Buitenland

Kloof tussen arm en rijk groeit in Nigeria

KAMPALA – Nigeriaanse politici worden weer eens met de neus op de feiten gedrukt: 
hun economisch beleid, of wat daarvoor moet doorgaan, leidt ertoe dat steeds meer Nigerianen in absolute armoede leven. Het is de vraag wat die politici doen met deze informatie.

Van onze correspondent
15 February 2012 08:40Gewijzigd op 14 November 2020 19:23
Foto EPA
Foto EPA

Het Nigeriaanse Nationaal Bureau voor de Statistieken (NBS) maakte maandag tijdens een druk bezochte persconferentie de jongste cijfers bekend over armoede in Nigeria: armoede groeit snel. In 2004 leefde 54 procent van de bevolking onder de absolute armoedegrens van 
1 dollar per dag. In 2010 trof 
61 procent van de bevolking dat leed.

Dat cijfer contrasteert scherp met de cijfers voor economische groei. In dezelfde jaren groeide volgens het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) de Nigeriaanse economie gemiddeld met 7,3 procent per jaar.

De Nigeriaanse economie drijft bijna geheel (80 procent) op olie. Het land is met ruim 2 miljoen vaten per dag de grootste olieproducent van Afrika. Het geld komt dus met bakken binnen. Het is echter algemeen bekend dat corruptie en wanbeleid ertoe leiden dat het grootste deel van de olie-inkomsten verdwijnt naar buitenlandse bankrekeningen van de Nigeriaanse graai-elite.

Het is echter ook een feit dat de Nigeriaanse middenstand groeit, en snel. Vooral in de steden Lagos (de economische hoofdstad), Port Harcourt (de oliehoofdstad) en Abuja (de regeringshoofdstad) doet een levendige middenklasse van goed opgeleide en vaak hardwerkende mensen iedereen geloven dat het steeds beter gaat met Nigeria.

De statistieken laten echter die andere werkelijkheid zien. De werkelijkheid dat de snel groeiende economie twee derde van de bevolking –ruim 110 miljoen Nigerianen– buiten schot houdt. Een belangrijke conclusie van de cijfers van het NBS is dan ook dat de kloof tussen arm en rijk groeit.

Olieproductie is een industrie die weinig banen creëert. Olie is typisch een product dat vooral wordt gewonnen met middelen (boorplatforms, grote tankers, pijpleidingen enzovoort) en veel minder met mensen. Een olieproducerend land is dus afhankelijk van een welwillende regering die het oliegeld gebruikt om banen te creëren in andere economische sectoren. Maar dat gebeurt onvoldoende in Nigeria. De werkloosheid steeg van 20 procent in 2009 tot 24 procent in 2011.

Nigeria kwam de afgelopen weken geregeld in het nieuws vanwege extreem geweld door de islamitische sekte Boko Haram. Die is bijna uitsluitend in het noorden van het land actief. Uit de cijfers die afgelopen maandag bekend werden, blijkt dat het noorden van Nigeria ook het grootste aantal armen kent. Volgens analisten rekruteert Boko Haram het grootste deel van zijn aanhangers onder straatarme moslims.

Een ander exportproduct waar Nigeria om bekendstaat, is prostitutie. Het is moeilijk om zicht te krijgen op dit illegale deel van de economie, maar het gaat om honderdduizenden vrouwen en meisjes. Volgens recente cijfers wachten tussen de 40.000 en 20.000 Nigeriaanse prostituees in buurland Mali op de grote overtocht naar Europa, over zee of via een gevaarlijke tocht door de Sahara. Anderhalf jaar geleden steeg het schaamrood de Nigeriaanse regering naar de kaken toen een christelijke hulporganisatie bekendmaakte dat ruim 10.000 Nigeriaanse prostituees vastzaten in landen als Marokko en Libië. De dames zorgden daar voor overlast. Het zijn vooral meiden uit arme gezinnen die ten prooi vallen aan Nigeriaanse prostitutiebendes.

Als voorbeeld van een economische sector waar overheidsinvesteringen vruchten kunnen afwerpen voor juist de armste Nigerianen, noemde het NBS de landbouw. Zou zou investering in wegen en in irrigatieprojecten veel banen voor armen creëren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer