Kans op tweestatenoplossing steeds kleiner
De kans op een tweestatenoplossing in het Israëlisch-Palestijns conflict wordt met de dag kleiner, meent dr. Menachem Klein.
Israëliërs gaan moeilijke keuzes uit de weg, zegt de Israëlische politicoloog dr. Menachem Klein van de Bar Ilan Universiteit. Dat is begrijpelijk, want zowel aan een eenstaatoplossing als aan een tweestatenoplossing is een hoge prijs verbonden. Ze blijven liever bij de status-quo, ook al lopen ze daarmee het risico dat westerse landen hun land niet langer accepteren als liberale democratie.
Ondertussen is het volgens Klein bijna te laat om de klok nog terug te draaien en een tweestatenoplossing te bereiken. Een tweestatenoplossing houdt in dat er in het kader van een vredesovereenkomst een Palestijnse staat naast Israël wordt opgericht. „Vandaag de dag leven we feitelijk al in één staat”, vertelde Klein deze week een groep journalisten. Dat was bijvoorbeeld te zien aan de beslissing van Israël om de vipstatus van de Palestijnse president Mahmud Abbas, die hem permissie gaf ongehinderd te reizen, in te trekken.
„Israël beheert de in- en uitgangen van de staat Israël en de Palestijnse gebieden. Israël regeert dus in feite al van de Jordaan tot aan de Middellandse Zee. Het is echter geen democratische staat, maar één etnocentrische staat.” Etnocentrisch houdt in dat één volk superieur is.
Klein vertelt dat Palestijnen in vijf groepen zijn verdeeld. Elke groep heeft een ander soort rechten. De eerste groep zijn de Palestijnen die het Israëlische staatsburgerschap hebben en het recht hebben hun vertegenwoordigers te kiezen in de Knesset. Deze wonen binnen de grenzen van Israël van voor juni 1967.
De tweede groep bestaat uit de Palestijnen in Oost-Jeruzalem die wel woonrechten hebben, maar geen burgers zijn. Ze hebben wel het recht het Israëlische staatsburgerschap aan te vragen.
De derde wordt gevormd door hen die in de Gazastrook wonen. De vierde groep bevindt zich op de Westelijke Jordaanoever ten westen van de scheidingsmuur en de vijfde groep ten oosten van de muur.
Totaal anders
Als Israël en de Palestijnen serieuze onderhandelingen zouden hervatten, dan moeten deze volgens Klein gaan over de vraag hoe de situatie kan veranderen van een de facto één staat naar twee staten. Tijdens de onderhandelingen tussen beide partijen in de jaren 90 van de vorige eeuw bestond nog de mogelijkheid een grens te trekken tussen beide etnische groepen.
Nu is de situatie totaal anders. Israël is door het leger en door de zich dagelijks verder uitbreidende nederzettingen diep in de Westelijke Jordaanoever geworteld. „Iedereen die vandaag nog een tweestatenoplossing wil bereiken, moet beginnen bij waar we vandaag zijn. Dat is bij wat in feite één staat is die een etnocentrische staat is.”
Daarom is het nu volgens de politicoloog bijna onmogelijk voor Israël om zich nog terug te trekken. Aan een terugtrekking is namelijk een hoge prijs verbonden. In het leger bevinden zich steeds meer soldaten die enerzijds loyaal zijn aan het leger en anderzijds aan religieuze leiders die tegen een terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever zijn. „Ik ben bang dat zonder een kleine of wellicht zelfs een grotere burgeroorlog en een splitsing van het leger, Israël niet meer in staat zal zijn zich van de Westoever af te scheiden of de meeste nederzettingen daar te ontmantelen.”
Maar het vinden van een alternatief is eveneens moeilijk. Bij de tweestatenoptie was het idee: Wij zijn hier, jullie daar. Er zou een grens getrokken worden en de partijen hoefden de andere groep niet op te nemen in de collectieve identiteit. Maar als de partijen zouden gaan voor één staat, moeten ze rekening houden met de ander.
Klein: „Als wij Joden één staat willen, moeten we de Palestijnen leren zien als deel van het collectief. Hetzelfde geldt voor de Palestijnen. Zij moeten de Joodse component opnemen in het collectief. Maar de geschiedenis van beide nationale bewegingen is een geschiedenis van uitsluiting. De Palestijnse nationale beweging verwierp vanaf het begin het idee van een Joods nationalisme. Ze zei: Judaïsme is slechts een geloof, geen nationale identiteit. Ook de Israëliërs hebben vele jarenlang het idee van Palestijnse nationalisme verworpen.”
