Geschiedenis

Rotterdam kreeg door titel Culturele Hoofdstad meer zelfvertrouwen

De titel Culturele Hoofdstad biedt enorme voordelen voor de uitverkoren stad. Dat stelt Bert van Meggelen, intendant toen Rotterdam in 2001 de titel had. „Het zelfbeeld van de Rotterdammers is erdoor verbeterd en het imago van de stad is met sprongen vooruitgegaan.”

25 February 2012 07:52Gewijzigd op 14 November 2020 19:34
Intendant Bert van Meggelen: „De titel Culturele Hoofdstad heeft Rotterdam in 2001 zes keer zo veel opgeleverd dan de 51 miljoen gulden die het organiseren ervan heeft gekost.” Foto RD, Anton Dommerholt
Intendant Bert van Meggelen: „De titel Culturele Hoofdstad heeft Rotterdam in 2001 zes keer zo veel opgeleverd dan de 51 miljoen gulden die het organiseren ervan heeft gekost.” Foto RD, Anton Dommerholt

Nog zes jaar te gaan en dan is Nederland samen met Malta aan de beurt om een Culturele Hoofdstad van Europa te leveren. Zes jaar geleden wierpen Utrecht, Almere en vijf Brabantse steden zich al in de strijd om deze prestigieuze titel in de wacht te slepen. Later meldden zich Den Haag, Maastricht en de provincie Friesland.

Sinds 2001 worden er jaarlijks twee Europese steden uitgeroepen tot Culturele Hoofdstad. Noord-Brabant en Friesland handelden dus niet volgens de regels toen ze als regio en als provincie mee wilden dingen. Na heel wat intern geharrewar schoof Noord-Brabant daarom eerst Den Bosch en later Eindhoven naar voren als kandidaat voor de titel. Friesland laat zich vertegenwoordig door hoofdstad Leeuwarden.

„Dat geharrewar zet Eindhoven en Leeuwarden direct al op een achterstand”, zegt Bert van Meggelen. Hij was intendant –organisator– toen Rotterdam in 2001 samen met het Portugese Porto Culturele Hoofdstad was. „Een stad maakt kans op de titel als iedereen er achter staat. Je moet het met z’n allen echt willen omdat je denkt dat het belangrijk is voor de stad. Anders hoef je er niet eens aan te beginnen.”

Van Meggelen is sinds zijn leidende rol in ”R2001” adviseur geweest bij vier andere Europese steden die de titel in de wacht wilden slepen: bij Pecs in Hongarije en het Duitse Essen lukte dat in 2010; het Poolse Gdansk en het Spaanse Burgos kregen het niet voor elkaar om in 2016 Culturele Hoofdstad te worden. Momenteel adviseert de Rotterdammer het Italiaanse Bolzano en een van Nederlandse kandidaten. Welke dat is, wil hij niet kwijt.

Volgens Van Meggelen maakt een stad vooral kans als er een culturele vooruitgang te boeken valt. „Rotterdam had na de oorlog nog maar één museum. In de jaren na 1945 waren we eerst vooral bezig met het herbouwen van woningen en het uitbreiden van de haven. Er was op het gebied van kunst en cultuur een inhaalslag te maken.” De adviseur vindt het dan ook jammer dat Almere is afgevallen als kandidaat voor 2018. „Die stad heeft als het ware nog geen cultuur, die moet nog worden opgebouwd. Daar zou de titel Culturele Hoofdstad enorm aan kunnen bijdragen.”

De titel heeft Rotterdam goedgedaan, concludeert Van Meggelen meer dan tien jaar na R2001. „Het was een soort symbolische voltooiing van de wederopbouw van de stad. Rotterdam was geen stad met gaten meer, ook geen culturele. En dat gaf de Rotterdammers een stevig zelfvertrouwen. Zo van: dat hebben wij eigenlijk best goed gedaan met elkaar.”

De titel heeft Rotterdammers bij elkaar gebracht, vindt de voormalige intendant. „Mijn denklijn was: Wie wonen er in deze stad en wat kunnen ze voor elkaar betekenen?” Dat resulteerde in het centrale thema ”Rotterdam = vele steden”, uitgewerkt in elf subthema’s.

