Binnenland

Nieuwe aanblik voor 70 jaar oude kazemat in Veenendaal

VEENENDAAL – De achtertuin van een Veenendaals huis is niet de eerste plaats waar je een kazemat zou zoeken. En zeker niet als dat huis in een woonwijk staat. Het betonnen verdedigingswerk is dan ook veel ouder dan de gebouwen in zijn omgeving. Het raakte de afgelopen tientallen jaren in verval, maar wordt nu weer in de oude staat hersteld.

20 December 2011 11:18Gewijzigd op 14 November 2020 18:18
Ton en Betty Valkenburg bij de kazemat in de achtertuin van hun woning in Veenendaal. Het betonnen verdedigingswerk, dat deel uitmaakt van de Grebbelinie, ondergaat een restauratie. Foto RD, Anton Dommerholt
Ton en Betty Valkenburg bij de kazemat in de achtertuin van hun woning in Veenendaal. Het betonnen verdedigingswerk, dat deel uitmaakt van de Grebbelinie, ondergaat een restauratie. Foto RD, Anton Dommerholt

De plaats waar Ton en Betty Valkenburg wonen, zag er ruim zeventig jaar geleden heel anders uit. Geen luxewoningen, geen flats en geen drukke weg. Wel arbeiderswoningen, boerderijen en weilanden. „Het was hier de rand van de bebouwde kom”, zegt Betty Valkenburg.

Toen eind jaren dertig de Duitse dreiging steeds groter werd, besloot de Nederlandse regering de twee eeuwen oude Grebbelinie te versterken. Er werden loopgraven gemaakt en op knooppunten kwamen kazematten, die later door de Duitsers bunkers werden genoemd. In Veenendaal werden er in 1939 en 1940 meerdere gebouwd. Betty: „De kazemat die nu in onze tuin staat, stond destijds in een heuvel, achter een boerderij. De weilanden werden onder water gezet om de Duitsers tegen te houden. Het water stond, zoals de mensen hier zeiden, slechts twee klumpies hoog.” Ton: „In de wintermaanden vroren de weilanden dicht. De soldaten moesten elke dag met pikhouwelen het ijs weghakken.”

Toen de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvielen, richtten ze zich op Rhenen en Scherpenzeel. Uit diverse plaatsen werden mensen geëvacueerd. Zo ook de hele bevolking van Veenendaal. De militairen bleven achter, onder andere in de krappe kazemat van het type S7. Het is maar goed dat deze niet werd aangevallen. Ton Valkenburg: „De kazemat heeft zeven schietgaten. Maar er was slechts één mitrailleur. Die verplaatsten ze van het ene schietgat naar het andere.” Uiteindelijk moesten de verdedigers zich terugtrekken zonder dat er ook maar één schot was gelost.

Na de overgave ontfermden de Veenendaalse burgers zich over de loopgraven. De planken en het prikkeldraad werden gebruikt om kippenhokken van te maken. De kazematten raakten in onbruik. De Duitsers herstelden de Grebbelinie aan het einde van de oorlog enigszins om zich te verweren tegen de geallieerden, die half april 1945 Ede al hadden bevrijd. Maar veel nut had dat niet, want de geallieerden gingen de strijd niet aan. Veenendaal verwelkomde pas op 9 mei, enkele dagen na de capitulatie, de bevrijders.

Na de oorlog werden er op veel plaatsen verdedigingswerken gesloopt. De eigenaar van de grond waarop een bouwwerk stond, draaide op voor de kosten. De boer op wiens land de S7 stond, besloot er niets mee te doen. „Waarschijnlijk vond hij het te duur om hem op te ruimen. Zo’n betonnen gevaarte zet je ook niet zomaar aan de kant”, aldus de bewoonster.

Twintig jaar geleden kocht het echtpaar Valkenburg een kavel op de plaats waar de boerderij had gestaan. Ton: „We zijn hier gaan wonen omdat het op een mooie plek aan het omleidingskanaal was, niet omdat de kazemat in de tuin stond.” De Veenendalers gebruikten het betonnen bouwwerk voor de opslag van hun tuinmeubels. Wel wilden ze er meer over weten. Daarom plaatsten ze een foto in een lokale krant met de vraag wie er meer over kon vertellen. Diverse mensen, onder wie oud-strijders, reageerden. Ook schoolklassen kwamen langs.

Enkele jaren geleden werd over een deel van de tuin een weg aangelegd. De kazemat kwam daardoor op nog geen 2 meter van de openbare weg te staan. Op de stoep, buiten de tuin van de Valkenburgs, staat nu een informatiebord. Regelmatig vragen mensen aan het echtpaar of ze de kazemat beter mogen bekijken. Sommigen gaan er ook in. De bewoner doet het voor. Omdat de bunker geen deur heeft, wurmt hij zich lenig door een van de gaten. Binnenin is het krap en koud. Behalve wat metalen steunen voor de mitrailleur is er alleen beton.

Meerdere keren drongen de Valkenburgs er vergeefs bij de gemeente op aan om het gevaarte te restaureren. Ze overwogen zelfs het te laten begroeien met klimop om de lelijke plekken te camoufleren. Na veel getouwtrek begon in oktober dit jaar het herstel van de kazemat. De begroeiing is verwijderd en nu wordt het beton aangepakt. In april komen de metalen luiken terug. In die maand worden ook de oorspronkelijke schutkleuren op de kazemat aangebracht. Ton Valkenburg: „Ik heb geen idee hoe het er met die kleuren uit gaat zien.” Lachend: „Als het te lelijk is, laten we een heg groeien tussen ons huis en de kazemat. Dan hoeven we er niet de hele tijd naar te kijken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer