Breed gewaardeerd, veel geciteerd, weinig beroepen
CAPELLE A/D IJSSEL – Het echtpaar Silfhout komt van oorsprong van de Veluwe. Ze hadden gedacht er nog wel eens naar terug te keren, maar ze blijven vooralsnog in het westen, in Capelle aan den IJssel. Recent kochten ze er een appartement met uitzicht op de Hollandsche IJssel. „Maar als de Heere duidelijk maakt dat we hier weg moeten, dan gaan we.”
Na een studie van vier jaar aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam werd kandidaat Silfhout in 1994 beroepbaar gesteld, samen met A. Vermeij en M. Karens. Karens ging naar Werkendam, Vermeij naar Zwijndrecht en Silfhout naar Hendrik-Ido-Ambacht. Begin 2002 leidde voor ds. Silfhout de weg naar Capelle aan den IJssel-Middelwatering.
Ds. Silfhout wil het zelf niet gezegd hebben, maar hij is een van de meer leidinggevende predikanten in zijn kerkverband. De feiten liggen er. Hij is docent aan de predikantenopleiding te Rotterdam, was viermaal moderamenlid van de generale synode, en is lid van de deputaatschappen voor Israël, kerkrecht, en overheid en kerk. En ook belangrijk: hij wordt door alle gemeenten gevraagd te komen preken, van links tot rechts.
Toch, veel beroepen heeft ds. Silfhout nooit gehad. „Ik vind het lastig om precies te analyseren wat daar de reden van is. Ik weet dat ik binnen mijn kerk gewaardeerd word, ook al zal niet iedereen het altijd met mij eens zijn. Dat is ook helemaal niet erg. Maar, hoe zou dat dan komen, toch weinig beroepen? Misschien moeten we zeggen dat ik geen redenaar ben, ook niet zo’n begaafd spreker. Wat ik altijd heb geprobeerd is de boodschap van Gods Woord duidelijk te brengen, eerlijk en evenwichtig, eenvoudig en bevindelijk. Maar ik vermoed dat ik als dominee op de kansel te gewoontjes ben.”
Ds. Silfhout ziet nog een andere kant. „Ik denk ook dat ik het nodig heb. Veronderstel nu eens dat je, naast alle waardering die er mag zijn, ook nog eens veel beroepen zou krijgen. Ik zou er onuitstaanbaar van kunnen worden.”
En er is nog een derde facet: „Ik weet dat ik in Capelle aan den IJssel moet zijn. Als gemeentepredikant voel ik me gezegend. Ik kan hier het woord kwijt, er mag een goede band zijn, zowel met de kerkenraad als met de gemeente en met de catechisanten. Misschien kwamen er wel niet zo veel beroepen om mij in Capelle te houden.”
En dan nog dit: „Toen ik predikant werd, was ik al wat ouder. Ik was al vijftig. Dat zou ook altijd meegespeeld kunnen hebben.” Na een korte stilte zegt hij: „Maar soms deed het me toch ook wel een beetje zeer. Je blijft maar gewoon mens.”
Is het beroepingswerk altijd geestelijk, of soms ook wel vleselijk? „Afgezien van mijn eigen situatie: mensen praten elkaar vaak wat na. Maandenlang beroept iedereen ds. A, vervolgens maandenlang allemaal ds. B., enzovoorts. Het is wel erg, maar in het beroepingswerk zie je vaak bepaalde trends en menselijke voorkeuren. Iedere gemeente wil toch graag de beste kanselredenaar. Aan de andere kant wil ik toch wel graag hooghouden: ook in het beroepingswerk gaat er niets buiten Gods voorzienigheid om. Dat moeten we wel vasthouden.”
Recent is de pastorie van de gemeente Capelle aan den IJssel-Middelwatering verkocht. Het echtpaar Silfhout is verhuisd naar een eigen appartement, vijftien hoog, met uitzicht op Krimpen, Capelle en de skyline van Rotterdam. Het gebeurt vaker dat gemeentepredikanten bij het ouder worden de pastorie verlaten en een eigen woning kopen. Wat zegt dat over het beroepingswerk? Nemen ze bij voorbeeld geen beroep meer in overweging? „De pastorie werd voor ons te groot. Het werk was daar te veel. Met de volle medewerking van de kerkenraad is dat huis verkocht en zijn wij hierheen verhuisd.”
Over het beroepingswerk zegt dat helemaal niets, zegt ds. Silfhout. „Als er een beroep komt waarbij de Heere duidelijk maakt dat ik het moet aannemen, dan gaan we hier weg. Dit appartement kunnen we altijd verhuren. En dat de pastorie met drie maanden al verkocht was, was voor mij een teken dat ik ook best hier mag wonen.”
De gedachte zou kunnen zijn dat ds. Silfhout (68) bijna met emeritaat denkt te gaan. „Formeel gezien mag ik binnen de Gereformeerde Gemeenten op mijn zeventigste met emeritaat. Maar ik ben nu 68 en dus gewoon beroepbaar. Wij weten de weg niet, verlangen er ook niet naar om hier nog weg te gaan. Maar als de wolkkolom vertrekt, zullen wij volgen. Dat was zo toen we naar Hendrik-Ido-Ambacht gingen, dat was zo toen we naar Capelle aan den IJssel gingen, dat verandert niet. Anders krijg je als predikant je Zender tegen.”
Dit is de zesde aflevering in een serie over beroepingswerk. Vrijdag deel 7.