Vredesplan biedt inzicht in geweld
DAMASCUS – Terwijl maandag in de Egyptische hoofdstad Caïro het protocol werd ondertekend dat het vredesplan van de Arabische Liga voor Syrië effectief moet maken, namen aan de andere kant van de wereld de Verenigde Naties in New York een resolutie aan waarin de schendingen van de mensenrechten in Syrië krachtig werden veroordeeld.
Beide vrijwel gelijktijdige acties onderstrepen dat de zich voortslepende Syrische crisis zowel regionaal als internationaal in het centrum van de belangstelling staat.
En dan was er nog Rusland. Dat land diende bijna tegelijkertijd een ontwerpresolutie in waarin het geweld aan beide zijden in het conflict wordt veroordeeld: zowel het geweld van regeringszijde als het geweld van bepaalde groeperingen binnen de Syrische oppositie. President Medvedev heeft de afgelopen maanden herhaaldelijk beide partijen in het Syrische conflict ertoe opgeroepen de wapens neer te leggen.
Daarmee is de patstelling binnen de internationale gemeenschap jegens Syrië helder. Die kan worden samengevat in deze vraag: Is uitsluitend het Syrische regime verantwoordelijk voor het geweld in het land of zijn er binnen de Syrische oppositie inderdaad zwaar bewapende en zelfs criminele bendes actief?
Hier doet het grote belang van het vredesplan van de Arabische Liga zijn intrede waarvan de lang verwachte ondertekening maandag ontelbare Syriërs een zucht van verlichting deed slaken.
Het Arabische vredesplan bevat een aantal paragrafen, waarvan er twee van direct belang zijn. In de eerste plaats heeft Syrië toegestemd met de komst van een uit 500 personen bestaande delegatie die in eerste instantie een maand lang de situatie in Syrië zal monitoren. Deze commissie zal door heel Syrië reizen en de verwachting is dat dan duidelijk zal worden of er in Syrië sprake is van geweld van één zijde (het regime) of van wederzijdse gewelddadigheden.
In het eerste geval zal het Syrische regime het leger moeten terugtrekken uit steden en dorpen – een andere eis van het Arabische vredesplan. Deze voorwaarde zal echter onuitvoerbaar zijn als blijkt dat de aanwezigheid van het Syrische leger in bepaalde dorpen en steden noodzakelijk is om onschuldige burgers te beschermen tegen het geweld van bewapende groeperingen. In deze situatie lijkt de aanwezigheid van een Arabische delegatie op Syrische bodem dubbele winst: enerzijds zal er duidelijkheid worden geschapen over de complexe situatie in Syrië, wat als uitgangspunt zal dienen voor een verdere positiebepaling van de internationale gemeenschap. Anderzijds zal ook in het geval van bewezen aanwezigheid van gewapende en criminele elementen binnen de Syrische oppositie het geweld in elk geval aanmerkelijk verminderen, omdat beide partijen niet het risico willen lopen dat leden van deze Arabische delegatie eventueel slachtoffer zullen worden van gewelddadigheden.
De tweede belangrijke paragraaf van het Arabische vredesplan betreft de oproep tot directe en onmiddellijke onderhandelingen tussen het Syrische regime en de oppositie onder auspiciën van de Arabische Liga. Het Syrische regime heeft maandag door de ondertekening van het protocol in zekere zin de spelregels veranderd, waardoor de bal nu bij de oppositie ligt. Het regime heeft namelijk duidelijk aangegeven bereid te zijn om met de oppositie te onderhandelen over een politieke oplossing voor de crisis. Dit heeft de oppositionele Syrische Nationale Raad, die in Istanbul is gevestigd en die iedere dialoog met het regime categorisch afwijst, in een lastige parket gebracht. Zou de raad volharden in zijn weigering tot dialoog, dan zou hij de verdenking op zich laden de Syrische crisis niet te willen oplossen.
In westerse reacties wordt er vooral op gewezen dat het regime door zijn acceptatie van het Arabische vredesplan op het allerlaatste moment zijn gezicht heeft gered.
Maar ook de Arabische Liga heeft met de ondertekening in zekere zin zijn gezicht gered. Want er bestond vanaf het begin al geen unanimiteit binnen de liga met betrekking tot Syrië, omdat Syriës buurlanden Irak en Libanon het standpunt van de liga afwezen. En ook andere Arabische lidstaten –met name Egypte en Algerije– hadden steeds meer reserves.
Nu er toch een vredesplan ligt, is een crisis binnen de liga zelf afgewend.