Volgens bronnen bij de oppositie zijn woensdag door politieke geweld in Syrië zeker 117 doden gevallen, waarvan 93 in Homs. Onder de doden zouden drie complete gezinnen zijn, van wie de kelen waren doorgesneden. „Sinds de dageraad is de beschieting zeer intens. Ze gebruiken mortieren en raketten”, zei activist Omar Shaker telefonisch vanuit de belegerde stad. Een andere activist sprak van oorverdovende explosies. „We kunnen sommige stadsdelen niet bereiken door beschietingen en sluipschutters”, voegde hij eraan toe. Een hulpverlener van het Rode Kruis is beide benen kwijtgeraakt bij een beschieting, meldde een plaatselijke arts.

In het ziekenhuis van Homs zou de stroom zijn uitgevallen. Volgens twee oppositiegroepen zijn daardoor 18 te vroeg geboren baby’s in couveuses overleden.

Volgens Navi Pillay, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties, moet de internationale gemeenschap zo snel mogelijk in actie komen om burgers in Syrië te beschermen tegen het geweld van het veiligheidsapparaat van Assad. „Ik ben ontzet over de weloverwogen aanval van de Syrische regering op Homs en het gebruik van artillerie en andere zware wapens bij klaarblijkelijk lukrake aanvallen op woonwijken in die stad”, aldus de voormalig rechter van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. Het leger van Syrië zet sinds eind vorige week tanks, helikopters en artillerie in om delen van Homs te beschieten waar veel tegenstanders wonen van het dictatoriale regime van Assad.

De VN-Veiligheidsraad slaagde er vorige week niet in het eens te worden over een veroordeling van het geweld in Syrië. Het lijkt er volgens Pillay op dat dit „falen de bereidheid van het Assadbewind heeft gestimuleerd de eigen burgers op grote schaal te vermoorden in een poging de oppositie te vermorzelen.”

Volgens mensenrechtengroepen zijn al 6000 of zelfs 7000 Syriërs om het leven gekomen sinds het begin van de volksopstand in maart 2011. De VN zijn in januari bij meer dan 5400 doden gestopt met tellen.