Mohammed kreeg kritiek van zijn eigen metgezellen
In het RD van 10 juli sprak Mohammed J. Gaffar, algemeen secretaris van de Stichting Welzijn voor Moslims, lovende woorden over de islam en zijn profeet Mohammed. Jenö Sebök
is ervan overtuigd dat Mohammed niet zo’n voorbeeldig mens was en plaatst kanttekeningen bij het interview. „Wij proberen de voetsporen van de profeet te volgen, al lukt dat niet altijd”, zegt Gaffar. Dat is maar goed ook, denk ik dan, want ik moet er niet aan denken dat het hun wel zou lukken. Het zou een ramp betekenen voor de vrouwen op de wereld. Die hebben het al moeilijk genoeg in een moslimland, maar als alle moslims het voorbeeld van Mohammed gaan volgen, wordt het nog erger. Hij had een harem van negen vrouwen, plus de nodige slavinnen als bijvrouwen.
Als de islam het voor het zeggen krijgt, „dan zullen de meisjes beschermd worden”, zegt de heer Gaffar. Mohammeds lievelingsvrouw was Aïsja. Mohammed trouwde met haar toen ze zes jaar oud was en had gemeenschap met haar toen ze negen was. Op dit voorbeeld van Mohammed beroepen Marokkaanse ouders zich die hun tienerdochter uithuwelijken.
Wat de gewone moslim niet geoorloofd was, mocht Mohammed wel. Namelijk meer dan vier vrouwen nemen, en slapen met een onbeperkt aantal slavinnen die hij tijdens z’n vele veldslagen had buitgemaakt. Hij mocht ook trouwen met zijn nichten. Dat staat in de koran, hoofdstuk 33 vers 50-53. Mohammed kreeg deze verzen van Allah toen zijn volgelingen zich beklaagden dat hij zich niet aan zijn eigen voorschriften hield inzake bloedschande en het maximale aantal van vier vrouwen dat een man mocht hebben.
Macht corrumpeert
„Alles wat de profeet gedaan heeft, is heel goed”, zegt Gaffar. Weet hij wel waar hij het over heeft? Is het (laten) vermoorden van je tegenstanders heel goed? Is het (laten) vermoorden van je bespotters heel goed? Is het beroven van karavanen heel goed? Is het verbreken van verdragen heel goed? Is het plegen van genocide heel goed?
Een ex-moslim heeft me eens verteld dat de meeste moslims, ook hun leraars, niet weten wat er in de koran staat. Zij kennen de koran uit hun hoofd, maar dan wel in het Oudarabisch van de zevende eeuw, dat geen mens meer verstaat, zeker een Surinamer niet. Maar de volgende voorbeelden over Mohammeds ’goede daden’ zijn voor elke moslim na te gaan uit de koran en de hadieth (erkende overlevering).
De eerste helft van zijn bediening trad Mohammed op in (de omgeving) van Mekka. In die tijd beperkte hij zijn optreden voornamelijk tot preken. Uit deze periode is slechts weinig van Mohammed overgeleverd, zeker in vergelijking met de tweede helft van zijn optreden. Hij was wegens vervolging door de Mekkanen naar Medina gevlucht en hier aanvaardde hij politieke macht. Macht corrumpeert, zegt het spreekwoord, en dat gold zeker ook voor Mohammed.
Sinds Medina wordt zijn leven gekenmerkt door het verbreken van verdragen als het hem uitkwam, en door misdaden tegen de mensheid. In onze tijd zou hij een kandidaat zijn voor het mensenrechtentribunaal in Den Haag. In zijn tijd lag dat echter anders. Plunderingen van karavanen waren een soort folklore, maar ze waren wel aan spelregels gebonden. Acht maanden van het jaar mochten de Arabieren op strooptocht, maar vier maanden niet. Dat waren heilige maanden, waarop men op bedevaart naar (het toen nog heidense) Mekka ging. Deze ongeschreven wet werd door Mohammed geschonden. Dat leverde hem niet alleen een rijke buit op, maar ook veel kritiek, zelfs van z’n medemoslims.
Aanvankelijk ontkende Mohammed dat hij opdracht had gegeven tot de overval. Hij verbood zijn mannen zelfs om van de buit te eten. Maar de honger werd sterker en na een aantal dagen kreeg hij een openbaring uit de hemel (koran 2:217) waarin zijn gedrag werd goedgekeurd. Voortaan zou alleen de maand ramadan heilig zijn.
