De onderzoekers, verbonden aan het Imperial College in Londen, gaan er in een brief aan het tijdschrift Nature van uit dat bse in het verleden via het voer is overgedragen op schapen. Onder schapen heerst vanouds de dierziekte scrapie, waarvan de verschijnselen als twee druppels water lijken op die van bse. Daardoor is het moeilijk tot onmogelijk om te zeggen of een schaap scrapie dan wel bse heeft. Dat onderscheid is van belang omdat scrapie voor mensen ongevaarlijk lijkt, maar bse wel degelijk gevaarlijk is.

De onderzoekers gaan ervan uit dat ook onder schapen bse voorkomt en dat de aandoening via het eten van schapenvlees overdraagbaar is op de mens in de vorm van vCJD. Als die veronderstelling juist is, betekent dit dat het eten van schapenvlees zelfs een aanzienlijk groter risico oplevert voor mensen dan het eten van rundvlees.

De onderzoekers berekenden met behulp van een wiskundig model hoeveel mensen er in het ergste geval kunnen overlijden aan vCJD na het eten van besmet rund- of schapenvlees. Dat aantal kan na consumptie van besmet schapenvlees oplopen tot 150.000.

„Uit onze laatste berekeningen blijkt dat het mogelijke gevaar veroorzaakt door schapenvlees groter is dan dat van rundvlees. Dat komt doordat de controle van runderen en de slachtprocedures veel scherper zijn dan bij schapen. Als voor schapenvlees dezelfde regels zouden gelden als voor rundvlees, zou dit het risico met 90 procent beperken”, aldus prof. Neil Fergusson. De wetenschappers roepen op tot het massaal testen van de ongeveer 40 miljoen Britse schapen, een leeftijdsbeperking voor slachtschapen en een verbod op de verwerking van slachtafval en ruggenmergweefsel in de voedselketen.

Een Britse organisatie van familieleden van vCJD-slachtoffers dringt er bij de Britse regering op aan de aanbevelingen van de wetenschappers over te nemen. De Britse Food Standard Agency houdt er echter aan vast dat het bse-risico voor schapen theoretisch blijft en waarschuwt niet tegen consumptie van schapenvlees. Bepaalde weefsels van schapen mogen in de Europese Unie uit voorzorg al niet meer geconsumeerd worden. Zo wordt bij het slachten de milt verwijderd bij schapen tussen de zes en twaalf maanden oud. Bij dieren ouder dan een jaar worden ook de hersenen, ogen, amandelen, milt en het ruggenmerg verwijderd.