de mensenrechtenorganisatie El Salvador, waarvan Larrinaga medeoprichter is. „De banden tussen de mensen in het dorp zijn vergiftigd onder druk van het nationalisme. Dat heeft ertoe geleid dat Larrinaga zijn werk niet meer normaal kon doen. Omdat hij de ideologische richtlijnen van het nationalisme niet heeft opgevolgd, is hij een schietschijf geworden. Dat is totalitarisme.” El Salvador heeft er onder andere op gewezen dat een groep priesters Larrinaga verzocht heeft niet meer de mis op te dragen en ook geen eerste communies voor de kinderen meer te verzorgen.
Bronnen van het bisdom in Bilbao hebben verzekerd dat de overplaatsing van de pastoor, wiens nieuwe standplaats in september bekend zal worden gemaakt, in een context van „normaliteit” plaatsvindt. Bisschop Blazquez van Bilbao heeft Larrinaga in het verleden voorgesteld te verhuizen naar een residentie voor priesters in deze stad. De parochiepriester van Maruri verkoos echter in het dorp te blijven, met gevaar voor zijn leven.
De nationale ombudsman, Enrique Mugica, broer van een door de ETA vermoorde advocaat, verklaarde na het vertrek van Larrinaga dat de mensenrechten in Baskenland elke dag met voeten worden getreden. Ook wees hij erop dat de verdreven pastoor geen andere uitweg meer had. „Het gaat te ver om van iemand heldendom te verwachten tot op het punt dat hij het slachtoffer van terrorisme wordt.”