Tot de groep behoren illegale vreemdelingen, criminelen en zogenoemde administratieve gevangenen, die zonder proces maandenlang vastgehouden kunnen worden. Het is onduidelijk of leden van radicale Palestijnse organisaties vrijkomen. Vorige week was beloofd dat 210 leden van Hamas en Islamitische Jihad zouden worden vrijgelaten

De Israëlische regering weigerde na het kabinetsberaad zondagavond het exacte aantal vrijlatingen en een datum te noemen. Minister van Justitie Lapid zei na afloop alleen „dat deze week een paar honderd gevangenen vrijkomen die geen bloed aan hun handen hebben.” Lapid zei dat de vrijlatingen een gebaar van goede wil zijn richting de Palestijnse premier Abbas.

Met de vrijlatingen komt Israël in zeer beperkte mate tegemoet aan de Palestijnse wens dat alle Palestijnen in Israëlische gevangenissen, naar schatting ongeveer 6000 personen, moeten vrijkomen.

Zeventien Palestijnse extremisten die zaterdag in het hoofdkwartier van de Palestijnse leider Yasser Arafat in Ramallah zijn vastgezet, hebben zondag in ruil voor hun invrijheidstelling toegezegd zich te zullen houden aan een wapenstilstand met Israël.

De zeventien, die al lange tijd in het hoofdkwartier verbleven, waren zaterdag door Arafat verzocht te vertrekken om de kans te vergroten dat het Israëlische leger het al anderhalf jaar durende beleg van Ramallah opheft. Zij weigerden en werden daarop opgesloten in een aantal verblijven in Arafats onderkomen.

Na een dag onderhandelen is zondag overeengekomen dat zij in het hoofdkwartier mogen blijven als zij zich houden aan de wapenstilstand die de drie grootste Palestijnse organisaties in acht nemen en als zij met niemand buiten Arafats hoofdkwartier contact hebben. Dat zei de leider van de zeventien, Kamal Ghanam.

De mannen zijn lid van de Al-Aqsa Martelaren Brigades, die verantwoordelijk worden gehouden voor talloze aanslagen op Israëliërs, en zaten in Ramallah sinds Arafat daar anderhalf jaar geleden praktisch gevangen werd gezet door het Israëlische leger. Het is onduidelijk of de zeventien verdacht worden van betrokkenheid bij specifieke aanslagen op Israëlische doelen.

Volgens het internationale vredesplan voor het Midden-Oosten, de routekaart naar vrede, moeten Palestijnse militante bewegingen ontmanteld worden, maar de Palestijnse Autoriteit vreest een burgeroorlog en zegt tijd nodig te hebben om de bewegingen ertoe over te halen hun wapens neer te leggen.

Het Palestijns-Israëlische geweld duurt ondertussen voort. Zondag werd een Palestijn doodgeschoten bij een wegblokkade van het Israëlische leger omdat hij weigerde te stoppen, zei de politie.

Israël moet volgens de routekaart ruim honderd kleine Israëlische nederzettingen, zogenoemde buitenposten, in de Palestijnse gebieden opdoeken. Tot nog toe is slechts een tiental van de buitenposten ontmanteld en hoewel de Israëlische regering het leger zaterdag heeft opgedragen er nog zes te ontruimen, was daar zondag nog geen gehoor aan gegeven.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Silvan Shalom, en zijn Palestijnse ambtgenoot, Nabil Shaath, kwamen zondag bijeen voor overleg over de routekaart. Tijdens het gesprek, dat ongeveer een uur duurde, heeft Shaath een aanbod gedaan voor een permanente wapenstilstand, zei een anonieme Israëlische bron. Shaath wilde in ruil voor de permanente wapenstilstand dat de Palestijnse militante bewegingen mogen blijven bestaan, maar Shalom ging niet akkoord, aldus de bron. Shalom zou hebben gezegd dat Palestijnse „extremisten” daarmee te veel invloed zouden krijgen op het vredesproces.