Bloedschande
Mohammed kreeg wel vaker kritiek van zijn eigen metgezellen. Op een keer, toen hij zijn adoptiefzoon Zaïd ging opzoeken, vond hij diens vrouw Zainab alleen thuis. Ze zag er zo bekoorlijk uit, dat hij mompelde: „Lof zij Allah, de Verhevene, lof zij Allah, die de harten wendt.” Hij vertrok onmiddellijk. Maar Zainab had zijn woorden gehoord en vertelde het aan haar man. Die liet zich onmiddellijk van zijn vrouw scheiden, zodat Mohammed haar tot vrouw kon nemen. Dit zou voor ons geen bloedschande zijn, maar in de Arabische cultuur van die tijd gold een huwelijk met de vrouw van een aangenomen zoon als incest.
Aanvankelijk weigerde Mohammed dus, maar toen kreeg hij weer een openbaring. Die is te vinden in koran 33:4 en 33:36-40: „…En Hij heeft jullie aangenomen zonen niet [werkelijk] tot jullie zonen gemaakt… Toen Zaid de omgang met haar had beëindigd, hebben Wij haar tot jouw echtgenote gemaakt, opdat er voor de gelovigen geen belemmering zou zijn met betrekking tot de echtgenotes van hun aangenomen zonen, als dezen de omgang met haar beëindigd hebben.”
Dus kon Mohammed trouwen met de mooie Zainab. Dat was in het Arabië van die tijd ongehoord. Aïsja, zijn lievelingsvrouw, reageerde hierop heel opmerkelijk: „Nu weet ik dat je geen openbaring achterhoudt, want als je er een had moeten verbergen, dan was het deze geweest.”
Wraakzuchtig
Zo barmhartig als Mohammed door sommigen wordt afgeschilderd, was hij zeker niet. Je kunt hem eerder wraakzuchtig noemen. De dichtkunst stond in Arabië hoog aangeschreven. Mohammed was zelf een begenadigd dichter. Dichters gebruikten hun talent om wantoestanden aan de kaak te stellen en om hun leiders te hekelen. Zoals in onze tijd columnisten een politicus op de korrel nemen, zo deden in Mohammeds tijd de dichters dat.
Hoewel Mohammed zelf ook geen blad voor de mond nam in zijn hekeldichten, kon hijzelf geen kritiek verdragen. Zo liet hij de Joodse dichter Ka’b ibn Asjraf vermoorden omdat hij spotdichten op Mohammed had gemaakt. En Asjraf was niet de enige tegenstander die Mohammed uit de weg liet ruimen. Hij gaf ook opdracht tot moord op een rijke Jood.
Ik zou toch denken dat wraak tegen het welzijn van de mensheid is. In de Bijbel staat: „Wreekt uzelf niet.” Maar Bin Laden zegt in zijn open brief aan Amerika: „Allah, de Almachtige, heeft de keuze en de toestemming om wraak te nemen gelegaliseerd.” En Mohammed Gaffar zegt: „De islam verbiedt aanslagen als die van 11 september. Je mag nooit iemand vermoorden.”
Er woonden drie Joodse ’stammen’ in Medina, waarmee Mohammed voortdurend overhoop lag. De eerste stam werd al in het tweede jaar dat hij de baas was in Medina, door Mohammed naar Syrië verbannen, met achterlating van al hun bezittingen. „De profeet was zo’n man dat iedere christen en iedere Jood van hem hield.” Omdat Mohammed in de strijd gewond was geraakt, waagden Joden van de tweede stam het met hem te spotten. Zij vroegen of er ooit een profeet in de strijd gewond was geraakt. Profeten vochten namelijk niet.
Mohammed besloot deze stam hiervoor te straffen. Hij belegerde hun nederzetting en liet alle dadelpalmen omhakken. Dat leverde weer gemor op onder de moslims, want dit ging regelrecht in tegen het Arabische gewoonterecht (en tegen de Joodse wet). Maar Mohammed kreeg alweer een openbaring, koran 59:5: „Dat jullie dadelpalmen hebben omgehakt en op hun wortels hebben laten staan, gebeurde met Gods toestemming en opdat Hij de verdorvenen te schande maakte.” Deze stam gaf zich ten slotte over en mocht vertrekken, met achterlating van hun kostbaarheden.
Van de derde Joodse stam werden alle mannen uitgemoord (een kleine duizend), de vrouwen en kinderen gingen in slavernij. „Nog nooit heb ik in de islam iets ontdekt dat tegen het welzijn van de mensheid is”, zegt de algemeen secretaris van de Stichting Welzijn voor Moslims. Is het uitroeien van Joden soms niet tegen het welzijn van de mensheid?
