Oorlog stimuleert economie VS
De Amerikaanse economie is in het tweede kwartaal van dit jaar met 2,4 procent van het bruto nationaal product (bnp) gegroeid. Dit cijfer kwam hoger uit dan de 1,5 procent die analisten hadden verwacht, voornamelijk als gevolg van de sterke stijging van de militaire uitgaven.
Het gaat hier om een eerste schatting van de groei die donderdag werd bekendgemaakt door het ministerie van Handel in Washington. Het optimisme werd nog versterkt nadat het ministerie van Werkgelegenheid donderdag bekendmaakte dat het aantal aanvragen voor werkloosheidssteun vorige week was gedaald tot 388.000. Vandaag zou het werkloosheidscijfer over heel juli worden bekendgemaakt.
De stijging van de militaire uitgaven verraste de markt. Het ging om een stijging van 44,1 procent. Dat is de sterkste kwartaalstijging sinds 1951, ten tijde van de Koreaanse oorlog. Door de stijging gingen de overheidsuitgaven in het algemeen met 25,1 procent omhoog: de sterkste stijging sinds 1987. In deze stijging zijn de kosten van de militaire operaties in Afghanistan en Irak -samen 5 miljard dollar per maand- opgenomen. Men verwacht niet dat deze sterke toename de komende kwartalen voortgezet wordt.
De groei van investeringen in het bedrijfsleven met 6,9 procent geeft aanleiding tot optimisme over een duurzaam herstel van de economie. Hier stond een daling tegenover van 4,4 procent in het eerste kwartaal. Consumenten gaven 3,3 procent meer geld uit, voornamelijk aan duurzame goederen zoals auto’s. Aangezien de consumenten goed zijn voor tweederde van het bnp in de VS is dit zeker een positief signaal. De markt reageerde hierop met een stijging van de belangrijkste indexen.
De Dow Jones schoot aanvankelijk met 150 punten omhoog, maar gaf later op de dag weer veel terrein prijs. De uiteindelijke stijging bedroeg 33,75 punten (0,37 procent) tot 9233,80 punten bij het sluiten van de beurs. De Standard & Poor’s 500-index steeg met 2,82 punten (0,3 procent) tot 990,31 punten, terwijl de Nasdaq 14,23 punten steeg (0,83 procent) tot 1735,14 punten aan het eind van de dag.
Analisten waarschuwen voor de negatieve kant van deze positieve ontwikkeling. Een stijging van de aandelenhandel gaat gewoonlijk gepaard met verminderde activiteit op de obligatiemarkt, terwijl daartegenover de netto-opbrengst per obligatie stijgt. Tienjarige obligaties stegen donderdag tot 4,41 procent van 4,31 procent woensdag. „Als deze stijging doorzet tot 5 procent, heeft dat gevolgen voor de langetermijnrente en als die omhooggaat, zal dat weer een remmende invloed hebben op het economisch herstel”, zo meent chef-econoom David Resler van beursmakelaar Nomura Securities International in New York.
Ondanks deze kanttekening bij de positieve cijfers verwachten veel analisten toch dat het resultaat van het tweede kwartaal het begin is van het langverwachte economisch herstel dat voor dit jaar was aangekondigd. Volgens Witte-Huiswoordvoerder Scott McClellan duiden de cijfers die donderdag werden bekendgemaakt op de „effectiviteit van het economisch beleid van president Bush.” Probleem voor de regering is echter dat het herstel van de economie nog steeds niet gepaard gaat met het beloofde herstel van de werkgelegenheid.