Altijd open maakt einde aan winkelwalhalla Italië
Verruiming van de openingstijden heeft het winkelaanbod in Italië verschraald. Er woedt een strijd tussen het grootbedrijf en pappa-en-mammawinkels.
Tien jaar geleden was Italië een winkelwalhalla. Niet omdat de winkels zo lang geopend waren, maar omdat het aanbod zo verscheiden was: kleinschalig, een groot aantal familiebedrijven, weinig ketens, bijna geen grootbedrijf. Maar na de verruiming van de winkelsluitingstijdenwet en een aantal andere vestigingswetten in 2001 is het winkelaanbod sterk verschraald.
Dagelijks sluiten de papa-en-mamawinkels, zaken gedreven door een of twee mensen, hun deuren –2000 winkels per jaar in Rome alleen– en dat niet wegens de crisis. Wat overblijft in de Italiaanse steden zijn veelal franchisewinkels en buiten de binnenstad grote Amerikaans aandoende winkelcentra.
Het is een strijd tussen het klein- en het grootbedrijf. Een botsing die onder meer Confcommercio, de grootste winkeliersvereniging van Italië, in haar eentje voert, nu meer dan ooit wegens het besluit van de regering-Monti om de openingstijden nog meer op te rekken.
De situatie sinds 2001 is dat winkels geopend mogen zijn tussen 7.00 uur ’s ochtends en 22.00 uur ’s avonds, maar niet langer dan dertien uur aan één stuk. Het grootwinkelbedrijf kiest in de meeste gevallen voor de periode van 9.00 uur ’s ochtends tot 22.00 uur ’s avonds. Op dertien uitzonderingen in het jaar na moeten de winkels op zon- en feestdagen gesloten blijven. Eén dagdeel door de week moet de zaak ook dicht, meestal is dat de maandagochtend.
Deze regels gelden echter maar ten dele in toeristische gebieden. Daar mogen winkels langer en vaker openblijven. Het hangt af van de wijze waarop een gemeente de wet toepast. Aangezien Italië een van de belangrijkste toeristische bestemmingen ter wereld is, is deze regel voor een groot deel van het land van belang. Italië heeft de meeste locaties op de werelderfgoedlijst van de Unesco. En niet zomaar een dorpje hier en daar, maar de complete binnensteden van Rome, Florence en Venetië. Problematisch wordt het daar waar het ”toeristisch” gebied ophoudt en het ”niet-toeristische” begint. Hoe dan ook is de situatie in Italië zeer verscheiden. Italië beschikt over maar liefst 8092 gemeenten.
De regelgeving van de nieuwe regering-Monti geeft ondernemers de mogelijkheid niet dertien maar twintig zon- en feestdagen per jaar open te blijven. Het speelt vooral het grootwinkelbedrijf in de kaart. De winkeliersorganisatie Confcommercio maakt zich hard om de maatregel te niet te laten doen. „Altijd open zijn is onhoudbaar. Voor kleine bedrijven, maar ook voor de grote ondernemingen. Noch de concurrentie, noch de kwaliteit zal ervan profiteren. De verkopen zijn al gedaald en gaan door het verruimen van de sluitingstijden zeker niet omhoog”, meldde zij deze maand in een landelijke advertentie.
Dit is het tweede deel in een serie over de koopzondag in het buitenland. Morgen deel 3: Denemarken.