Buitenland

„Tijd raakt op voor VS in Irak”

De wederopbouw in Irak moet worden „aangejaagd” met meer geld en meer mensen, zeggen adviseurs die in opdracht van de Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, in Irak hebben rondgekeken. Daartoe zullen landen buiten de oorlogscoalitie moeten worden aangeboord, aldus de adviseurs.

Buitenlandredactie
18 July 2003 20:44Gewijzigd op 14 November 2020 00:26

Het voorlopige bestuur dat de Amerikanen en Britten in Irak hebben opgezet, heeft vooruitgang geboekt, maar ontbeert „fondsen, personeel en flexibiliteit” om tot de volgende fase van de wederopbouw over te gaan, is de conclusie van het team, dat onder leiding staat van John Hamre, hoofd van het Centrum voor Strategisch en Internationaal Onderzoek en onder president Bill Clinton de op een na hoogste functionaris van het Pentagon.

De coalitiestrijdkrachten zullen zeker twee tot vijf jaar in Irak moeten blijven om de nieuwe Iraakse politiemacht en het leger te ondersteunen. En de communicatie tussen het bestuur en de Irakezen en binnen het bestuur zelf moet beter worden.

De inspanningen om andere landen zover te krijgen dat zij geld en personeel bijdragen, moeten worden „aangejaagd”, zeggen de adviseurs. In haar eentje zal de coalitie niet voldoende geld en mensen kunnen genereren.

Rumsfeld liet weten dat zijn ministerie het eens is met de adviseurs dat er veel is gepresteerd, maar dat er ook nog veel te doen valt, en dat het mogelijk enkele van hun aanbevelingen zal overnemen.

Het tien pagina’s tellende rapport komt met 32 aanbevelingen voor snelle verbeteringen in Irak. Behalve voor het betrekken van andere landen en organisaties als de Verenigde Naties, pleit het rapport ook voor een snelle decentralisatie. De werkzaamheden zijn zo omvangrijk, dat ze niet effectief vanuit Bagdad kunnen worden geregeld. Verder is een flinke financiële injectie nodig voor de korte en de middellange termijn.

Om de veiligheid in het land te verbeteren moeten Amerikaanse militairen zich veel meer op straat vertonen. Hiervoor moeten soldaten worden vrijgemaakt. Dat is mogelijk onder meer door meer Irakezen in dienst te nemen voor taken als bewaking van installaties. Hiervoor kunnen ook gedemobiliseerde soldaten worden ingezet, aldus het CSIS.

Een van de teamleden, Frederick Barton, zegt in The New York Times van gisteren dat het Iraakse verzet beter is georganiseerd dan de Amerikaanse strijdkrachten eerst van uitgingen. Volgens hem verdwijnen duizenden Baath-strijders niet zomaar in het niets. Een ander teamlid, Bathsheba Crocker, zegt in dezelfde krant dat de plunderingen in de zuidelijke stad Basra vermoedelijk het werk was van aanhangers van Saddam Hussein.

Het Amerikaanse voorlopige bestuur in Irak moet zichzelf beter aan de Irakezen verkopen, aldus het onderzoek. De CPA moet een marketing- en communicatiestrategie ontwikkelen om het vertrouwen en steun van de Irakezen te winnen. Dat is volgens het rapport tot nu toe veel te weinig gebeurd. De informatiestroom naar de Irakezen moet beter door de inzet van radio en televisie.

Een woordvoerder van het Pentagon zei in The New York Times het eens te zijn met het rapport dat er enorm veel werk al is verricht in Irak en dat aanzienlijke uitdagingen in het verschiet liggen. Hoe de aanbevelingen in praktijk worden gebracht, kon de woordvoerder nog niet zeggen. Wel is de onderminister van Defensie Paul Wolfowitz een vijfdaagse rondreis door Irak begonnen om te zien hoe en welke verbeteringen in het land kunnen worden doorgevoerd.

Een Amerikaanse soldaat is gisteren om het leven gekomen toen Iraakse guerrillastrijders een bom lieten ontploffen onder een konvooi van het Amerikaanse leger. Enkele anderen zijn gewond geraakt. De bom ontplofte toen het konvooi in Fallujah een brug over de Eufraat overstak. Fallujah ligt in de zogeheten ”soenni-driehoek” ten noorden en ten westen van Bagdad. In dat gebied zijn Amerikaanse soldaten geregeld het slachtoffer van aanslagen.

