Vrijwilligerswerk en belasting: grijs gebied
Vrijwilligerswerk is van groot belang voor de samenleving. En er zijn zelfs mensen die hiervoor hun hele werkzame leven opgeven. Zo ook het gezin dat zendingswerk verrichtte voor een stichting en door anderen in het levensonderhoud werd voorzien. Zij vonden echter de inspecteur op hun weg, die hierover belasting wilde heffen.
Wat was het geval? Een man en zijn vrouw hadden hun baan opgezegd. Ze wisten zich geroepen om te gaan werken als zendingswerker voor een stichting. Ze hadden hierdoor geen uitzicht op enig inkomen. Om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, werden ze gesteund door hun familie en vrienden. Ook ontvingen ze bedragen van de (zendingscommissie van de) kerk, omdat deze het werk van de stichting belangrijk vond.
Hierdoor konden ze rekenen op 1500 gulden aan vaste bijdrage per maand. Als ze niet ondersteund zouden worden, zouden ze het zendingswerk niet hebben kunnen doen. Jaren later kregen ze een zoontje en vanwege bijkomende omstandigheden besloot de man weer (in deeltijd) te gaan werken. Uiteindelijk besloot hij –na tien jaar vrijwilligerswerk– weer een volledige betaalde baan te nemen. De bijdrage van de kerk werd volledig stopgezet.
De inspecteur vond dat de bijdragen van de kerk belast moesten worden. De bijdragen van familie en vrienden waren volgens hem onbelast. Het echtpaar was het niet eens met de belastingheffing over de bijdragen van de kerk en stapte naar de rechter.
Het gerechtshof bekeek de zaak eens goed. Vaststond dat het echtpaar het zendingswerk zonder financiële ondersteuning niet had kunnen doen. Bovendien werd de bijdrage van de zendingscommissie verminderd toen belanghebbende parttime ging werken, en tot nihil toen hij voltijds ging werken. Bovendien had de man verklaard dat de kerk geld overheeft voor het vrijwilligerswerk dat hij voor de stichting deed. Daarom was er geen sprake van vrijgevigheid van de kerk richting het echtpaar.
Er bestond een direct verband tussen de ontvangen bedragen en de door hen verrichte werkzaamheden. Dat er sprake was van vrijwilligerswerk, deed hier niet aan af. De inspecteur heeft dus gelijk en de bijdrage van de kerk (over het jaar 2000) moest belast worden met inkomstenbelasting. Hij had dus aangifte inkomstenbelasting moeten doen, ook al omdat de bedragen te hoog waren voor toepassing van de vrijwilligersregeling. Niet ter discussie stond dat de bijdragen van vrienden en familie onbelast waren voor de inkomstenbelasting. Dat waren immers donaties vanuit vrijgevigheid, dus was er in zoverre sprake van echte giften. Zijn die giften dan helemaal onbelast? Nee, want als de giften van één persoon uitstijgen boven de 2000 euro per jaar, worden ze belast met 30 tot 40 procent schenkbelasting.
Op zichzelf is het wel een logische uitspraak. In de praktijk wordt er dan ook de richtlijn gehanteerd dat bijdragen van families en vrienden aan zendingswerkers echte giften zijn en dus niet worden belast met inkomstenbelasting; deze bijdragen vallen mogelijk wel onder de schenkbelasting. Anderzijds vallen de bijdragen van rechtspersonen (zoals de kerkelijke gemeente) onder de inkomstenbelasting.
Maar wat nu als de afspraken met de kerk in dit geval niet zo duidelijk waren geweest? En wat te doen met eventuele bijdragen van andere kerken of instellingen? Dan kan er weer eerder sprake zijn van echte giften. Verder zou er ook onduidelijkheid kunnen ontstaan als er een afzonderlijke collecte of inzameling zou worden gehouden onder gemeenteleden. In beginsel zou een collectie onder auspiciën van de diaconie of het kerkbestuur een bijdrage van de kerk zijn, en een spontane actie van gemeenteleden (al dan niet vooraf) een gift van particulieren. Maar het is een beetje een grijs gebied.
De giften aan de zendingswerkers van de familie en vrienden zijn overigens voor die laatsten in beginsel niet aftrekbaar in de inkomstenbelasting (als gift). Alleen giften aan anbi’s (zoals de meeste kerken) zijn immers aftrekbaar. En dan is het plaatje in principe compleet: als de anbi besluit deze gift door te geven aan de vrijwilligers, is deze belast. Alleen als er minder dan 1500 euro per jaar wordt ontvangen (en minder dan 150 euro per maand) is de bijdrage van de kerk vrijgesteld onder de vrijwilligersregeling.
De auteur is belastingadviseur bij Van Kranenburg Belastingadvies.