Laten we het over de verdrukking van de vrouwen maar niet hebben, zij vormen slechts een te verwaarlozen helft van de mensheid. Laat ik volstaan met alleen dit vers uit de koran (4:34): „…De deugdzame vrouwen zijn dus onderdanig en zij waken over wat verborgen is, omdat Allah erover waakt. Maar zij van wie jullie ongezeglijkheid vrezen, vermaant haar, laat haar alleen in de rustplaatsen en slaat haar…”
Vervloeking
En is de vervloeking die de heer Gaffar vijfmaal daags uitspreekt dan wel voor het welzijn van de mensheid? Misschien weet hij zelf niet wat hij zegt, omdat het in het Oudarabisch is, maar een vast onderdeel van het rituele gebed dat goede moslims vijfmaal per dag uitspreken is het elfde hoofdstuk van de koran, een vervloeking van een ongelovige oom van Mohammed: „Verloren mogen gaan de handen van Abu Lahab en moge hijzelf verloren gaan. Zijn bezit en wat hij vergaarde baten hem niet. Hij zal braden in een vuur van vlammen. En ook zijn vrouw, aandraagster van het brandhout. Aan haar nek een koord van touw.”
Dan neem ik toch liever de Heere Jezus ten voorbeeld, Die zei: „Hebt uw vijanden lief en zegent wie u vervloeken.” Jezus nam geen politieke macht aan toen die Hem door de duivel werd aangeboden. Ook hanteerde Jezus het zwaard niet. Toen Petrus hem met het zwaard verdedigde, verbood Jezus hem dat en Hij genas het oor van zijn tegenstander.
„In de godsdienst is geen dwang”, heeft Mohammed gezegd volgens de koran 2:256. Hoe durfde hij dat te zeggen! De islam is vanaf zijn ontstaan in Medina met het zwaard verbreid. En Mohammed gaf het voorbeeld. Onder zijn bevel zijn 27 veldslagen gevoerd en 46 kleinere oorlogszuchtige expedities (strooptochten). Mohammed zelf vocht in 9 veldslagen, de andere werden door zijn metgezellen geleid.
Mohammed was eerlijker toen hij zei: „Bestrijdt hen die niet geloven in Allah, noch in de Laatste Dag (heidenen), en die niet verboden stellen wat Allah en Zijn Boodschapper verboden hebben gesteld, en die zich niet voegen naar de wezenlijke godsdienst onder degenen aan wie de Schrift gegeven is (Joden en christenen), totdat zij uit de hand de schatting opbrengen in onderdanigheid” (koran 9:29). In vers vijf van hetzelfde hoofdstuk zegt Mohammed namens Allah: „Als de heilige maanden zijn verstreken, doodt dan de veelgodendienaars waar jullie hen vinden, grijpt hen, belegert hen en wacht op hen in elke mogelijke hinderlaag. Maar als zij berouw tonen, de salaat (gebed) verrichten en de zakaat (aalmoezen) geven, legt hun dan niets in de weg.”
Dat staat allemaal in de koran, waarvan de heer Gaffar zegt dat het ’t enige boek is dat authentiek van god is. Hoe rijm je dat met „In de godsdienst is geen dwang”? Het staat allemaal in hetzelfde authentieke boek van Allah.
God is liefde
God is liefde en wil liefgehad worden door de mensen. Je kunt een mens wel dwingen om lief te doen, je kunt een kind dwingen om lief te zijn, maar je kunt niemand dwingen om lief te hebben. Hiervoor is een vrije wil nodig. Daarom kan het christendom niet zonder godsdienstvrijheid. De islam geeft zijn onderworpenen (islam betekent onderwerping) geen keuzevrijheid. Moslims dienen Allah dikwijls niet uit vrije wil, maar uit angst of dwang. Op afval van de islam staat de doodstraf.
Laten wij de moslims Jezus voorhouden en voorleven, Die niet de doodstraf uitdeelde aan degenen die Hem verwierpen, maar Die zijn leven gaf voor degenen die Hem liefhebben en Die het eeuwige leven geeft aan wie op Hem vertrouwen.
Helaas hebben de moslims die vrijheid niet, anders konden zij kiezen wie zij volgen wilden, Mohammed of Jezus. Ik maak me sterk dat miljoenen voor Jezus zouden kiezen als ze maar mochten of durfden en wisten wat hun eigen geloof inhoudt.
De auteur heeft in Saudi-Arabië gewoond en is kenner van de islam.