Met 6 kilo plastic explosieven en veel gevoel voor symboliek hebben Amerikaanse soldaten gisteren een 9 meter hoog ruiterstandbeeld van Saddam Hussein opgeblazen dat boven Tikrit, de woonplaats van de verdreven Iraakse president, uittorende.

„Dat voelde echt goed”, zei Reshaun Richardson, een lid van de in Tikrit gestationeerde geniebrigade die op de knop mocht drukken.

Het massief bronzen standbeeld van Saddam te paard en met een zwaard in de hand stond bij het toegangshek tot het paleis dat hij boven zijn geboortedorp heeft laten bouwen.

De reacties van de inwoners waren gemengd. Kruidenier Mustafa Ismail (36) zei dat het hem weinig deed en dat hij het belangrijker vond of hij de huur kon betalen. Anderen namen het minder stocijns op. ’Hij was het symbool van Irak en deze daad was als een uitdaging aan ons’, zei Hayam Latif, een 32-jarige vrouw die tegenover het paleis woont. ’Wij zijn een heel eenvoudige familie, maar we zijn bereid ons voor Saddam op te offeren.’

Het hoofd van het standbeeld ging als trofee mee naar het hoofdkwartier van de 4de Infanteriedivisie in Tikrit. De rest van het brons wordt naar Texas gebracht, waar het zal worden omgesmolten om er een herdenkingsmonument te maken voor de Amerikaanse militairen die in Irak hebben gediend, zei sergeant-majoor Gregory Glen.

In Bagdad hebben Amerikaanse genietroepen gisteren bij een routinepatrouille een grote zelfgemaakte bom ontdekt. Het in een witte lap gewikkelde explosief was op de middenstreep van een snelweg bij de luchthaven neergelegd, op ongeveer dezelfde plaats als waar maandag een militair voertuig onder vuur werd genomen. Daarbij verloor een Amerikaanse militair het leven en raakten vier andere Amerikaanse militairen gewond. Na de weg te hebben afgezet verwijderden de militairen het ontstekingsmechaniek van de bom. De explosieven werden later op een afgelegen terrein tot ontploffing gebracht.

Een geestelijk leider van de sjiieten in Irak, Muqtada al-Sadr, heeft tijdens zijn vrijdaggebed ten overstaan van duizenden gelovigen de nieuwe regeringsraad verworpen. Hij noemde deze illegaal en riep op tot de vorming van een islamitisch leger en grondwet in Irak.

De regeringsraad kwam zondag voor het eerst bijeen en geeft de Irakezen een grotere zeggenschap in het bestuur van het land. Beslissingen van de raad moeten wel worden goedgekeurd door de VS. In de 25 man tellende raad zijn alle bevolkingsgroepen en geloven vertegenwoordigd.

Muqtada al-Sadr verzet zich tegen de Amerikaanse aanwezigheid in Irak. Hoe groot zijn invloed binnen de sjiitische gemeenschap is, is niet duidelijk maar hij geniet door zijn afkomst wel veel aanzien. Hij is de zoon van de zeer invloedrijke ayatollah Mohammed Sadiq al-Sadr die in 1999 door het regime van Saddam Hussein werd vermoord.

Rusland heeft nog geen plannen klaarliggen om onder de huidige omstandigheden militairen naar Irak te sturen. Moskou wijzigt zijn standpunt mogelijk als de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een besluit neemt over de uitbreiding van het mandaat in Irak. Dat zei woordvoerder Aleksander Yakovenko van het ministerie van Buitenlandse Zaken gisteren.

De VN bespreken volgende week uitbreiding van het mandaat. „Als de Veiligheidsraad een besluit neemt op dit punt zijn wij bereid iedere optie te heroverwegen. Maar voorlopig zien we geen mogelijkheid voor onze vredestroepen om deel te nemen aan de coalitie in Irak”, aldus de zegsman. Hij liet doorschemeren een Russische deelname in Irak niet uit te sluiten na een positief besluit van de VN.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer