De Saoedische ambassadeur in de Verenigde Staten, prins Bandar Ibn Sultan, zei vrijdag in de krant Arabnews dat „het treurig is dat er mensen zijn die ons land, ons geloof en ons volk in een slecht daglicht stellen op basis van geruchten, halve waarheden en valse bekentenissen". Vijftien van de negentien daders van de aanslagen kwamen uit Saoedi–Arabië.

Volgens de ambassadeur Bandar zijn er geen verbindingen tussen het Saoedische koningshuis en de daders of het terroristennetwerk al–Qaeda van Osama Bin Laden, die ook van Saoedische afkomst is. Ook hebben de Saoedische autoriteiten zich volgens hem wel altijd coöperatief opgesteld bij de speurtocht naar terroristen.

Bandar beklaagt zich in het interview met Arabnews verder over slordigheden in het rapport. Zo wordt een in de Verenigde Staten woonachtige Saoediër verdacht gemaakt, terwijl bij eerdere ondervragingen door de Amerikaanse geheime diensten al vast was komen te staan dat hij onschuldig is.

Het rapport naar de toedracht van de aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon telt negenhonderd pagina’s. Van de 29 pagina’s tekst die aan de rol van de Saoedische autoriteiten en Saoedische staatsburgers zijn gewijd, zijn er 28 doorgestreept. Volgens Bandar is dat gedaan omdat „de informatie die hierin staat, niet kan worden onderbouwd".

Ook in Saoedi–Arabië zelf wordt afwijzend gereageerd op het Amerikaanse rapport. Volgens de bekende liberale politieke analist Turky al–Hamad is het „onmogelijk" dat de Saoedische autoriteiten op de een of andere manier betrokken zijn geweest bij de aanslagen of een oogje hebben dichtgeknepen. Al–Hamad denkt dat de Amerikaanse regering, „gestuurd door de neoconservatieven", net als in Afghanistan en Irak uit is op een verandering van het regime in Saoedi–Arabië.