Een daarvan was ”de spirituele stad” met onder andere het project ”Preken voor andermans parochie”. „Daarbij gingen geestelijken van alle stromingen binnen de stad voor in een reguliere dienst van een totaal andere religie. Dus de imam kwam in de kerk preken, de pastoor kwam in de gereformeerde kerk enzovoort. Het kostte enorm veel moeite om dat daadwerkelijk voor elkaar te krijgen, maar het was uiteindelijk een klappend succes.”

Volgens Van Meggelen deden zelfs „streng protestantse kerken” mee. „Daar werd gezegd: als we het een leerdienst noemen, mag het. Rotterdammers kregen zo een inkijkje in elkaars religie, ze leerden elkaar beter begrijpen.” Het project is tot 2008 doorgegaan. Als de intendant het nu opnieuw zou moeten organiseren, zou dat nog veel lastiger zijn, beseft hij. „Sinds Pim Fortuyn zijn de tegenstellingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen toegenomen. Respect voor elkaars religie is nu nog veel harder nodig.”

Het was voor Van Meggelen en het organisatieteam spannend of het thema ”Rotterdam = vele steden” zou aanslaan bij de inwoners van de Maasstad. „Het duurde tot april 2001 voordat de Rotterdammers in de gaten kregen dat er iets bijzonders aan de hand was. Er ontstaat op zo’n moment iets of er ontstaat niets. Als het alleen over hoge kunst was gegaan, zou er niets zijn gaan borrelen. Omdat de projecten dicht bij de mensen stonden, sloeg het aan.”

Als geslaagd voorbeeld noemt Van Meggelen het architectuurproject ”Thuis in Rotterdam”. „De opzet was simpel: kies 24 geheel verschillende woningen uit die allemaal gebouwd zijn in de 20e eeuw, breng de bewoners gedurende drie maanden onder in een hotel, richt de huizen in zoals ze opgeleverd werden en stel ze open voor het publiek. Er kwamen 150.000 bezoekers op af, onder wie veel Rotterdammers. Ze zeiden: we zijn ergens geweest, waar we nog nooit geweest zijn. We hebben Rotterdam leren kennen.”

Natuurlijk beseft Van Meggelen ook dat in 2001 niet alle ruim 600.000 inwoners zijn bereikt met de elf subthema’s. „Het is enorm lastig om tante Mien van driehoog in Rotterdam-Zuid uit haar flat te krijgen. Maar door die elf verschillende aanvliegroutes hebben toch veel Rotterdammers er iets van meegekregen.”

Een van de blijvertjes na 2001 is het kindermuseum Villa Zebra op de Kop van Zuid. „Met vervoersbedrijf RET was geregeld dat kinderen hun volwassen familieleden gratis mochten meenemen naar het kindermuseum. Normaal gesproken is dat andersom. Het gevolg was wel dat in Villa Zebra allochtone ouderen kwamen die nog nooit een museum vanbinnen hadden gezien.”

Kritiek van onder meer de PVV dat de titel alleen maar geld kost en niets oplevert, bestrijdt Van Meggelen. „De titel heeft Rotterdam in 2001 zes keer zo veel opgeleverd als de 51 miljoen gulden die het organiseren ervan heeft gekost. De winst is niet precies in cijfers uit te drukken, maar dat Rotterdam er financieel op vooruit is gegaan, dat is zeker. Bovendien is er veel culturele hardware bijgekomen, zoals het kindermuseum.”

Belangrijker vindt Van Meggelen dat er in 2001 bij de Rotterdammers een wij-gevoel ontstond. „Ik hoorde bij de afsluiting van het traject inwoners tegen elkaar zeggen: Dat hebben wij goed gedaan. Zij eigenden zich het succes van R2001 toe en gingen ermee verder. Prima, want wij verdwenen als organisatie en de cultuurontwikkeling was hun ding geworden. Zelfs Amsterdam was onder de indruk.”

Dit is het laatste deel in een serie over gemeenten die een titel hebben behaald.

www.rd.nl/getiteld voor de andere afleveringen.


Cijfers

Wat leverde de titel Culturele Hoofdstad van Europa Rotterdam in 2001 op?

