De Echte Finnen hadden hun komeetachtige opkomst juist te danken aan hun verzet tegen Europa. Vooral het crisiskrediet voor noodlijdende EU-landen was de populisten een doorn in het oog. De Echte Finnen werden bijna uit het niets de derde partij van het land. Een op de vijf kiezers steunde de protestbeweging. De populisten leken in de regering te komen, maar de formatie mislukte.

In plaats daarvan kreeg Finland een paarse regering. Die onderhandelt hard in Europa. Toen Griekenland miljardensteun moest krijgen, wist Finland als enige land een onderpand voor zijn bijdrage te krijgen. Tegelijk benadrukt de liberale premier Jyrki Katainen echter keer op keer dat Finland niet zonder Europa kan.

De liberale president in spe Niinistö stelt zich net zo op. Hij is voorstander van Europa en voerde als minister van Financiën in 2002 de euro in. „Het lidmaatschap van de EU en de eurozone is de basis van de positie van Finland in de wereld”, zegt hij. Toch aarzelt Niinistö niet om op de rem te trappen als Europa in zijn ogen te ver gaat.

Met die opstelling zijn de Echte Finnen hun belangrijkste wapen kwijtgeraakt. Populistenleider Timo Soini is zondag een van de presidentskandidaten, maar zelfs in de gunstigste peilingen komt hij niet verder dan 8 procent.

De enige vraag zondag is hoe groot de overwinning van Niinistö wordt. Hij krijgt waarschijnlijk iets minder dan de helft van de stemmen. Dat betekent dat hij op 5 februari een tweede ronde nodig heeft om president te worden, maar zijn voorsprong is enorm. Achter hem strijden de groene kandidaat Pekka Haavisto (13 procent) en de conservatief Paavo Vayrynen (11 procent) om de tweede plaats.