Italië moet wennen aan z’n feestdag
De tegenhanger van de Nederlandse Koninginnedag in het vorstenloze Italië is de Dag van de Republiek. Op 2 juni wordt de president in het zonnetje gezet en hebben de Italianen een vrije dag. Alleen sommige royalisten en federalisten zijn niet in feeststemming.plattekst rafelen (u20,1,0(Het jaarlijkse hoogtepunt op 2 juni is als negen straaljagers van de luchtmacht over het centrum van Rome denderen en de kleuren van de Italiaanse vlag uitspuiten. Daarmee wordt een twee uur durende militaire parade op de Via dei Fori Imperiali afgesloten.
Voor veel hoogwaardigheidsbekleders, maar ook voor gewone burgers zijn op deze verkeersader tribunes opgetrokken, terwijl een haast eindeloze stoet van manschappen (zo’n 8000) en voertuigen (ongeveer 200) langstrekt. De parade is weliswaar militaristisch, maar doet weinig totalitair aan, ook al omdat het veelal gaat om de Italiaanse vredesmacht in het buitenland.
Bovendien komen aan het einde van de optocht ook de verkeerspolitie en de brandweer voorbij. Dit jaar namen zelfs wijkagenten en vrijwilligers van de burgerbeveiliging deel. De parade roept weinig weerstand op. Afgelopen juni werden alleen een paar pacifisten opgepakt omdat ze een spanhoek hadden opgehangen met de tekst ”Ontwapen de republiek”.
De Dag van de Republiek werd ingesteld om de volksstemming van 2 juni 1946 te memoreren. Toen konden de Italianen zich uitspreken voor een republiek of een koninkrijk.
Sinds 1861 heerste het Huis van Savoye naar tevredenheid over Italië. Maar omdat koning Vittorio Emanuele III het fascistische regime van Mussolini niets in de weg had gelegd, raakte het koningshuis na de oorlog uit de gratie. Toch koos slechts een krappe meerderheid voor de republiek.
De Dag van de Republiek heeft lange tijd een zielloos bestaan geleid. Dat heeft te maken met het feit dat Italië een gezonde vorm van nationalisme mist. Een Italiaan voelt zich meer verbonden met zijn eigen dorp of stad dan met het grote geheel. In Siena is bijvoorbeeld de Palio, de jaarlijkse paardenrace op het Campo, veel populairder dan de Dag van de Republiek. Bijna elke gemeente organiseert wel een (religieuze) processie ter ere van haar patroonheilige. Op zo’n dag viert dat dorp of die stad een waar volksfeest. Carlo Azeglio Ciampi, die sinds 1999 president is, probeert het nationalisme wat op te vijzelen, en 2 juni is het vehikel. Hij voerde de militaire parade weer in (die in 1991 was afgeschaft) en bepaalde dat de Dag van de Republiek een officiële vrije dag is.
De Dag van de Republiek wil maar niet uitgroeien tot volksfeest. Geen vrijmarkt zoals met Koninginnedag in Nederland. Ook brengt de president geen bezoek aan een plaats ergens in het land, zoals koningin Beatrix doet. Nee, op 2 juni staat juist de hoofdstad centraal. ’s Ochtends legt de president een krans bij het Monument voor de Onbekende Soldaat (”uit alle oorlogen”, zoals op het monument staat).
In de namiddag gaan de deuren van het presidentieel paleis open voor alle burgers, de enige keer in het jaar. Dat paleis is traditioneel het gebouw van de macht en behoorde eerder toe aan de Italiaanse koning, en daarvoor aan de paus. Wel worden jaarlijks lintjes uitgedeeld, maar niet zo veel als in Nederland. Dit jaar werden 25 Italianen geridderd tot cavaliere del lavoro (ridder van het werk). Bedoeld voor hen die een bijdrage hebben geleverd aan „de toekomst van Italië”, naar de woorden van de voorzitter van de club van geridderden. De bekendste ridder is trouwens premier Silvio Berlusconi, die in Italië met ”cavaliere” wordt aangesproken.
Ook elders in Italië wordt de Dag van de Republiek gevierd. Vrijwel overal wordt de Italiaanse vlag aan het begin van de dag met veel eerbetoon gehesen. Napels probeerde dit jaar een werkelijk volksfeest te organiseren met rockconcerten en optredens van orkesten.
De enigen die op 2 juni niet de vlag uithangen, zijn de aanhangers van Umberto Bossi. De leider van de rechtse partij Lega Nord is voorstander van vergaande federalisering van het land, omdat die het rijke noorden ten goede zou komen. Bossi minacht de Italiaanse staat. Hij werd eens veroordeeld omdat hij zei dat hij de Italiaanse driekleur alleen zou gebruiken om zijn achterwerk af te vegen. Ook de weinige royalisten in Italië kunnen zich niet in 2 juni vinden. Op hun Italiaanse vlag staat nog altijd het wapen van Savoye. Toch is Italië op deze feestdag niet zo verdeeld als op 25 april, als Bevrijdingsdag wordt gevierd.
Links Italië heeft, wegens het communistisch verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, die dag gemonopoliseerd. Dan bijten nostalgische fascisten en communistenhaters in het zand. Gelukkig voor hen is er ook dan wel ergens in het land een patroonsfeest te vieren.