Cgk Eemdijk ziet na twaalf beroepen nog steeds uit naar predikant
EEMDIJK – Twaalf keer bracht de christelijke gereformeerde kerk in Eemdijk de afgelopen zes jaar een beroep uit. Even zo veel keer belde de kandidaat of predikant na enkele weken met het bericht dat hij ervoor bedankte. Scriba R. Beekhuis: „Naarmate de vacante periode langer duurt, wordt de teleurstelling groter.”
”Eben-Haëzer” staat er op de gevel van de christelijke gereformeerde kerk in Eemdijk. In 2001 nam de gemeente, die 340 leden telt, het nieuwe bedehuis in gebruik. In die tijd was ds. R. van Beek haar predikant. In januari 2006 nam hij wegens emeritaat afscheid. Sindsdien is de gemeente vacant.
Beekhuis (66) is sinds zijn 41e, met enkele korte onderbrekingen, ambtsdrager in de cgk te Eemdijk. Hij vertelt dat de kerkenraad enkele maanden na het vertrek van ds. Van Beek, de zesde predikant die de gemeente sinds 1952 diende, met goede moed het beroepingswerk ter hand nam.
De verwachting was dat de vacante periode niet lang zou duren. Beekhuis memoreert dat de gemeente vijftien maanden na het vertrek van ds. W. N. Middelkoop, in september 1996, in de persoon van ds. Van Beek een nieuwe herder en leraar kreeg. Dat was de kortste vacaturetijd die ze sinds 1952 had gekend.
„Na het vertrek van ds. Van Beek verhuurden we de pastorie in eerste instantie voor een halfjaar, omdat er daarna wel weer een dominee kon zijn”, zegt Beekhuis. Na zes jaar woont er echter nog steeds geen predikantsgezin.
Gemiddeld twee keer per jaar brengt de gemeente een beroep uit. Incidenteel kiest zij daarvoor uit een dubbeltal dat de kerkenraad voorstelt. In de meeste gevallen gaat het om een enkelvoudige voordracht, die vaak met meer dan 90 en soms zelfs met 100 procent van de stemmen van de belijdende leden wordt gesteund.
De reden om niet met een dubbeltal te werken, heeft een praktische achtergrond. „Als de predikant het beroep niet aanneemt, is de ander voorlopig niet meer in beeld. Een enkelvoudige voordracht werkt ook goed. Slechts eenmaal haalden we de nodige 75 procent meerderheid van stemmen niet.”
Meestal kent de gemeente de predikant of kandidaat die door de kerkenraad wordt voorgedragen, omdat deze al eens in Eemdijk heeft gepreekt. „Als dat niet het geval is, of als het lang geleden is, vragen we hem hier een keer voor te gaan, voordat we besluiten of we hem gaan beroepen.”
De gemeente beroept relatief veel kandidaten. „Voordat ds. Van Beek hier kwam, kregen we altijd een kandidaat. Menselijkerwijs gesproken is de kans dat een predikant uit een grote stadsgemeente naar Eemdijk komt, niet groot. Dat betekent niet dat we zo iemand nooit beroepen, maar we houden er wel rekening mee.”
Zodra de gemeente heeft besloten een beroep uit te brengen, belt de scriba de betrokken predikant of kandidaat. „Ik mail daarna de beroepingsbrief. Later ga ik of de voorzitter van de kerkenraad de brief samen met de penningmeester van de kerk, die eveneens ambtsdrager is, ook nog persoonlijk overhandigen. We zijn al op heel wat plaatsen geweest.”
Nadat het beroep is uitgebracht, brengen de kandidaat of predikant en zijn vrouw een bezoek aan Eemdijk. Ze bekijken de pastorie. Ook is er de mogelijkheid met een klein of groter aantal gemeenteleden te spreken. „We hebben mooie gesprekken gehad, maar dat wil niet zeggen dat een beroep dan ook wordt aangenomen.”
Een aantal keren had Beekhuis sterke verwachting dat de beslissing positief zou zijn. „Als dat dan niet zo is, stelt dat extra teleur. In het algemeen merk ik dat de teleurstelling groter wordt naarmate de vacante periode langer duurt. Het maakt je soms wat moedeloos, maar je moet toch verder. Eemdijkers zijn een nuchter volk, dat al snel weer vooruit kijkt. In de kerkenraad zeggen we wel eens tegen elkaar: We hebben nog geen herder, maar de Opperherder blijft. Dat is het belangrijkste.”
De vraag hoe het komt dat veel predikanten en kandidaten voor een beroep bedankten, heeft Beekhuis zich wel eens gesteld. Het antwoord vindt hij lastig te geven. „Het is een geestelijke zaak. De predikant moet de beslissing met de Heere nemen. Het is wel voorgekomen dat hij eerst dacht dat hij naar Eemdijk zou gaan, maar er uiteindelijk toch geen vrijmoedigheid voor kreeg. Of dat het hart van een kandidaat naar een andere gemeente werd geneigd. Dat is het werk van de Geest.”
Eind deze maand hoopt de gemeente het dertiende beroep uit te brengen. „We mogen zeggen dat de Heere ons tot hiertoe geholpen heeft, ook in de vacante periode. Maar het uitzien naar een eigen predikant blijft. We verwachten dat de Heere op Zijn tijd weer een herder en leraar naar Eemdijk zal zenden.”
Dit is de derde aflevering in een serie over beroepingswerk. Woensdag deel 4.