Anne Frank brengt oorlog voor Duitse jongeren dichterbij
BERLIJN – Met het verstrijken der jaren is kennis over de oorlog en de Jodenvervolging bij de jeugd geen vanzelfsprekendheid meer, ook niet in Duitsland. Een nieuwe mobiele tentoonstelling over Anne Frank brengt voor jongeren deze zwarte periode dichterbij en moet hen tevens bewust maken van de gevaren van discriminatie en antisemitisme.
„Je moet je dat zo voorstellen dat in één nacht alle moskeeën in Duitsland worden afgebrand”, zegt juf Schneider tegen haar zes leerlingen, die de tentoonstelling ”Je Anne. Een meisje schrijft geschiedenis” in het Duitse Bondsdaggebouw bezoeken. Ze staan om een foto van een brandende synagoge, genomen tijdens de Rijkskristalnacht. „Wat?” reageert de 17-jarige Tarik verbaasd. „Was dat niet de enige die in brand werd gestoken?”
De 30-jarige Larissa Weber, die de tentoonstelling in overleg met het Anne Frank Huis in Amsterdam vormgaf, is zich bewust van de kennisachterstand van de doelgroep. „Daarbij gaat het niet om de herkomst van de jongeren. Veel jongeren horen in hun familie geen verhalen meer over de oorlog omdat de ooggetuigen langzaam uitsterven. Bepalender voor wat de tieners weten is het sociale milieu waaruit ze komen. We willen dus nieuwe wegen vinden om dit tijdperk voor een grote groep jongeren toegankelijk te maken.”
Met de nieuwe tentoonstelling van het Duitse Anne Frank Centrum wil Weber daarom vooral aansluiting zoeken bij de gevoelswereld van jonge scholieren, „zodat eerst de interesse wordt gewekt.” Het dagboek van Anne Frank leent zich daar uitstekend voor, aldus Weber. „Anne Frank schreef over dingen waarmee de jeugd zich ook vandaag de dag nog kan vereenzelvigen, zoals de eerste schooldag, ruzie met de ouders, het eerste vriendje.”
Jack (17) heeft grootouders die aan Russische en Amerikaanse zijde vochten, maar zowel Tarik (18) als Safie (17) vertelt dat ze van huis uit niets hebben meegekregen over de oorlog. Met drie andere leerlingen van hun klas, de Berlijnse Carl Legien beroepsschool, is dit de afsluiting van een project over het Jodendom.
„Wat zou Anne antwoorden op de vraag ”Wie ben je?””, stelt Weber de groep voor. Het is even stil. „Ik ben een mens”, vermoedt Jack. „Ze zou haar moedertaal noemen”, denkt Safie. „Haar nationaliteit”, vermoedt een ander meisje. „Misschien dat ze Joods is?” vraagt Tarik zich af.
Met dit soort vragen probeert Weber de jongeren over hun eigen identiteit na te laten denken. Aan het verhaal van Anne Frank wordt de jongeren dan plotseling duidelijk waar discriminatie van een identiteit, bij Anne de Joodse, toe kan leiden. Het laatste van tien panelen is dan ook gewijd aan wat je allemaal zelf kunt doen tegen discriminatie.
Toch blijft het voor de meesten moeilijk voorstelbaar hoe het voor Anne geweest moet zijn. Safie zegt dat ze het meest geraakt is door het idee dat Anne Frank niet in vrijheid kon leven. „Dat is niet goed”, zegt ze nadenkend. „Dan hebben we het nu een stuk beter.”
Weber is blij dat de Bondsdag het belang van de expositie erkent, hoewel de expositieruimte eigenlijk te klein is. Aan belangstelling geen gebrek. Tot 2014 is de expositie al geboekt door heel Duitsland. „En wie weet gaat de expositie de Nederlandse grens nog over”, lacht Weber.