„Hulp bieden moeilijk in afgesloten gebieden”
DEN HAAG (ANP) – Het land in komen, was volgens Rode Kruis-hulpverlener Ad Beljaars uit Leiden geen probleem. Maar het bieden van hulp is enorm lastig. Steeds meer wijken en dorpen in Syrië raken van de buitenwereld afgesloten.
De specialist voor het Midden-Oosten van het Rode Kruis was afgelopen donderdag voor één dag in Syrië om te kijken waar de behoefte aan hulp van het Nederlandse Rode Kruis ligt. „Je hebt een beperkte hoeveelheid vrijwilligers en middelen die je eigenlijk op veel plaatsen tegelijk moet inzetten”, aldus Beljaars.
Het geweld is overal. „Niet alleen in de stad Homs”, benadrukt Beljaars. Dat maakt het werken voor de 1000 vrijwilligers van de zusterorganisatie, de Rode Halve Maan, zo ingewikkeld. De mensen zijn moeilijk te bereiken. „In de gebieden die van de buitenwereld zijn afgesloten, ontbreekt het aan voedsel en medicijnen.” De hulpverleners houden zich vooral op bij ziekenhuizen en medische posten.
De Syriërs die het geweld noodgedwongen verlaten, gaan in de meeste gevallen tijdelijk bij familieleden wonen. „Maar die hebben het al zo moeilijk. Er heerst een grote werkloosheid en de inflatie is enorm, wel 35 procent. Dan moeten ze ook nog familieleden opvangen. We proberen deze mensen te ondersteunen met matrassen en dekens.”
Naast voedsel en medicijnen schreeuwen de Syriërs om ambulances. In het land rijdt wel een mobiele ambulance waarin operaties kunnen worden uitgevoerd. Twee vrijwilligers van de Rode Halve Maan werden in het geweld gedood. Daarnaast raakten relatief veel medewerkers gewond.