„Franse wet doet genocide-debat Turkije geen goed”
ISTANBUL (ANP) – In Turkije wordt gevreesd dat de aanvaarding van het wetsvoorstel in het Franse parlement, dat het ontkennen van de Armeense genocide in 2015 strafbaar stelt, het Turkse debat over de kwestie zal schaden. Dat debat is de laatste jaren juist voorzichtig op gang gekomen. De Armeense volkerenmoord ’genocide’ noemen leidt inmiddels niet meer tot veroordeling door een rechter.
De discussie in Turkije over de Armeense genocide is hevig deze week, maar sommigen betreuren het dat het wetsvoorstel in Frankrijk de aanleiding is. Advocaat en mensenrechtenactivist Orhan Kemal Cengiz, die veelvuldig over de gebeurtenissen in 1915 schrijft en het woord ’genocide’ niet schuwt, schreef: „Ik ben niet de enige die de gruweldaden uit het verleden onder de aandacht brengt van het Turkse publiek. Hoe gaat de Franse wet die discussie beïnvloeden? Het antwoord is simpel: het debat wordt om zeep geholpen.”
De vrees is dat nationalisten het debat zullen kapen. Veel Turken zien Armeniërs nog altijd als ’verraders’, omdat die rond 1915 rebelleerden tegen het Ottomaanse Rijk. Het wetsvoorstel versterkt dat beeld. Dat brengt verzoening tussen Turken en Armeniërs niet dichterbij, aldus critici.
Het overgrote deel van de Armeniërs in Turkije is ook tegen de Franse wet. Orhan Dink, de broer van de vermoorde Armeens-Turkse journalist Hrant Dink, zei dat de wet de vrijheid van meningsuiting beperkt. Dink: „We moeten onze pijn niet in handen laten vallen van politici.”
Er bestaat in Turkije geen wet die het bestempelen van de Armeense kwestie als ’genocide’ expliciet strafbaar stelt. In het verleden werd voor vervolging het beruchte artikel 301 uit de Turkse strafwet gebruikt, dat het ’beledigen van Turksheid’ strafbaar stelt. Die wet werd onder druk van de Europese Unie in 2008 aangepast. Sindsdien kan de openbaar aanklager niet meer op eigen houtje een 301-zaak beginnen, maar moet hij eerst toestemming hebben van de minister van Justitie.
Het aantal 301-zaken daalde scherp en sindsdien is er niemand meer aangeklaagd voor het woord ’genocide’. De laatste die werd veroordeeld voor het bezigen van dat woord, is de zoon van Hrant Dink, Arat. Hij werd in 2007, een aantal maanden na de moord op zijn vader, veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar.