Dat zei de Russische minister Sergej Lavrov van Buitenlandse Zaken woensdag. Een dag eerder voerde hij overleg met de Syrische president Bashar al-Assad.

Tal van westerse en Arabische landen hebben hun ambassadeur uit Syrië teruggehaald omdat het regeringsgeweld tegen opponenten van het regime alleen maar toeneemt. Ook Nederland heeft zijn ambassadeur teruggeroepen.

„Ik denk niet dat door het terugroepen van de ambassadeurs de voorwaarden worden geschapen die bevorderlijk zijn voor de realisering van het initiatief van de Arabische Liga”, verklaarde Lavrov.

De bewindsman wilde niet zeggen of Rusland er bij Assad op heeft aangedrongen op te stappen. Volgens de minister moeten de Syriërs dat onderling uitmaken. „Het is niet de taak van de internationale gemeenschap om vooraf al de uitkomst van een nationale dialoog te bepalen”, aldus Lavrov.

Ook de Russische premier Vladimir Poetin heeft zich uitgesproken tegen internationaal ingrijpen in Syrië. „Natuurlijk wijzen wij elk geweld af, van welke kant dan ook, maar niemand moet zich gedragen als een olifant in een porseleinkast. Het volk moet over zijn eigen lot beslissen”, zei Poetin woensdag.

De sterke man in Rusland verwees naar Libië, waar de NAVO de opstandelingen te hulp schoot in de strijd tegen dictator Muammar Kaddafi. Sinds zijn val raken milities geregeld slaags. Dat toont volgens Poetin „de gruwelijke gevolgen van bemoeienis van buiten, vooral wanneer het gewapend is.”