  • ruim 2,2 miljoen bezoekers

  • toename toeristisch bezoek: 17 procent

  • toename aantal overnachtingen: 7 procent

  • toename museumbezoek: 25 procent

  • aantal buitenlandse bezoekers gegroeid met 7 procent

  • bestedingen per dag met 5 procent gegroeid

  • circa 3000 interviews en mediaverzoeken

  • aantal publicaties nationaal: 2200

  • aantal publicaties internationaal: 600

Bron: Rapport ”Evaluatie Rotterdam Culturele Hoofdstad 2001”


Saamhorigheidsgevoel

Sinds 1985 wordt er jaarlijks een Europese stad uitgeroepen tot Culturele Hoofdstad. In het millenniumjaar 2000 waren er negen Culturele Hoofdsteden, sinds 2001 krijgen ieder jaar twee steden de titel.

De raad van ministers van Europa wil door het instellen van de titel het onderlinge contact tussen de Europese volken en het saamhorigheidsgevoel van Europeanen vergroten. Elke stad stelt een jaarprogramma op van culturele evenementen, waarin de geschiedenis van de stad en het culturele erfgoed in het zonnetje worden gezet.

Een belijdend christen zal zich bij veel programmaonderdelen niet thuis voelen: moderne muziek, dans, film, theater en dergelijke. Toch blijven er genoeg onderdelen over die een bezoek aan deze steden interessant maken.

De vijf Nederlandse kandidaten voor de titel in 2018 moeten uiterlijk 31 oktober een zogeheten bidbook inleveren in Brussel. Daar beoordeelt een internationale jury het boek vol plannen en ideeën op een aantal criteria. Onder meer de betrokkenheid van de inwoners, de Europese dimensie en het ambitieniveau van de kandidaat-steden worden onder de loep genomen. Ook wordt er gekeken of de ingezette lijn na 2018 kan worden voortgezet.

De jury nodigt per land twee of drie steden uit om met een nader uitgewerkt programma te komen. Daarna draagt de jury per land één stad voor aan de Europese Commissie. Begin 2014 is duidelijk welke twee steden de titel Culturele Hoofdstad in 2018 mag voeren.

Vanaf 2013 zullen de aangewezen gastlanden zelf een stad kiezen als Culturele Hoofdstad.


Leeuwarden

Frits Rijpma, raadslid ChristenUnie Leeuwarden

Wat vindt u van de Culturele Hoofdstad?

„Mooi om je op deze manier als stad aan Europa te laten zien.”

Moet Leeuwarden Culturele Hoofdstad worden in 2018?

„Er is geen betere kandidaat. Leeuwarden heeft enorm veel te bieden. Het is de mooiste stad van Noord-Nederland met de meeste monumenten op een vierkante kilometer. Sterke punten van Leeuwarden zijn de tweetaligheid en het Wetsus, een waterkenniscampus waarmee de stad grote bekendheid zal verkrijgen.”

Hoeveel mag het kosten?

„Leeuwarden is een financieel gezonde stad, maar kampt wel met veel werkloosheid. Onderzoek heeft uitgewezen dat er meer werkgelegenheid komt als een stad Culturele Hoofdstad is. Kosten die we voor het behalen van de titel maken, zijn daarom meestal investeringen die zich later driedubbel terugbetalen.”

Wat levert het op, denkt u?

„Het opent deuren in heel Europa die tot nu toe voor ons gesloten zijn. Iedereen wil zich verbinden met de Culturele Hoofdstad. Het levert meer bezoekers, meer toeristen, meer werkgelegenheid en handel op.”


Utrecht

Elly Broere, Statenlid PVV Utrecht

Wat vindt u van de Culturele Hoofdstad?

„Best aardig. Er is veel belangstelling voor. Alleen al die poespas eromheen staat mij niet aan.”

Moet Utrecht Culturele Hoofdstad worden in 2018?

„Nee. Utrecht is in 2018 één grote bouwput en dat is niet de uitstraling die een Culturele Hoofdstad zou moeten hebben. Maastricht vind ik de beste kandidaat.”

Hoeveel mag het kosten?

„Niet zo veel. Nu is er een soort competitie is tussen vijf steden en vijf provincies. Daarvoor worden miljoenen over de balk gegooid die de belastingbetaler mag opbrengen. De Europese Unie houdt daar geen rekening mee, die heeft geld genoeg. Het zou veel beter zijn als Nederland één stad naar voren zou schuiven en dat we de competitie zouden afschaffen.”

