De Arabisch Liga wil de waarnemers de „noodzakelijke tijd” geven om hun bekritiseerde missie voort te zetten. De liga riep de Syrische regering en gewapende groepen nogmaals op om onmiddellijk al het geweld te stoppen.

De liga zal de Verenigde Naties niet vragen om experts te sturen, zoals onder meer de regering van Qatar wilde. Wel overleggen de twee organisaties over ondersteuning voor de missie.

De ministers bespraken zondag in de Egyptische hoofdstad Caïro het eerste rapport van de waarnemers, die sinds december in Syrië actief zijn. De waarnemers adviseerden daarin zelf om de missie voort te zetten. Ook schrijven ze dat ze worden lastiggevallen door zowel de Syrische regering als tegenstanders van het bewind.

De waarnemers konden pas na lange onderhandelingen afreizen naar Syrië. Ze controleren of de regering van president Bashar al-Assad zich aan de afspraken van het vredesplan houdt. Assad beloofde onder meer zijn militairen terug te trekken uit de steden en politieke gevangenen vrij te laten.

De Syrische oppositie uit echter felle kritiek op het functioneren van de missie. De ruim 150 waarnemers zouden het voortdurende geweld door het regime niet voldoende veroordelen. Ook de leider van de missie is omstreden. De Sudanese luitenant-generaal Mustafa al-Dabi heeft volgens activisten in eigen land de ogen gesloten voor schendingen van de mensenrechten.

De aanwezigheid van de waarnemers lijkt het geweld in het land bovendien niet te verminderen. Activisten meldden dat de veiligheidsdiensten zondag zeker 10 burgers hebben gedood. Meer dan 10 militairen kwamen om tijdens gevechten met deserteurs die de kant van de oppositie hebben gekozen. Een bomaanslag in de hoofdstad Damascus eiste vrijdag het leven van zeker 25 mensen.

De protesten tegen het bewind van Assad begonnen in maart. Sindsdien kwamen volgens de Verenigde Naties meer dan 5000 mensen om tijdens pogingen om de opstand neer te slaan.

De waarnemers brengen op 19 januari verslag uit over de medewerking van het Syrische bewind met de missie.