Verlamd
Beide samenlevingen zijn nu verlamd. De Palestijnen weten niet wat ze moeten doen. Ze geloven niet meer in onderhandelingen. De Palestijnse president Abbas probeerde vrijheid te krijgen via de internationale gemeenschap en door onderhandelingen. Dat mislukte. Hij aarzelt ook wat betreft de nationale verzoening met Hamas. Hij staat aan het einde van zijn politieke carrière en heeft geen uitzicht op het definitief vestigen van zijn naam.
Klein: „In de Palestijnse samenleving is een toenemende frustratie en boosheid ontstaan over de besturende elite en over Israël. Er bestaat druk op de leiding van de Fatahpartij om van koers te veranderen. Daardoor zijn veel ontmoetingen met Israëliërs afgezegd. In de optiek van de tegenstanders is er sprake van een soort normalisatie van de bezetting.
Voor de Israëliërs is de status-quo zeer geriefelijk. Er is geen druk, dus waarom zouden ze beslissingen nemen? Maar er komt een punt waarop de wereld zegt: Je hebt het recht te beslissen wie we bent. Als je met de status-quo wil doorgaan, beschouwen we je niet langer als een uitzondering vanwege de Holocaust. We beschouwen jullie als een niet-democratische staat en je bent niet langer deel van de liberale westerse wereld. Deze gedachten vormen al een groeiende trend in het buitenland.”
„Palestijnse volk uitgevonden”
De Amerikaanse politicus Newt Gingrich, Republikeinse presidentskandidaat, stelde in december in een interview met een Joods televisiekanaal dat er vroeger „geen Palestina als staat” bestond.
„Het was deel van het Ottomaanse Rijk”, aldus Gingrich. „Ik geloof dat we een Palestijns volk uitgevonden hebben dat in feite uit Arabieren bestaat en dat historisch deel was van de Arabische gemeenschap.” Donderdag merkte hij in een debat op dat de Palestijnen „in de jaren zeventig uitgevonden werden.”
Gingrich noemde het argument niet met betrekking tot andere volken of staten in het Midden-Oosten die vroeger ook deel waren van het Ottomaanse Rijk en tot de Arabische gemeenschap behoorden.
Michael Curtis, emeritus hoogleraar politicologie aan de Rutgers Universiteit, schreef in een publicatie van het Besa Centrum van de Bar Ilan Universiteit naar aanleiding van de opmerking van Gingrich dat „de accuratesse van zijn statement niet kan worden ontkend.”
Het eerste congres van islamitische en christelijke associaties in februari 1919 stelde bijvoorbeeld dat Palestina moet worden beschouwd als „deel van Arabisch Syrië omdat het daar nooit van gescheiden is geweest. We zijn ermee verbonden met nationale, religieuze, linguïstische, morele, economische en geografische banden.” Maar Curtis geeft toe dat de Palestijnse identiteit en het Palestijnse nationalisme vandaag de dag wel degelijk bestaan en politieke factoren zijn geworden.
De belangrijkste gebeurtenis die leidde naar het idee en de ontwikkeling van een Palestijnse nationale identiteit was volgens hem de oprichting van Israël en de Arabische nederlaag in 1948 en 1949. Israëlische en Palestijnse wetenschappers hebben aangetoond dat er zich al lang voor 1948 specifieke ontwikkelingen voordeden onder de Arabieren tussen de Jordaan en de Middellandse Zee.
Het is onduidelijk wat Gingrich met zijn opmerking wil bereiken, behalve het winnen van stemmen onder degenen die slecht bekend zijn met de situatie. Met zijn opmerking week Gingrich niet alleen af van het officiële Amerikaanse beleid, maar ook van dat van Israël en de Palestijnen. Het officiële standpunt van de Israëlische en de Palestijnse regering is dat er twee staten moeten komen. Zij stellen dat de Palestijnen wel een eigen volk vormen en een eigen staat moeten krijgen in het kader van en vredesakkoord met Israël.
Maar de realiteit gebiedt wel te zeggen dat de kans dat dit nog gebeurt steeds kleiner wordt. Dat is niet omdat de Palestijnen niet zouden bestaan, maar omdat het steeds moeilijker wordt beide volken geografisch nog van elkaar te scheiden.
Het is dan ook waarschijnlijk dat Israëliërs en Palestijnen in de toekomst steeds meer naar alternatieven gaan kijken. Dat kan bij voorbeeld een binationale staat zijn voor iedereen of een federatie met een Israëlische en een Palestijnse regering en daarboven een gezamenlijke regering.