Premier Blair, die vandaag de langstzittende Labour-premier in de Britse geschiedenis is, zal volgens Hutton „in een bepaald stadium” worden opgeroepen te verschijnen. De eerste minister, sinds mei 1997 aan het roer, heeft eerder al gezegd bereid te zijn mee te werken aan het onderzoek.

Het eerste wat Hutton zei, was dat de aanleiding voor het onderzoek een „dieptragische dood” was. Vervolgens vroeg hij de aanwezigen in de propvolle rechtszaal te gaan staan en een minuut stilte in acht te nemen.

De inleidende zitting was voornamelijk gewijd aan uitleg van Hutton hoe hij het onderzoek gaat aanpakken. Bij de opening benadrukte hij al dat hij alleen het onderzoek leidt en dat er geen ruimte is voor botsende opvattingen.

Behalve Blair zal zeer waarschijnlijk ook minister van Defensie Geoff Hoon, Blairs media-adviseur Alastair Campbell en BBC-directeur Gavyn Davies worden gevraagd te verschijnen. Hutton zei dat hij Andrew Gilligan, de defensieverslaggever met wiens beschuldiging in de uitzending van 29 mei de rel tussen de regering en de BBC begon, als een van de eersten als getuige oproept. Hutton kan overigens niemand dwingen te verschijnen.

Er is nog geen duidelijkheid over de aanwezigheid van televisiecamera’s tijdens de zittingen, die waarschijnlijk in de week van 11 augustus beginnen. Hutton zal mogelijk voor het einde van het jaar met zijn conclusies komen.

De Britse wapendeskundige in overheidsdienst Kelly werd 18 juli in het bos bij zijn huis dood gevonden met een doorgesneden pols. Hij was verwikkeld geraakt in het conflict tussen de BBC en de regering. De BBC had na een gesprek met Kelly, die anoniem wilde blijven, de regering ervan beschuldigd de informatie over Iraakse massavernietigingswapens te hebben opgeklopt.

Kelly pleegde hoogstwaarschijnlijk zelfmoord, nadat zijn naam was genoemd als bron van het BBC-verhaal. De BBC heeft na zijn dood bevestigd dat de wapendeskundige de bron van het verhaal was. Het onderzoek zal onder meer moeten uitwijzen wie de naam van de BBC-bron heeft laten uitlekken. Functionarissen van het Britse ministerie van Defensie worden daarvoor nu verantwoordelijk gehouden. Blair heeft kortgeleden benadrukt geen toestemming te hebben gegeven voor het lekken van de naam.