De IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) weigerde dit tot nu toe. Daarmee negeerde de dienst een besluit van het strafhof in Den Haag.

Volgens de advocaten van de Congolese getuigen, Göran Sluiter en Flip Schüller, gaat deze uitspraak ook nog voor de vierde getuige in deze kwestie gelden. Die zit iets later in de procedure.

De getuigen zijn mannen uit de Democratische Republiek Congo. Zij hebben belastende verklaringen afgelegd over de betrokkenheid van president Joseph Kabila bij grootschalige schendingen van mensenrechten. „Zij vrezen voor hun veiligheid als zij naar Congo moeten terugkeren”, aldus Sluiter.

De zaken Lubanga en Katanga, waar het hier om gaat, zijn de eerste processen voor het ICC. De vier getuigen zaten in Congo in de gevangenis en zijn door de autoriteiten in Kinshasa ’uitgeleend’ op voorwaarde dat het strafhof ze terugstuurt. „Maar het hof heeft inmiddels besloten dat het hun verplichting aan Congo opoffert voor de bescherming van de vier”, benadrukt Sluiter.

De raadsman is tevreden met de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam. Maar hij maakt wel twee kanttekeningen. „De Nederlandse overheid kan nog in beroep tegen dit besluit gaan”, legt hij uit. „Ook zitten de vier sinds maart ten onrechte vast in afwachting op hun eventuele uitzetting of asielprocedure.”

Sluiter beraadt zich daarom op stappen om de vier in afwachting van hun asielprocedure op vrije voeten te krijgen. „Het ICC, Nederland en Congo wijzen naar elkaar als het gaat om de verantwoordelijkheid van de detentie waarin mijn cliënten zitten. Zo kunnen ze nog jarenlang vast blijven zitten zonder wettelijke grond. Dat is natuurlijk onacceptabel.”

De IND laat weten de uitspraak eerst te bestuderen, voordat ze een beslissing neemt of dit besluit van de rechter wordt aangevochten.