Drugs bepalen karakter van Curaçao
Verlaten stranden, makkelijke vliegverbindingen naar Europa en talloze toeristen. Curaçao is een eldorado voor drugshandelaars. Vooral Colombiaanse drugsbendes hebben de voordelen van het Caraïbische eiland ontdekt, en hun aanwezigheid geeft het eiland allengs een ander karakter.
„Deze organisaties verplaatsen zich en nemen hun geweld met zich mee”, verklaart Waldo Santiago van het Amerikaanse Drugsbestrijdingsbureau in het Caraïbisch gebied. Op Curaçao zijn dit jaar tot nu toe negentien moorden gepleegd, waarvan er zeventien te maken hadden met drugszaken. In het hele vorige jaar werden veertig drugsmoorden gepleegd op een totaal van 45 moorden. Ter vergelijking: in 2001 werden ongeveer twintig moorden op het eiland gepleegd.
„We hebben te maken met internationale georganiseerde misdaad, waarbij zelfs onze jongeren worden gerekruteerd om drugs te vervoeren”, zei minister van Justitie Norberto Ribeiro eerder dit jaar toen hij maatregelen aankondigde tegen het toenemende drugsgeweld. Maar Curaçao is niet alleen. Ook op eilanden in de omgeving strijden de autoriteiten met machtige drugsbazen, die naar schatting 650 ton cocaïne per jaar door het gebied loodsen.
Toch heeft vooral Curaçao een grote aantrekkingskracht voor drugsbendes, in het bijzonder diegenen die zich richten op de afzetmarkt in Nederland. Het eiland ligt op nog geen 100 kilometer van de Zuid-Amerikaanse kust, waardoor handelaars in snelle boten in een tijdsbestek van slechts enkele uren hun waar op een verlaten strand kunnen achterlaten en weer naar huis terugkeren. Door de haven van Willemstad kunnen makkelijk enorme hoeveelheden drugs worden vervoerd aan boord van schepen, die zelden doorzocht worden. En dan zijn er nog de bolletjesslikkers, die tegen een vergoeding van enkele duizenden euro’s voorraden drugs naar Europa vervoeren.
„Wij hebben een perfecte locatie, tussen de drugsproducerende landen en de consumerende landen”, zegt Frank Calmero van de Antilliaanse Kustwacht. „Als we 10 procent vangen van wat er doorgevoerd wordt, hebben we geluk.” Het afgelopen jaar werd beslag gelegd op 955 kilogram cocaïne, bijna het dubbele van de hoeveelheid in 2001. Maar er moet nog veel meer gebeuren.
Binnen het 220 man tellende politiekorps van Curaçao werken slechts veertien narcoticaspecialisten. Agenten zijn huiverig zich te specialiseren in drugsbestrijding, omdat ze een grotere kans lopen het doelwit te worden van vergeldingsacties van handelaars. Vorig jaar werd een douanebeambte neergeschoten en het huis van een politieagent beschoten. Beiden werken bij de antidrugscontrole op het vliegveld Hato. Verder werden twee aanklagers, twee rechters en de minister van Financiën met de dood bedreigd in verband met drugszaken.
Een lid van het narcoticateam bij de politie dat niet bij naam genoemd wil worden, vindt dat er meer hulp uit Nederland moet komen. „Het is tenslotte hún deurmat die wij schoonhouden.” Nederland heeft Curaçao dit jaar twee scanners gegeven voor de controle op het vliegveld.
Dagelijks worden op de vliegvelden van Curaçao en Amsterdam gemiddeld vijftig mensen aangehouden wegens illegaal drugsbezit. De KLM hief vorig jaar tijdelijk de directe vluchten naar Schiphol op vanwege de aanhoudende problemen met bolletjesslikkers. Nu wisselen de KLM en justitie gegevens uit over verdachte passagiers. In de eerste maand waarin de vluchten hervat werden, weigerde de KLM 404 passagiers, van wie 80 procent afkomstig was uit Curaçao.
Ondanks de strengere beveiliging is Curaçao een soort distributiecentrum voor cocaïne geworden. Eilandbewoners pakken de waar in en maken die klaar voor de handel. „De drugs worden in Colombia geproduceerd en de mensen hier behandelen en distribueren ze”, zegt Onno Koerten, vertegenwoordiger van Nederland in de Nederlandse Antillen. „Veel mensen hier zijn economisch afhankelijk geworden van de drugs.”
Vooral jonge mensen raken betrokken bij de drugshandel. Onderwijzers en ouders hebben het steeds vaker over kinderen die een paar dagen verdwijnen om vervolgens behangen met dure sieraden terug te komen. „De handel in drugs is een Robin-Hood-systeem geworden: rijkdommen worden verdeeld onder mensen die dachten dat ze nooit iets zouden bereiken”, stelt Leslie Roosberg, hoofd van het enige afkickcentrum op het eiland.
Hoewel sommigen vinden dat Nederland meer moet doen, wordt er door anderen ook geklaagd over het immigratiebeleid van Curaçao, dat de problemen zou veroorzaken. „Het komt door de Latino’s, zij pikken onze banen en brengen daarvoor in de plaats drugs mee”, zegt Alex Soltero, een gepensioneerde bankmedewerker. „Dat kan deze kleine gemeenschap niet aan. Ze zouden niet moeten worden toegelaten.”
Vorig jaar vormden Colombianen de grootste groep immigranten. Zeshonderdveertig van hen kregen een verblijfsvergunning, een verdubbeling ten opzichte van 2001. Met ingang van dit jaar moeten Colombianen een toeristenvisum aanvragen, wat tot kritiek heeft geleid onder degenen die Colombia ontvluchtten vanwege de jarenlange burgeroorlog. „Het doet pijn als mensen beginnen te discrimineren”, zegt Jenni Curiel, die al ruim tien jaar op Curaçao woont en er een Colombiaanse folkloristische dansgroep leidt. „Het geweld en de drugs geven mijn volk een slechte naam.”