Wat levert het op, denkt u?

„Het zal best enig positief effect op Utrecht hebben als de stad Culturele Hoofdstad wordt. Het levert ongetwijfeld veel publiciteit op. Maar de weg naar de titel is geplaveid met ontzettend veel onnodige kosten. Daar ben ik faliekant tegen.”


Maastricht

Alex Meij, raadslid VVD Maastricht

Wat vindt u van de Culturele Hoofdstad?

„Een goed initiatief als het goed wordt aangepakt.”

Moet Maastricht Culturele Hoofdstad worden in 2018?

„Ja. Maastricht heeft een internationale ligging in een unieke regio. Dat blijkt ook wel uit het feit dat de kandidatuur van Maastricht wordt gesteund door de steden Aken, Hasselt, Heerlen, Luik, Sittard-Geleen, de provincies Belgisch-Lim­burg en Luik, de Duitstalige gemeenschap van België en de regio Aken.”

Hoeveel mag het kosten?

„Het college wil er 60 tot 80 miljoen euro aan besteden. De VVD gaat daarmee akkoord als de provincie, sponsors uit het bedrijfsleven en de genoemde partners ook elk zo’n bedrag betalen.”

Wat levert het op, denkt u?

„Ik ben gematigd enthousiast, omdat ik vind dat de titel ook economische en sociale effecten voor Maastricht moet krijgen. Het moet geen feestje worden van kunstenaars, maar er moet ook ruimte zijn voor initiatieven uit de wijken. Een economisch effect zou kunnen zijn dat het aantal meerdaagse bezoeken aan de stad wordt vergroot.”


Eindhoven

Mariëtte Frijters-Klijnen, Statenlid PVV Noord-Brabant, lid PVV Eerste Kamer

Wat vindt u van de Culturele Hoofdstad?

„Een onnodig, eenmalig feestje dat vele miljoenen belastinggeld opslokt. Culturele Hoofdstad is in 25 jaar verworden van een beleving van kunst en cultuur tot een poging om de economie, het vestigingsklimaat en het toerisme een impuls te geven. Cultuur en kunst zijn een middel geworden, het is geen doel meer.”

Moet Eindhoven Culturele Hoofdstad worden in 2018?

„Nee. In deze tijd van recessie moet Nederland en dus ook Noord-Brabant afzien van kandidatuur. Alle meedingende steden hebben fikse problemen met hun begroting.”

Hoeveel mag het kosten?

„Niets. Als het aan de PVV ligt wordt de kandidatuur direct gestopt.”

Wat levert het op, denkt u?

„Veel ergernis. Degene die nu durft te garanderen dat er meer baten dan lasten zullen zijn, zal er ook geen bezwaar tegen hebben om zich persoonlijk garant te stellen voor een eventueel verlies. De PVV heeft echter nog geen handtekeningen onder garantstellingen gezien.”


Den Haag

Gert-Jan Bakker, raadslid CDA Den Haag

Wat vindt u van de Culturele Hoofdstad?

„Ik ben er gematigd positief over. Het kan net als de Floriade als een vliegwiel fungeren voor de culturele ontwikkeling.”

Moet Den Haag Culturele Hoofdstad worden in 2018?

„Ja, dat past helemaal bij Den Haag als internationale stad van vrede en recht. En het is goed voor de stad.”

Hoeveel mag het kosten?

„Vijf steden investeren nu elk tonnen om de titel in de wacht te slepen. Bij vier ervan gaat dat geld gewoon verloren. Ik wil dat Den Haag minder gericht is op 2018, maar kiest voor duurzame ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het realiseren van een cultuurforum aan het Spui. Daar ligt onder andere de thuisbasis van het Residentieorkest, de Anton Philipszaal, en die kan wel een opknapbeurt gebruiken.”

Wat levert het op, denkt u?

„Meer samenwerkingen tussen de culturele instellingen en een stroom aan bezoekers. De tienduizenden internationale werknemers in de stad zullen 2018 aangrijpen om hun relaties van over de hele wereld Den Haag te laten zien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer