Kerk & religie

Bisschop De Korte bepleit „catechetisch offensief”

BERGAMBACHT – De kerk in Nederland verkeert momenteel in een van de grootste crises sinds de Reformatie en heeft veel aan gezag ingeboet. Het Bijbels analfabetisme is groot, zegt bisschop De Korte. Een „groot catechetisch offensief” is nodig.

Klaas van der Zwaag
20 January 2012 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 18:48
Bisschop De Korte. Foto RD, Henk Visscher
Bisschop De Korte. Foto RD, Henk Visscher

Hij stelt dat in de bundel ”Een katholieke kerk met toekomst” (uitg. 2VM, Bergambacht), die vandaag in Tilburg werd gepresenteerd. Aanleiding voor het boek is het emeritaat van prof. Jozef Wissink, hoogleraar praktische theologie aan de faculteit katholieke theologie van de Universiteit van Tilburg. De bundel reflecteert op de Rooms-Katholieke Kerk in een tijd van overgang en crisis.

De bisschop van Groningen en Leeuwarden doet een pleidooi voor een geloofsgemeenschap die „orthodox en gastvrij” is. Orthodoxie is voor De Korte meer een bron dan grens. Richtinggevend noemt hij het geloof in de God van Israël, de drie-enige God, de verzoening door de kruisdood van Christus, de werking van de Geest en de betekenis van kerk, ambt en sacramenten.

Voor rooms-katholieken vormt de eucharistie „een pleisterplaats bij uitstek” in het leven. De eucharistie is niet alleen maaltijd, het is ook de plaats waarin de zelfgave van Christus gevierd wordt. „Al heel snel valt dan het woord offer, de totale offergave van de Zoon. Jezus geeft Zijn leven als uiterste consequentie van Zijn trouw aan de zending van de Vader. Tijdens de eucharistie wordt overigens het offer van Christus niet herhaald, zoals menig protestant tot op de dag van vandaag denkt, maar wordt het ene offer van Christus, in kracht van Gods Geest, tegenwoordig gesteld. Jezus, onze ene Hogepriester, heeft eens en voorgoed het offer gebracht. De eucharistie vormt de bezegeling van het nieuwe verbond tussen God en Zijn volk.”

Nu de kerk krimpt en christenen steeds meer in de marge terechtkomen, komt het aan 
op „een persoonlijk doorleefd geloof”, zo stelt De Korte. Rooms-katholieken kunnen 
immers steeds minder drijven op het geloof van hun zuil, 
die de laatste halve eeuw „aanzienlijk is geërodeerd.” Geloofscommunicatie binnen het gezin is belangrijke voorwaarde 
voor de geloofsoverdracht. 
Het klinkt misschien dramatisch, schrijft hij, maar soms heeft hij het gevoel dat alleen „een groot catechetisch offensief” het katholicisme in Nederland kan veiligstellen.

Dr. Staf Hellemans (Tilburg) bepleit een herleving van de spirituele en mystieke vroomheid, gericht op de „ervaringsdimensie” van de religie en vanouds aanwezig in rooms-katholieke orden en congregaties. Het veronderstelt „een organisatorische strategie en een mentale koerswijziging.” De kerk heeft spiritualiteit en mystiek enerzijds altijd gestimuleerd en anderzijds steeds ook geprobeerd te controleren. Dat geeft een spanning die er nog steeds is en die niet zal verdwijnen.

De protestantse theoloog prof. dr. F. G. Immink reageert op de recente tijdelijke schorsing van pastor Alfons Bartholomee in het bisdom Haarlem omdat hij de communie, brood en wijn, heeft uitgereikt aan protestanten. Dat kan volgens het bisdom niet, omdat rooms-katholieken geloven dat brood en wijn echt het lichaam en bloed van Christus worden (op het moment van de consecratie) en bij protestanten „er niets gebeurt.”

Prof. Immink bestrijdt dit laatste en verwijst naar het gereformeerde avondmaalsformulier, waarin staat dat de gelovigen door de werking van de Heilige Geest met het lichaam en bloed van Christus „gespijzigd en gelaafd” worden. „De viering vindt plaats in de verwachting dat er een geestelijke werking plaats zal vinden bij de communie. Dat betekent dus ook dat in de avondmaalsliturgie het zwaartepunt op de communie ligt, en niet op de consecratie. Het brood blijft inderdaad gewoon brood en de wijn gewone wijn. Maar daarmee is niet alles gezegd. Het komt aan op de geestelijke betrokkenheid van de communicant.”

Emeritus deken André Zegveld bepleit een herijking van het begrip transsubstantiatie. Al te vaak ligt exclusief de nadruk op het brood en de wijn, wat daar ‘objectief’ veranderd wordt, gepaard aan een „akelige fixatie op de transsubstantiatie.” „Wat daarbij onderbelicht blijft is dit: ook in de eucharistie gaat het primair om eten en drinken, om de fysieke act van eten en drinken, en dus ook om het verteren van wat er gegeten en gedronken wordt.”

In de eucharistie zijn brood en wijn voedsel, en ook dit voedsel gaat dezelfde weg als alle voedsel. „Maar het omgekeerde vindt plaats: hier wordt degene die eet veranderd. Een mens verlaat zijn eigen substantie om zich te identificeren met de substantie van de geliefde ander, boven alle begrip en zelfbehoud uit. De een vindt zichzelf enkel in de ander door zich op een of andere manier te transsubstantiëren in de ander.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer