De waarnemersmissie die in december naar Syrië reisde om toe te zien op de uitvoering van een vredesplan, is op dit moment opgeschort. Daartoe werd eind vorige maand besloten, omdat het geweld in Syrië alleen maar toenam. De waarnemers zijn een belangrijke stabiliserende factor in Syrië, stelde Lavrov dinsdag.

Syrië ligt overhoop met de Arabische Liga, omdat die, net zoals de westerse mogendheden, eist dat Assad opstapt. Na overleg met de president zei Lavrov dat Syrië toch wil dat de Arabische Liga een grotere rol krijgt bij het zoeken naar een oplossing in Syrië.

Het bloedvergieten in Syrië, dat volgens mensenrechtengroepen de afgelopen 11 maanden al aan meer dan 7000 mensen het leven heeft gekost, ging dinsdag onverminderd door. De Syrische regering stelde dat de operaties van het leger in de stad Homs doorgaan „totdat de veiligheid is hersteld.” Homs, een van de bolwerken van het verzet tegen het Assad-bewind, lag dinsdag voor de vierde dag op rij onder vuur. De afgelopen dagen zijn honderden mensen omgekomen in Homs door artilleriebeschietingen van het leger op woonwijken. Onder de slachtoffers zijn veel burgers.

Rusland en China voorkwamen zaterdag met hun veto dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties het geweld in Syrië met een resolutie veroordeelde. Dat leidde tot verwijten over en weer, vooral tussen westerse hoofdsteden en Moskou. Volgens de Syrische oppositie hebben de veto’s het bewind in Damascus aangemoedigd om de aanval op Homs te intensiveren.

Rusland is de laatste resterende belangrijke bondgenoot van Assad. Lavrov omschreef het gesprek met Assad als „zeer nuttig.” De president zou hem verzekerd hebben nog steeds te streven naar een einde aan het geweld.

Intussen raakt Syrië diplomatiek steeds verder geïsoleerd. Tal van Europese en Arabische landen, waaronder Nederland, hebben dinsdag hun ambassadeur in Syrië teruggeroepen. Zes Golfstaten hebben daarnaast ook nog de Syrische ambassadeur het land uitgewezen. Verder werkt de Europese Unie aan nieuwe sancties tegen Damascus. Zo willen de EU-lidstaten tegoeden van de centrale bank bevriezen. Op die manier worden geldstromen naar de machthebbers drooggelegd, aldus diplomaten.